Praten of niet praten. Een onderzoek naar existentiële vragen
Publicatie

Praten of niet praten. Een onderzoek naar existentiële vragen

  • Datum publicatie 21 augustus 2024
  • Auteur Carl Bäckersten et al.
Laatst geactualiseerd: 20 augustus 2024

‘Wat heeft mijn leven nog voor zin? Wat heb ik met mijn leven gedaan?’ 

Vragen als deze worden existentiële vragen genoemd. Dergelijke vragen houden mensen vaak bezig als ze oud zijn, of geconfronteerd worden met een levensbedreigende ziekte. Binnen de palliatieve zorg wordt het als belangrijk gezien om dergelijke vragen en problemen te bespreken, om zo holistische zorg te kunnen geven. Maar wat zien de zorgvragers zelf als existentiële vragen, is het belangrijk om er over te kunnen praten en wat voor steun zou daarin geboden kunnen worden? Dit onderzoek probeert antwoord te geven op deze onderzoeksvragen. 

Methode

In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een kwalitatieve onderzoeksmethode om een dieper begrip te kunnen genereren van existentiële gedachten en vragen. De deelnemers aan dit onderzoek bestonden uit patiënten met een ongeneeslijke kanker-diagnose en ouderen woonachtig in een verpleeghuis in Zweden. Uiteindelijk hebben 15 personen deelgenomen aan de interviews. De interviews werden uitgevoerd door maatschappelijk werkers die niet betrokken waren bij de zorg voor de desbetreffende patiënten. 

Resultaten

Uit de interviews kwamen twee grote thema’s naar boven: 1. wat zijn existentiële vragen? en 2. praten over existentiële vragen. Existentiële vragen kunnen onderverdeeld worden in drie subcategorieën namelijk: 

  1. de ervaring/betekenis van het leven
  2. bestaan binnen een context
  3. spiritualiteit en religie  

Binnen de eerste subcategorie werden dingen benoemd als; ik wil aardig zijn, open communiceren en een positieve blik hebben op mezelf en anderen.  Het bestaan binnen een context gaat veelal over relaties. Relaties worden gezien als belangrijk voor een gevoel van ‘ertoe doen’. Helaas blijkt dat ernstig ziekzijn de inhoud van de diverse relaties niet ten goede komt. Soms ontbreekt de energie om relaties te onderhouden, maar ook is het zo dat mensen om de patiënt heen zich terugtrekken of meer gereserveerd worden binnen de relatie.  Religie wordt door de mensen gezien als leidraad voor het leven; personen die niet religieus waren gaven aan dat ze zelf de weg moesten vinden in het leven. 

Het praten over existentiële vragen wordt als wisselend belangrijk gezien. De personen die het belangrijk vinden om er over te praten gaven aan wel selectief te zijn in de keuze voor gesprekspartner. De meesten zochten dit in hun eigen netwerk, anderen praten liever met een zorgprofessional. Barrières voor het gesprek zijn onder ander leeftijd van de zorgprofessional, maar ook het gebrek aan lef van de zorgprofessional om bepaalde vragen te stellen. Personen die het gesprek over existentiële vragen niet belangrijk achten zoeken hun steun in andere activiteiten, zoals een concertbezoek of yoga.

Conclusie

Existentiële vragen worden geassocieerd met het leven zoals het is geweest, maar ook met de dood als een onderdeel van het leven. Personen zijn selectief met wie ze dergelijke vragen bespreken; de steun ligt vaker binnen het eigen netwerk. Andere activiteiten zoals een concert of yoga kunnen ook helpend zijn.  

Commentaar

Dit onderzoek laat zien dat existentiële vragen vaak vóórkomen aan het einde van het leven. Wat ik mij niet eerder realiseerde is het feit dat het niet altijd nodig is om te praten over existentiële vragen, maar dat ook het deelnemen aan activiteiten en andere mensen ontmoeten alleen al helpend kan zijn bij dergelijke vragen/problemen.  
Binnen de methodiek palliatief redeneren wordt aanbevolen om een beeld van een patiënt te vormen op de vier dimensies. De existentiële dimensie is er een van. Het is echter goed om ons als hulpverleners te realiseren dat het niet altijd eenvoudig is om daar snel een beeld van te krijgen; er dient eerst een vertrouwensrelatie te ontstaan tussen patiënt en zorgverlener. Daarbij is het denk ik ook heel goed om te beseffen dat patiënten dergelijke vragen eerder met een naaste zullen bespreken. Ik denk dat het uiteindelijk ook niet uitmaakt hoe en bij wie de patiënt steun vindt. Als zorgverleners binnen de (palliatieve) zorg moeten we ons in ieder geval bewust zijn van het feit dat existentiële vragen vaak voor kunnen komen, daar moeten we aandacht voor hebben en houden. 

Wilbert Ackema, Verpleegkundig Specialist AGZ, werkzaam in de ouderenzorg

Lees ook Lef en vertrouwen om te praten over wat ertoe doet over hetzelfde onderzoek.

Over deze publicatie

Carl Bäckersten et al. ‘To talk or not to talk about existential questions – An interview study with elderly persons and patients with fatal disease.’ American Journal of Hospice & Palliative Medicine 0(0) (2024)1-7 doi: 10.1177/10499091241276862

Deze bijdrage is onderdeel van e-pal - editie september 2024. Alle e-pal-artikelen staan hier.

Laatst geactualiseerd: 20 augustus 2024
Niet gevonden wat je zocht?
Mail de redactie
Mail de redactie met jouw evenement, nieuws of tool waar anderen baat bij kunnen hebben. Suggesties of klachten over informatie zijn ook zeer welkom. Met jouw inbreng kunnen we Palliaweb verbeteren.