Opgeloste knelpunten
- Snel naar:
- Over NPPZ II
- Strategische thema's
- Contact
Inhoud
7.1 Ziekenhuis
7.2 Thuis
7.3 Wijkverpleging
7.4 Hospice
7.5 Verpleeghuis
7.6 Patiënten
7.7 Palliatieve zorg voor kinderen
Dit hoofdstuk geeft het overzicht van knelpunten voor het declareren van palliatieve zorg die in de afgelopen jaren zijn opgelost.
7.1 Ziekenhuis
Declaratie zorgproducten 2017 |
Stand van zaken 2025 |
Parallelliteit (in geval van een andere zorgvraag bij eenzelfde specialisme)
Als een medisch specialist van het team Palliatieve Zorg voor een nieuwe zorgvraag een voor hetzelfde specialisme opgenomen patiënt adviseert of begeleidt (icc/medebehandeling), kunnen er geen zorgproducten Palliatieve zorg worden gedeclareerd.200 |
Nieuwe zorgactiviteit per 1 januari 2018: consult door een lid van het team Palliatieve Zorg (190067)201
|
Declaratie consult door een verpleegkundig specialist van het team pz bij een klinische patiënt Als een verpleegkundig specialist van het team palliatieve zorg een opgenomen patiënt adviseert of begeleidt (icc/medebehandeling), kan deze niet zelfstandig een zorgactiviteit palliatieve zorg registreren en declareren.202 |
Nieuwe zorgactiviteit per 1 januari 2018: consult door een lid van het team Palliatieve Zorg203
Technisch gezien is de verpleegkundig specialist een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert (voor een ander specialisme), wat betekent dat openen van een DBC Diagnose Palliatieve Zorg mogelijk is in naam van het medisch specialisme waarvoor de poortfunctie wordt uitgevoerd. (bijvoorbeeld interne geneeskunde of klinische geriatrie).204 |
Declaratie consult en openen DBC palliatieve zorg door specialist Ouderengeneeskunde
|
Nieuwe zorgactiviteit per 1 januari 2018: Als er bij een patiënt advies of begeleiding wordt gegeven door één van de leden van het team Palliatieve Zorg, kan de zorgactiviteit Consult ten behoeve van palliatieve zorg worden geregistreerd door een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitoefent en deel uitmaakt van het team Palliatieve Zorg. Dit geldt zowel voor klinische als poliklinische consulten. Technisch gezien is de specialist Ouderengeneeskunde geen medisch specialist, maar een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert (voor een ander specialisme), wat betekent dat openen van een DBC Diagnose Palliatieve Zorg mogelijk is in naam van het medisch specialisme waarvoor de poortfunctie wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld interne geneeskunde of klinische geriatrie, zie ook hoofdstuk 2)207 |
Overleg palliatieve zorg
|
Aanpassing regelgeving zorgactiviteit 190006 Overleg palliatieve zorg per 1 januari 2018 Een bespreking van de palliatieve zorg van een patiënt door een team Palliatieve Zorg. Het team Palliatieve Zorg bestaat uit ten minste twee poortspecialisten van verschillende specialismen, of één poortspecialist en één beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert. De beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert, betreft een ander specialisme dan het specialisme van de poortspecialist en heeft door opleiding aantoonbare expertise in
|
Intensief consult ten behoeve van zorgvuldige afweging behandelopties De huidige definitie van deze zorgactiviteit wordt als te beperkt ervaren en de gestelde criteria als te stringent. Met als gevolg dat deze zorgactiviteit (welke onder andere kan worden gebruikt in het kader van proactieve zorg gesprekken) niet of nauwelijks wordt geregistreerd.210 |
Met ingang van 2025 staat de zorgactiviteit proactieve zorgplanning in de regels voor de medisch-specialistische zorg als overig zorgproduct (ozp) 190099. Uit het medisch dossier moet blijken welke gesprekken in het kader van proactieve zorgplanning zijn gevoerd. Daarnaast moet er proactief een zorgplan aan andere zorgverleners (in ieder geval de huisarts) worden overgedragen. Per 2025 introduceert de NZa tevens voor Samen beslissen een aparte zorgactiviteit (Consult samen beslissen, 190098). Deze zorgactiviteit wordt geregistreerd in plaats van ieder polikliniekbezoek, screen-to-screen consult of telefonisch consult dat wordt uitgevoerd in het kader van een samen beslisproces. |
Telefonisch consult door team Palliatieve Zorg kan niet worden gedeclareerd Voor palliatieve patiënten duurt een telefonisch consult vaak langer dan 15 minuten. Met het oog op de conditie van de patiënten vervangt een telefonisch consult voor palliatieve zorg regelmatig een regulier face-to-face contact.
