Verpleeghuis & Palliatieve Unit

Verpleeghuis & Palliatieve Unit

Inhoud

4.1 Verpleeghuis
4.1.1 Arts
4.1.2 Verpleging, verzorging en begeleiding
4.1.3 Geestelijke verzorging
4.2 Palliatieve unit (PU)
4.2.1 Arts
4.2.2 Medisch specialistische zorg
4.2.3 Geestelijke verzorging
4.3 Vrijwilligers
4.4 Hulpmiddelen
4.5 Nazorg
4.6 Afleggen en opbaren
4.7 Transmurale samenwerking
4.8 Knelpunten
4.9 Opgeloste knelpunten

In het verpleeghuis is een continu aanbod van zorg. Als bewoners behoefte krijgen aan palliatieve zorg kunnen de zorgprofessionals daar direct op inspelen. Sommige verpleeghuizen richten een speciale afdeling in voor palliatieve zorg, een Palliatieve Unit (PU). Daar kunnen ook personen van buiten de instelling terecht. Dit hoofdstuk beschrijft de financiering van palliatieve zorg in het verpleeghuis en de PU.

4.1 Verpleeghuis

Bewoners van verpleeghuizen hebben een indicatie voor de Wet langdurige zorg (Wlz). Palliatieve zorg is onderdeel van het zorgprofiel dat de patiënt al heeft. Als een patiënt bijvoorbeeld Zorgpakket VV 6 heeft, dan wordt palliatieve zorg bekostigd vanuit dat pakket.130 

Er kan een toeslag worden aangevraagd bij onder meer:

  • gespecialiseerde epilepsiezorg
  • chronische ademhalingsondersteuning
  • CVA
  • Huntington
  • observatie131,132

Als de patiënt nog niet terminaal is, kan in de pakketten VV 7 en VV 8, als de zorgbehoefte minimaal 25 procent hoger is dan het pakket vergoedt, de prestatie zzp-meerzorg worden aangevraagd bij het zorgkantoor.133,134

Als de patiënt terminaal is en behoefte heeft aan intensieve palliatieve zorg, bestaat de mogelijkheid om voor deze patiënt VV 10 Beschermd verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg te declareren. De situatie van de patiënt dient dan aan de volgende criteria te voldoen:

  • De behandelend arts heeft in een verklaring aangegeven dat de levensverwachting van de patiënt korter is dan drie maanden
  • De patiënt moet beschikken over een geldige Wlz-indicatie
  • Er is noodzaak tot zeer intensieve 24-uurszorg, die in het reeds geïndiceerde zorgprofiel niet mogelijk is
  • Er is noodzaak tot bestrijding van zware pijn en/of verwardheid en/of benauwdheid en/of onrust
  • Er is sprake van complexe zorg en inzet van verschillende disciplines en noodzaak van continue nabijheid van zorg

De behandelend arts moet verklaren dat de patiënt voldoet aan deze criteria.135 Het eerder door het CIZ geïndiceerde zorgprofiel van de patiënt kan niet tegelijk met de VV 10 worden gedeclareerd.136

4.1.1 Arts

Wlz-behandeling en algemene geneeskundige zorg zijn onderdeel van de Wlz in de instelling. Indien de patiënt verblijft in een verpleeghuis dat gecontracteerd is met behandeling, wordt de patiënt uitgeschreven bij de eigen huisarts. Een specialist Ouderengeneeskunde, die in dienst is van de instelling of als onderaannemer door de instelling wordt ingehuurd, levert dan de behandeling én de algemene geneeskundige zorg., De instelling kan voor de algemene geneeskundige zorg ook gebruik maken van een huisarts. Het verpleeghuis vergoedt dan de inzet van de zelfstandig specialist Ouderengeneeskunde of de huisarts uit het zorgzwaartepakket van de patiënt.
In verpleeghuizen die niet gecontracteerd zijn voor behandeling levert een huisarts de algemeen geneeskundige zorg. Indien daarnaast behandeling door de specialist Oudergeneeskunde gewenst is, is dit op consultbasis te declareren via de functie H335.

4.1.2 Verpleging, verzorging en begeleiding

De totale inzet voor verpleging, verzorging en begeleiding wordt vergoed vanuit de zorgprofielen (zie inleiding van deze paragraaf).137

4.1.3 Geestelijke verzorging

Olivia bespreekt met de geestelijk verzorger van de instelling hoe zij het ziekteproces ervaart. De geestelijk verzorger kan specialistische ondersteuning bieden op het gebied van coping en zingeving, het bieden van een vrijplaats138 en het begeleiden bij religie en spiritualiteit.139 Een instelling dient ervoor te zorgen dat geestelijke verzorging beschikbaar is.140 Vanuit de Wlz wordt dit bekostigd uit de tarieven van de zorgzwaartepakketten.

