Coördinatie en continuïteit (Thema 5 Keuzedeel mbo)
Onderwijsmateriaal

Coördinatie en continuïteit (Thema 5 Keuzedeel mbo)

  • Aanbieder O2PZ
  • Soort materiaal (powerpoint-)presentatie, (pré-post) toetsvragen, casuïstiek, lesmodule, lespakket, oefenmateriaal, video of animatie
  • Versie 2022
  • Opleiding mbo-verpleegkundige niveau 4, verzorgende (IG) niveau 3
  • CanMEDs rol communicator | communiceren, gezondheidsbevorderaar | maatschappelijk handelen, organisator | organisatie en leiderschap, professional en kwaliteitsbevorderaar | professionaliteit, reflectieve EBP professional | kennis en wetenschap, samenwerkingspartner | samenwerken, zorgverlener | medisch handelen
  • Kosten nee
Voor vragen, neem contact op met:
Laatst geactualiseerd: 16 augustus 2022


Het thema Coördinatie en continuïteit hoort bij het Keuzedeel Palliatieve zorg (K1006) l mbo en is hiervan het vijfde onderdeel.
Ga naar het overzicht met alle onderdelen

 

Inleiding thema Coördinatie en continuïteit

Coördinatie is het op elkaar afstemmen van de zorg of behandelingen verricht door een zorgverlener, door één bepaalde discipline of door verschillende betrokken disciplines en/of zorginstellingen. Zorg coördineren rondom een patiënt in de palliatieve fase heeft te maken met de samenwerking tussen de patiënt en zorgverlener, maar gaat ook over samenwerking met de naasten van de patiënt en met andere disciplines.

Continuïteit betekent voortgang zonder onderbreking. In de palliatieve zorg betekent dit zorg die naadloos overgaat van de ene zorgverlener naar de andere. Maar het gaat ook over continuïteit in informatie (patiëntendossier) en continuïteit in behandeling, waarbij een patiënt met een complexe aandoening erop mag rekenen dat zorgverleners in de eerste en tweede lijn hetzelfde behandeldoel nastreven. De logistieke continuïteit gaat over het proces van diagnose, behandeling en mogelijk nazorg.

De volgende onderwerpen komen aan bod:

  • De betekenis van coördinatie en continuïteit en hoe deze bijdraagt aan kwaliteit van palliatieve zorg  
  • Betekenis en verschil tussen mono-, multi- en interdisciplinaire samenwerking 
  • Benodigde competenties voor samenwerking 
  • Naastenzorg/mantelzorg en vrijwilligers
  • Centrale zorgverlener 

In dit thema vind je achtergrondinformatie, lesmateriaal en opdrachten voor de studenten over bovenstaande onderwerpen. Zo tref je opdrachten aan met behulp van een gesprekposter op basis van het Kwaliteitskader palliatieve zorg.

Leerdoelen

De leerdoelen en opdrachten zijn ingedeeld naar de niveaus starter, gevorderde en beroepsbekwaam. Met behulp van het instrument SOLO KD Zelfinschatting van competenties kan de student zelf nagaan op welk niveau hij of zij zich bevindt. 

De student:

  • Continueert de zorgverlening aan patiënten door middel van schriftelijke en mondelinge rapportage. (OWR)
  • Kan andere betrokken zorgprofessionals inschakelen met betrekking tot palliatieve zorg. (K1006)

De student is in staat om:

  • In eigen woorden uitleg te geven over het onderscheid tussen monodisciplinair, multidisciplinair en interdisciplinair samenwerken.
  • In eigen woorden uitleg te geven over de samenstelling van een interdisciplinair team.
  • Een omschrijving te geven van de definitie (of standaard) en de criteria voor interdisciplinaire palliatieve zorg uit het Kwaliteitskader palliatieve zorg omschrijven.
  • Andere professionals binnen het monodisciplinaire, multidisciplinaire en interdisciplinaire team te informeren over de zorgverlening. 

De student:

  • Stemt de zorgverlening en de taakverdeling af met andere professionals om de continuïteit van zorg te bewaken. (OWR)

​De student is in staat om:

  • In eigen woorden te definiëren wat de rol is van generalistische zorgverleners, specialistische zorgverleners, vrijwilligers, hoofdbehandelaar, centrale zorgverlener en wettelijk vertegenwoordiger binnen het interdisciplinaire team.
  • De eigen rol binnen het interdisciplinaire team te beargumenteren.
  • Bevindingen in de zorgverlening te rapporteren in de daarvoor geëigende rapportage-omgevingen.

De student:

  • Realiseert een warme en koude overdracht van een patiënt ten behoeve van de continuïteit van zorg. (OWR)
  • Geeft (in/na overleg met collega’s) advies en onderzoekt welke mogelijkheden er zijn rondom palliatieve zorg. (K1006)
  • Schakelt (pro)actief hulp in van de juiste personen/deskundigen. (K1006)
  • Kan (inter- en multidisciplinair) samenwerken in de keten en zorg afstemmen met collega's, mantelzorgers in de palliatieve (netwerk)zorg binnen haar eigen beroepsgrenzen. (K1006)

De student is in staat om:

  • Een discussie te voeren over het belang van interprofessioneel samenwerken in de palliatieve zorg.
  • Een patiënt over te dragen (rapporteren, bespreken, instrueren) aan andere zorgprofessionals in het kader van contiuniteit van zorg. 
  • Vanuit de eigen beroepsgrenzen samen te werken in de keten. 

Docentenhandreiking

Download de handreiking voor docenten

Opdrachten

Voorbereidende opdracht 1 (alle niveaus)
Voorbereidende opdracht 2 (alle niveaus)

Licentie

Creative commons: by-nc-sa

 

Voor vragen, neem contact op met:
Laatst geactualiseerd: 16 augustus 2022
Niet gevonden wat je zocht?
Mail de redactie
Mail de redactie met jouw evenement, nieuws of tool waar anderen baat bij kunnen hebben. Suggesties of klachten over informatie zijn ook zeer welkom. Met jouw inbreng kunnen we Palliaweb verbeteren.