|
Verdere verruiming van mogelijkheden voor registratie van zorg op afstand per 2021 De NZa heeft diverse bepalingen uit de regelgeving voor de medisch specialistische zorg, mede naar aanleiding van de corona-uitbraak, blijvend versoepeld. Een zorgactiviteit mag worden geregistreerd als zorg op afstand wordt geleverd of op een andere locatie dan in het ziekenhuis. Er zijn enkele nieuwe zorgactiviteiten voor eerste consulten op afstand bijgekomen en bij een aantal zorgactiviteiten is face-to-face contact niet langer vereist. Daarbij moet wel worden voldaan aan alle voorwaarden.211 Zie ook hoofdstuk 2.3. |
Patiënt overleden/ontslagen vóór face-to-face contact met medisch specialist. Wanneer een gespecialiseerd verpleegkundige of verpleegkundig specialist van het team Palliatieve Zorg een opgenomen patiënt adviseert of begeleidt (icc/medebehandeling), dient een medisch specialist van het team Palliatieve Zorg face-to-face contact gehad te hebben met de patiënt om zorgproducten palliatieve zorg te kunnen declareren.212 |
Nieuwe zorgactiviteit per 1 januari 2018: consult door een lid van het team palliatieve zorg213 Als een gespecialiseerd verpleegkundige van het team Palliatieve Zorg een opgenomen patiënt adviseert of begeleidt, dient een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitoefent en onderdeel uitmaakt van het team Palliatieve Zorg contact gehad te hebben met de patiënt om zorgproducten palliatieve zorg te kunnen declareren. Dit contact kan ook als zorg op afstand plaatsvinden. |
7.2 Thuis
Knelpunten specialist |
Stand van zaken 2025 |
Inzet specialist Ouderengeneeskunde
|
Vergoeding specialist Ouderengeneeskunde in de thuissituatie per 1 januari 2020 via de Zvw De zorg door de specialist Ouderengeneeskunde in de thuissituatie voor patiënten zonder Wlz-indicatie wordt vanaf 2020 niet langer bekostigd via de tijdelijke subsidieregeling extramurale zorg, maar vanuit de Zvw (zie paragraaf 2.2.1). |
Knelpunten wijkverpleging 2017 |
Stand van zaken 2025 |
Hoort een patiënt in de Wlz of de Zvw? Als patiënten thuis willen sterven, kan het gebeuren dat de verzekeraar aanstuurt op een overgang naar bekostiging vanuit de Wlz als de zorgvraag oploopt.214 |
Bij PTZ-overgang niet mogelijk Als een patiënt nog geen Wlz-indicatie heeft, zal het CIZ deze niet meer afgeven als er sprake is van een terminale situatie.215 In de PTZ kan een patiënt niet overgaan van de Zvw naar de Wlz. Voor aanvang van de PTZ, kiest de patiënt zelf of hij een indicatieaanvraag voor de Wlz indient of niet.216 |
24-uurs zorg (Zvw) Zorgaanbieders geven aan dat zij soms nachtzorg willen inzetten, maar dat de zorgverzekeraar het daar niet altijd mee eens is. |
Intensieve zorg 24-uurs zorg wordt voortaan ‘intensieve zorg’ genoemd.217 Zorginstituut Nederland heeft in een nadere duiding aangegeven op welke manier deze zorg onder de verzekerde zorg valt.218 V&VN heeft in het ‘Begrippenkader indicatieproces’219 verheldert hoe de wijkverpleegkundige deze zorg kan indiceren. Zie verder paragraaf 2.1.2. |
Indicatiestelling VV 10 door CIZ (Wlz)
|
Per 1 januari 2018 afschaffing indicatiestelling VV 10 door CIZ (Wlz) Vanaf 1 januari 2018 kan voor patiënten die reeds een indicatie voor de Wlz hebben VV 10 worden gedeclareerd. Dit kan als de behandelend arts inschat dat de levensverwachting korter dan drie maanden is. Het volstaat dat deze levensverwachting is opgenomen in het dossier van de patiënt, voor toetsing bij de materiële controle.221 Een indicatie door het CIZ is hiervoor niet (meer) nodig. Zie voor verdere toelichting paragraaf 2.1.2.222 |