4.2 Palliatieve unit (PU)

Patiënten die van buitenaf op de PU worden opgenomen, hebben veelal geen Wlz-indicatie. Zij ontvangen zorg in de instelling vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw). Patiënten die thuis woonden met een Wlz-indicatie (zie paragraaf 2.1.2) en bewoners van een verpleeghuis die naar een PU worden verplaatst, krijgen de zorg op de PU vanuit de Wlz. Palliatieve zorg op een PU wordt dus op verschillende manieren bekostigd: 

Opname PU Zorgverzekeringswet

Opname PU Wet langdurige zorg

Patiënten die bij aanvang van de PTZ nog geen Wlz-indicatie hadden, krijgen de zorg in de instelling vanuit de Zvw via de prestatie Eerstelijnsverblijf voor palliatieve terminale zorg (ELV PTZ). Deze prestatie kan worden gedeclareerd als de levensverwachting van de patiënt volgens de behandelend arts gemiddeld drie maanden of korter zal zijn.141

 

Zorgaanbieders en -verzekeraars kunnen over palliatieve zorg op de PU ook op basis van de prestatie Resultaatbeloning en zorgvernieuwing afspraken maken. Deze prestatie komt in dat geval in de plaats van de prestatie ELV palliatief terminale zorg.142

 

Het ELV-tarief is integraal voor de zorg die in de instelling wordt geleverd. Dat wil zeggen dat de instelling hier medische zorg, verpleging en verzorging uit bekostigt. Het is een maximumtarief.143

 

Met ingang van 2020 is het mogelijk om met de zorgverzekeraar een contract af te sluiten over de prestatie Coördineren van verblijf (regionale coördinatiefunctie). Met deze prestatie kan regionale coördinatie over beschikbare bedden worden vergoed.144

Een opname op de PU kan vanuit de Wlz op verschillende manieren worden gefinancierd.

 

Het verpleeghuis waar de unit deel van uitmaakt kan een contract afsluiten met het zorgkantoor voor intramurale zorg. Financiering is dan zoals in het verpleeghuis (zie paragraaf 4.1)

 

Het verpleeghuis kan ook contracten afsluiten voor het leveren van zorg thuis. Zorg vanuit de Wlz kan thuis op verschillende manieren worden geleverd:

  • volledig pakket thuis (vpt): alle zorg door één aanbieder
  • modulair pakket thuis (mpt): zorg geleverd door verschillende aanbieders
  • persoonsgebonden budget (pgb): patiënt koopt zelf zorg in met beschikbaar budget145

Vergoeding voor patiënten met een vpt, mpt of pgb verloopt dan zoals thuis (zie hoofdstuk 2).

Voor het kunnen declareren van een VV 10 Beschermd verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg bij patiënten die vanuit een verpleeghuis komen, dient de behandelend arts een verklaring af te geven over alle criteria genoemd in paragraaf 4.1.

Het declareren van een VV 10 kan voor patiënten met een Wlz-indicatie die vanuit thuis komen als de levensverwachting van die patiënt volgens de behandelend arts gemiddeld drie maanden of korter zal zijn. Er hoeft dan niet te worden voldaan aan de andere criteria.

 

4.2.1 Arts

Arts PU Zorgverzekeringswet

Arts PU Wet langdurige zorg

Voor een patiënt opgenomen op een Palliatieve Unit in een instelling kan de specialist Ouderengeneeskunde de zorg op zich nemen.0146 Dit hoeft echter niet. De huisarts kan ook de patiënt zelf blijven behandelen, waar nodig met ondersteuning.

 

De kosten voor de inzet van de specialist Ouderengeneeskunde vallen onder de prestatie Eerstelijnsverblijf voor palliatieve terminale zorg.147

 

De huisarts kan hiervoor de prestaties ‘Intensieve zorg’ declareren, omdat er in eerstelijnsverblijf palliatieve terminale zorg wordt geboden.148 Zie ook paragraaf 2.1.1.

Bekostiging van medische zorg op een PU voor patiënten met een Wlz-indicatie is gelijk aan de bekostiging in het verpleeghuis (zie paragraaf 4.1) of thuis (zie hoofdstuk 2). Vergoeding zoals in het verpleeghuis of thuis kan alleen als het verpleeghuis waar de PU onderdeel van is, daarvoor een contract heeft afgesloten met het zorgkantoor.

