Samenwerking tussen palliatieve zorg teams en oncologen
- Datum publicatie 22 oktober 2021
- Auteur Rolf Snijders
Introductie
De samenwerking tussen palliatieve zorg teams en oncologen kan soms leiden tot frustraties, vooral als patiënten niet op tijd worden doorverwezen, of als er te veel wordt gevraagd van deze teams. Een model om dergelijke situaties te verbeteren is het Collaborative Care Model (CCM). Dit model is alleen nog niet getest voor specialistische palliatieve zorg. In dit onderzoek wordt het aangepaste model in een Collaborative Oncology Palliative Care (CO-PAL) voor patiënten met kanker stadium IV beschreven.
Methodiek
Een pre-post interventie onderzoek om de effectiviteit van het CO-PAL model te onderzoeken in patiënten met stadium IV long-, borst- of urogenitale kanker na een acute ziekenhuisopname. Het CO-PAL model bestaat uit vier componenten:
- training in communicatievaardigheden oncologen
- systematisch volgen van patiënten
- beoordeling behoefte palliatieve zorg
- coördinatie van zorg
De uitkomstmaten zijn gesprekken over behandeldoelen, proactieve zorgplanning, symptoommanagement, gebruik van specialistisch palliatieve zorg en hospices, en ziekenhuiszorg. In totaal werden 256 patiënten met uitgezaaide kanker geïncludeerd (pre-interventie n = 114; post-interventie n = 142).
Resultaten
Het CO-PAL model leidt niet tot een algehele toename van het aantal gesprekken over behandeldoelen. Discussies met betrekking tot proactieve zorgplanning namen wel toe voor patiënten met stadium IV kanker (pre-interventie = 48%, post-interventie = 63%; P = 0.021). Ook werden er tijdens de interventie significant meer patiënten met stadium IV kanker verwezen naar hospices, in vergelijking met voor de start van het model (pre-interventie = 19%, post-interventie = 31%; P = 0.034).
Patiënten met een grote behoefte aan palliatieve zorg hebben vaker gesprekken over behandeldoelen dan patiënten met een lagere behoefte aan palliatieve zorg (60% versus 15%, P<0.001). Ook kregen patiënten met een grotere palliatieve zorg behoefte vaker specialistische palliatieve zorg (64% versus 22%, P<0.001) en een doorverwijzing naar een hospice (44% versus 16%, P<0.001) dan patiënten met een lage palliatieve zorg behoefte.
Conclusie/aanbevelingen
De pre-post CO-PAL interventie laat zien dat het CO-PAL model een pragmatische en efficiënte methode is om proactieve zorgplanning en hospiceverwijzingen in patiënten met stadium IV kanker te doen toenemen. Ook was het door de interventie mogelijk de palliatieve zorg-behoefte van patiënten te identificeren en hiermee de toegankelijkheid tot specialistisch palliatieve zorg voor patiënten met een sterke palliatieve zorg-behoefte te vergroten.
Relevantie voor praktijk (werkveld)
- Het CO-PAL model geeft inzicht in hoe twee verschillende specialismen kunnen samenwerken. De palliatieve zorg-behoefte van patiënten wordt beoordeeld en oncologische en palliatieve zorg gecoördineerd om in deze zorgbehoefte te kunnen voorzien.
- Het gebruik van het CO-PAL model kan het gebruik van proactieve zorgplanning doen toenemen.
- Het gebruik van het CO-PAL model leidt tot een toename in het aantal doorverwijzingen van patiënten met kanker stadium IV naar hospices.
Naar de publicatie
Hanson, L. C., et al (2021). Pre-Post Evaluation of Collaborative Oncology Palliative Care for Patients With Stage IV Cancer (niet openbaar). Journal of pain and symptom management, 62(3);e56–e64
Coördinatie en continuïteit
Op basis van wensen en doelen van patiënten in de palliatieve fase zijn in het Kwaliteitskader Palliatieve Zorg Nederland acht essenties geformuleerd. Door invulling te geven aan deze essenties wordt optimaal aandacht geschonken aan de belangrijkste waarden, wensen en behoeften van patiënten.
Dit onderzoek ligt in lijn met de essentie Coördinatie en continuïteit. Om te kunnen sterven op de plek van voorkeur met passende zorg, horen de betrokken zorgverleners en vrijwilligers rondom de patiënt de zorg goed te coördineren en de continuïteit te waarborgen.
Je vindt de acht essenties hier.