Tarief Eerstelijnsverblijf (Zvw) Eerstelijnsverblijf is een kort verblijf in een zorginstelling of een verpleeghuis. Het tarief is niet altijd toereikend voor de zorg in de instelling. |
De NZa heeft een kostenonderzoek uitgevoerd en per 1 januari 2025 zijn de tarieven voor het eerstelijnsverblijf palliatieve zorg in de laatste levensfase fors verhoogd. |
Knelpunten Geestelijke verzorging 2017 |
Stand van zaken 2025 |
Structurele bekostiging voor elke patiënt
|
Bekostiging via de subsidieregeling voor Netwerken Palliatieve Zorg De subsidieregeling voor Netwerken Palliatieve Zorg die zou komen te vervallen per 2022, is met vijf jaar verlengd..224 De inzet van geestelijk verzorgers in de eerstelijn op basis van deze regeling blijft daarmee in principe mogelijk tot 1 januari 2027, zie paragraaf 2.2.3.225 |
7.3 Wijkverpleging
Knelpunten wijkverpleging |
Stand van zaken 2025 |
Declaraties na overlijden Zorg die is verleend aan de patiënt voordat hij of zij overleed, mag na het overlijden worden geregistreerd en in rekening gebracht bij de zorgverzekeraar. Het komt voor dat declaraties voor zorg aan de patiënt die worden ingediend na het overlijden van de patiënt, door de verzekeraar worden geweigerd.226 |
Herinrichten proces Zorg die voor het overllijden is verleend aan de patiënt, mag na het overlijden worden geregistreerd en in rekening gebracht bij de zorgverzekeraar. Het kan in de praktijk voorkomen dat dit niet lukt door de inrichting van controlesystemen. In die gevallen dienen aanbieder en verzekeraar samen naar een (handmatige) oplossing te zoeken. De NZa vraagt verzekeraars om het proces anders in te richten, zodat declaraties na het moment van overlijden niet automatisch worden aangemerkt als onrechtmatig.227,228 |
7.4 Hospice
Knelpunten hospicezorg 2017 |
Stand van zaken 2025 |
Vergoeding (dag)bijdrage hospice Zorgverzekeraars vergoeden de eigen (dag)bijdrage op verschillende wijzen, en alleen als patiënten aanvullend verzekerd zijn. Sommigen gemeentes vergoeden ook deze eigen bijdrage. Dat verschilt echter per gemeente. Deze vorm van zorg is daarmee niet gelijk toegankelijk voor iedereen. Bij HCH mag vanaf 2025 geen eigen bijdrage meer in rekening worden gebracht, bij BTH wel. Het is mogelijk dat dit leidt tot een verschuiving van aanmeldingen van BTH naar HCH/PU. |
Maatschappelijke verantwoordelijkheid Hospices nemen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid waarmee de eigen bijdrage wordt kwijtgescholden als mensen deze niet kunnen betalen (en dat dit dan wordt betaald door particuliere donaties aan het hospice). |
7.5 Verpleeghuis
Knelpunten Verpleeghuis/PU 2017 |
Stand van zaken 2025 |
7.6 Patiënten
Knelpunten en vragen in 2019 |
Stand van zaken 2025 |
Nachtzorg door de wijkverpleegkundige Het is niet altijd duidelijk of wijkverpleging in de nacht wordt vergoed door de zorgverzekeraar. Sommige zorgverzekeraars hanteren nog het uitgangspunt van gemiddeld 12,6 uur zorginzet en verlangen een terminaliteitsverklaring. |
Als in de nacht zorg wordt geleverd, valt dit onder de reguliere wijkverpleging die wordt geïndiceerd door de wijkverpleegkundige. Die betrekt hierbij waar mogelijk het netwerk van de patiënt en ook vrijwilligers. Vanuit de Zvw is er geen maximum aan het aantal ingezette uren.229 In 2019 hebben betrokken partijen afgesproken dat een terminaliteitsverklaring niet meer nodig is, vooralsnog met uitzondering van aanvragen van een PGB voor zorg in de palliatief terminale fase23079Fparagraaf 2.1.2 |