 

 

4.2.2 Medisch specialistische zorg

Medisch specialistische zorg die in plaats van in het ziekenhuis in de thuissituatie kan worden geleverd (bijvoorbeeld met behulp van e-health), kan per 1 januari 2020 worden gedeclareerd via de prestatie ‘Klinische zorgdag in de thuissituatie, inclusief eventuele verpleging door het ziekenhuis’ (190228).149 Het ziekenhuis kan deze zorgactiviteit ook declareren voor medisch specialistische zorg die wordt geboden in het verpleeghuis of de PU. Daarnaast is het vanaf 1 januari 2020 voor het openen van een zorgtraject door de medisch specialist niet langer nodig dat hij de patiënt fysiek ontmoet bij aanvang van een nieuw zorgtraject. In plaats daarvan kan hij bijvoorbeeld ook een Screen-to-screenconsult ter vervanging van een Eerste polikliniekbezoek (190165) registreren.150 Voor aanvullende informatie wordt verwezen naar hoofdstuk 2.3.

4.2.3 Geestelijke verzorging

Geestelijke verzorging PU Zorgverzekeringswet

Geestelijke verzorging PU

Wet langdurige zorg

Geestelijke verzorging kan worden vergoed zoals in de thuissituatie (zie paragraaf 2.2.3).

Bekostiging van geestelijke verzorging op een PU voor patiënten met een Wlz-indicatie is gelijk aan de bekostiging in het verpleeghuis (zie paragraaf 4.1) of thuis (zie paragraaf 2.2.3). Vergoeding zoals in het verpleeghuis of thuis kan alleen als het verpleeghuis waar de PU onderdeel van is daarvoor een contract heeft afgesloten met het zorgkantoor.

 

4.3 Vrijwilligers

Net als thuis en in een hospice kunnen in een instelling PTZ opgeleide vrijwilligers van de lokale organisatie Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ) worden ingezet. De instelling kan hierover afspraken maken met een VPTZ-organisatie in de regio, die voor vergoeding subsidie aanvraagt via de Regeling PTZ.

4.4 Hulpmiddelen

Vanaf 1 januari 2020 ontvangen alle patiënten die in een Wlz-instelling verblijven voortaan hun mobiliteitshulpmiddelen (zoals een rolstoel) en hulpmiddelen, zoals een tillift en een hoog-laag bed (zogeheten ‘roerende voorzieningen’), vanuit de Wlz.151 Hulpmiddelen voor cliënten die in een Wlz-instelling wonen, werden tot 2020 vanuit de Wlz, de Zvw en de Wmo geleverd. De regels verschilden daarnaast voor cliënten met behandeling en cliënten zonder behandeling in de instelling.152
driehoek-(5).jpgBij een verhuizing naar een Wlz-instelling, worden normaal gesproken de hulpmiddelen na de verhuizing opgehaald.  Bij een verblijf of logeren van minimaal 18 dagen per jaar bij familie of naasten, kunnen vanaf 1 oktober 2022 de hulpmiddelen vanuit de Wmo behouden worden in de thuissituatie. Voor hulpmiddelen vanuit de gemeente geldt een andere werkwijze dan voor de hulpmiddelen vanuit de zorgverzekeraar. De zorgverzekeraar beslist op basis van coulance of u de hulpmiddelen kunt behouden. De patiënt dient daarvoor een coulanceverzoek in bij de verzekeraar.153
driehoek-(6).jpgPalliakit wordt per 2024 landelijk vergoed door zorgverzekeraars. De Palliakit is een box die middelen bevat om snel te kunnen handelen als bij palliatieve patiënten, die in de terminale fase zijn gekomen, een plotse verslechtering of een acuut probleem optreedt. In dat geval moet direct worden geschakeld met huisarts en apotheek om alle benodigde zorg te kunnen leveren. 

Met de Palliakit is er een snelle beschikbaarheid van onder andere katheters en palliatieve medicatie bij patiënten die in een thuissituatie, hospice of zelf verpleeghuis stervende zijn. En het neemt veel bureaucratie weg. De Palliakit wordt door lokale apotheken geleverd en niet meer door centraal opererende apotheken.

Zorgverzekeraars (o.a. Menzis, Zilveren Kruis en CZ na eerder VGZ) hebben in november 2023 besloten de Palliakit landelijk te gaan vergoeden. Voor de palliatieve zorg aan huis betekent dat een positieve ontwikkeling voor de patiënt.154

4.5 Nazorg

De betrokken zorgverleners spelen direct na het overlijden van de patiënt in op wat de nabestaanden nodig hebben.155 Deze zorg is onderdeel van de prestatie Eerstelijnsverblijf voor palliatieve terminale zorg (Zvw) of het ZZP van de patiënt (Wlz). Als de zorgvraag van een nabestaande complex wordt, is dit geen onderdeel van de prestatie. De nabestaande heeft dan een eigen zorgvraag en start een eigen zorgtraject via diens huisarts.156

4.6 Afleggen en opbaren

De naasten van Olivia van Veen ervaren goede ondersteuning op de PU. Na het overlijden vinden Guus en Sara het passend dat de instelling zorgdraagt voor het afleggen en opbaren.

Afleggen en opbaren is geen verzekerde zorg. Deze kosten komen voor rekening van de patiënt die zich daarvoor kan verzekeren.157

Als nabestaanden opdracht of toestemming geven aan een instelling voor afleggen en opbaren, kan de instelling dit aan nabestaanden of, indien dat wordt gedekt door de polisvoorwaarden, aan de uitvaartverzekeraar in rekening brengen.158,159 Dit geldt ook voor opbaren in de kamer.

Voor de bekostiging van de dagen dat de kamer leeg achter wordt gelaten als gevolg van overlijden, kan tussen zorgkantoor en zorgaanbieder de prestatie mutatiedag worden afgesproken. Als de cliënt in de eigen kamer is opgebaard, geldt dat ook als leeg achtergelaten. Een verpleeghuis of verzorgingshuis ontvangt maximaal 13 dagen een vergoeding als een bewoner is overleden, in de vorm van mutatiedagen.160,161

4.7 Transmurale samenwerking

De NZa heeft een informatiekaart over transmuraal samenwerken en casemanagement in de (palliatieve) zorg gepubliceerd. Daarin kunnen zorgprofessionals zien hoe zij hun inzet vergoed krijgen als zij samenwerken met zorgprofessionals die onder een andere bekostiging vallen.

4.8 Knelpunten verpleeghuis

Dit hoofdstuk geeft zicht op de zorg die niet of nog niet kan worden gedeclareerd. Hiermee borduurt dit hoofdstuk voort op het hoofdstuk ‘Knelpuntenanalyse’ uit voorgaande versies van de Handreiking. Dat hoofdstuk is voortaan opgedeeld in een hoofdstuk 6 ‘Knelpunten’ en hoofdstuk 7 ‘Opgeloste knelpunten’. De nieuwe Handreiking geeft de actuele stand van zaken weer per 2024.

Knelpunten Verpleeghuis/PU 2017

Stand van zaken 2024

Tarief Eerstelijnsverblijf (Zvw)


Eerstelijnsverblijf is een kort verblijf in een zorginstelling of een verpleeghuis. Het tarief is niet altijd toereikend voor de zorg in de instelling.

Verheldering knelpunten en zoektocht oplossingen

Vanuit de NZa is in 2020 een traject gestart naar aanleiding van signalen over knelpunten in de bekostiging van de hospicezorg waaronder ook eerstelijnsverblijf. In gesprek met zorgverzekeraars en branche- en koepelorganisaties worden deze knelpunten verhelderd en wordt gezocht naar oplossingen.

Hoewel het tarief door aanbieders van eerstelijnsverblijf als ontoereikend wordt ervaren, ligt de oorzaak hiervan niet in de contractering maar in de bekostiging: verzekeraars hanteren de max-tarieven die door de NZa zijn vastgesteld.

De NZa heeft een kostenonderzoek uitgevoerd en per 1 januari 2025 worden de tarieven voor het eerstelijnsverblijf herijkt.

 

4.9 Opgeloste knelpunten verpleeghuis

Dit hoofdstuk geeft het overzicht van knelpunten voor het declareren van palliatieve zorg die in de afgelopen jaren zijn opgelost.

Knelpunten Verpleeghuis/PU 2017

Stand van zaken 2024

 

Voor vragen, neem contact op met:
Laatst geactualiseerd: 21 februari 2024
Mail de redactie
Mail de redactie met jouw evenement, nieuws of tool waar anderen baat bij kunnen hebben. Suggesties of klachten over informatie zijn ook zeer welkom. Met jouw inbreng kunnen we Palliaweb verbeteren.