Maaltijdondersteuning (Wmo/Zvw) Soms is het onduidelijk of maaltijdondersteuning via de Wmo of de Zvw wordt vergoed. |
Maaltijdondersteuning wordt vergoed vanuit de:
|
Personenalarmering (Wmo/Zvw) Soms is onduidelijk of personenalarmering via de Wmo of de Zvw wordt vergoed.
|
Personenalarmering wordt (soms) deels vanuit de aanvullende verzekering vergoed, als er sprake is van een medische indicatie. Is deze er niet, en is er sprake van een sociale indicatie, dan kan het in aanmerking komen voor vergoeding vanuit de Wmo.231 |
Vergoeding voor mantelzorg is onduidelijk Welke vergoedingen of voorzieningen er zijn voor mantelzorgers is onduidelijk.
|
De ondersteuning van mantelzorgers is geregeld in de Wmo en verschilt daarom per gemeente.232 Respijtzorg kan in sommige gevallen ook vanuit de Wlz worden ingevuld, als de patiënt een Wlz indicatie heeft. Er zijn zorgverzekeraars die vervangende mantelzorg vergoeden vanuit de aanvullende pakketten.233 |
Snelle levering van hulpmiddelen is lastig Een snelle levering van hulpmiddelen is in de praktijk lastig. |
Het is mogelijk om voor hulpmiddelen die vanuit de Wmo worden vergoed, een spoedaanvraag te doen bij de gemeente. De gemeente kan dan binnen drie dagen een definitieve of tussentijdse oplossing bieden.234 |
Eigen bijdrage bij overgang hospice Het is niet altijd duidelijk of een patiënt een hoge of een lage eigen bijdrage betaalt, als hij langer dan 4 maanden in een Wlz-instelling verblijft en daarna naar een hospice gaat. |
Een patiënt in een Wlz-instelling betaalt de eerste 4 maanden de lage, en daarna de hoge eigen bijdrage. De patiënt blijft de lage eigen bijdrage ook na vier maanden betalen als: de patiënt een thuiswonende partner heeft, in het levensonderhoud van thuiswonende of uit huis studerende kinderen voorziet of van een Wlz-instelling naar een niet WTZa-toegelaten hospice gaat.235 |
7.7 Palliatieve zorg voor kinderen
Knelpunten ziekenhuis |
Stand van zaken 2025 |
Inzet van Kinder Comfort Teams (KCT) en kinderartsen bij perinatale palliatieve zorg is niet declarabel De inzet van KCT’s en kinderartsen bij de begeleiding van ouderen waar hun kind nog niet geboren is maar waarvan wel bekend is dat het kind na geboorte snel zal sterven, is niet declarabel. De inzet van kindergeneeskunde is namelijk enkel mogelijk voor kinderen die nog leven. In het geval van perinatale begeleiding is de inzet van de KCT vergelijkbaar als bij een kind dat na geboorte palliatief is geworden. |
Omdat er sprake is van een nieuwe zorgvraag, heeft de NZa aangegeven dat er een apart traject geopend mag worden met diagnose 316.9950 en zorgvraag kind. Dit traject wordt bij de moeder vastgelegd. De foetus is (nog) geen juridisch persoon, daarom wordt in dit geval een zorgtraject bij de moeder geopend. Het is dus mogelijk om een eigen ZT11 te openen in het kader van palliatieve zorg. |
Inzet van de KCT’s is nog niet structureel geborgd Op dit moment worden de KCT gefinancierd vanuit interne middelen van de academische ziekenhuizen die beschikbaar zijn voor projecten, gecombineerd met gerichte fundraising. De beschikbare middelen verschillen per academisch ziekenhuis wat maakt dat niet alle KCT de zorg kunnen leveren die kind en gezin nodig hebben. |
|
Inzet professionals uit de eerstelijn bij opname van een kind in het ziekenhuis Als de eigen zorgverlener uit de eerstelijn ook wordt ingezet bij een opname in het ziekenhuis, loopt de financiering vaak niet door.
|
Het komen tot oplossingsrichtingen voor dit knelpunt is opgenomen als een van de actiepunten van het landelijke project ‘Wij zien je Wel’ waar het gaat om Wlz-pgb. |
Knelpunten thuis |
Stand van zaken 2025 |
Geestelijk verzorging in het KCT buiten het ziekenhuis Als de geestelijk verzorger vanuit het ziekenhuis betrokken is bij het KCT en wordt ingezet in een poliklinische setting of in de thuissituatie, staat daar geen structurele bekostiging tegenover. De zorgverlener kan wel aanspraak maken op de regeling Palliatief terminale zorg, maar omdat de regeling vaak als complex wordt ervaren en de vergoeding vaak niet kostendekkend is, gaan zorgverleners en ziekenhuizen hier verschillend mee om. In de praktijk zijn er verschillen in de mate waarin de geestelijk verzorger buiten het ziekenhuis wordt ingezet. |
Geestelijk verzorgers kunnen voor huisbezoeken gebruik maken van de regeling Geestelijke verzorging thuis. Dit geldt ook voor geestelijk verzorgers die zowel in 1e als ook 3e lijns medische kindzorg werkzaam zijn. |
Knelpunten respijtzorg (verpleegkundig kinderdagverblijf) Gemeenten vergoeden respijtzorg voor kinderen over het algemeen niet als zij vinden dat er een ‘medische’ grondslag is. Soms betreft het in die gevallen echter geen medische, maar een sociale grondslag. Respijtzorg op basis van die sociale grondslag wordt niet altijd geïndiceerd. Soms leidt dit tot een sociale opname-indicatie in het ziekenhuis om ouders te ontlasten. |
Stand van zaken 2025
Respijtzorg vanuit de Zvw is wel mogelijk en wordt veelal ook ingezet. Bij alle palliatieve kinderen is de medische grondslag voorliggend. |
Knelpunten overige kosten |
Stand van zaken 2025 |
- Logeervergoeding voor ouders Er is geen logeervergoeding voor ouders, als zij gedurende de opname van een kind in bijvoorbeeld een Ronald McDonald huis verblijven. - Aanvragen huishoudelijke hulp als de zorgvrager een kind is Huishoudelijke hulp vanuit de WMO kan in principe niet worden aangevraagd als de zorgvrager een kind is. Als oplossing hiervoor kan huishoudelijke hulp via de ouders worden aangevraagd, als zij mantelzorger zijn. In de praktijk wordt dit vaak niet toegekend.
- Inzet persoonlijke verzorging op diverse punten opgelost |
De eigen bijdrage van € 15 per nacht als ouder in een Ronald McDonald-huis wordt deels of zelfs geheel vergoed vanuit de aanvullende verzekering die veel ouders hebben afgesloten.
Soms ook wordt een deel van de persoonlijke verzorging vanuit de Zvw geïndiceerd en een deel vanuit de Jeugdwet. In de praktijk wordt dan gekeken of de persoon die de persoonlijke verzorging biedt, bekwaam kan worden gemaakt om de verpleegkundige handelingen uit te voeren. |
Medisch verpleegkundig handelen is niet altijd even scherp af te bakenen. |
Opgelost door handreiking Indicatieproces Kindzorg (HIK). |