Handboek PAL in de Stad: meer openheid over het leven, dood, verlies en rouw
- Datum publicatie 10 december 2025
- Auteur Rob Bruntink
Sinds een paar jaar brengt het Amsterdamse initiatief PAL in de Stad tal van individuen en organisaties bij elkaar die openheid over dood, verlies en rouw willen stimuleren. De ervaringen die met deze beweging zijn opgedaan, staan nu in het Handboek PAL in de Stad. Wie een soortgelijk initiatief in de eigen stad of regio wil opzetten, kan dit document als handvat gebruiken. Een gesprek met Danielle van Bennekom en projectleider Jacqueline Schweig van het Netwerk Palliatieve Zorg Amsterdam-Diemen.
Handboek PAL in de Stad
Het Handboek PAL in de Stad biedt een stappenplan voor het oprichten en in stand houden van een maatschappelijke beweging die openheid over dood, verlies en rouw wil stimuleren. De initiator van het Amsterdamse initiatief – het Netwerk Palliatieve Zorg Amsterdam-Diemen – onderscheidt drie fasen:
- Starten
- Bestendigen
- Doorontwikkelen
Het starten en bestendigen van de beweging krijgt de meeste aandacht in het Handboek. Logisch, want aan het doorontwikkelen is ‘Amsterdam’ zelf ook nog maar net begonnen.
Lees hier meer over, en download direct het handboek.
Utrecht is de eerste gemeente die het Amsterdamse initiatief óók gaat uitvoeren. Is ‘PAL in de Stad’ alleen voor grote steden weggelegd?
![]() |
|
| Danielle en Jacqueline |
Jacqueline: 'Nee, het kan echt overal. Ook in een dorp of een kleine stad, al dan niet met de omliggende regio. Je verzamelt initiatieven op de agenda van de website van PAL in de Stad en gaat op zoek naar mensen en organisaties die bijdragen aan het verkleinen van het taboe dat op ‘praten over dood, rouw en verlies’ ligt. Die mensen breng je bij elkaar. Door hen te verbinden, creëer je mogelijkheden voor nieuwe samenwerkingsvormen. Als ‘PAL in de Stad’ organiseer je niet per se een activiteit. Eerder faciliteer of stimuleer je dat.'
Danielle: 'Wij geven met PAL in de Stad een podium aan tal van initiatieven, die zich vooral op het snijvlak van kunst, cultuur en ontmoeting begeven. Het is misschien zelfs de kunst om niet te veel zélf te willen organiseren en sturen. Laat het maar organisch groeien. Anders kost het jezelf ook snel veel te veel tijd. Om een voorbeeld te geven… Deze week is er een avond over de dood in Pakhuis de Zwijger, in Amsterdam. Wij waren daarbij op de achtergrond als medeorganisator betrokken. Wij hebben bijvoorbeeld voor het programma van die avond een aantal mensen voorgedragen die zogeheten ‘PAL-dragers’ zijn. Vanuit ons platform kunnen we hen naar voren schuiven.'
Wat en wie zijn ‘PAL-dragers’?
Danielle: 'Dat is de naam die we hebben gegeven aan mensen die zich met hart en ziel inzetten voor het stimuleren van openheid over dood, verlies en rouw, en daarnaast meer bewustzijn creëren over wat belangrijk is in het leven, nu en later. Zij vinden elkaar bij PAL in de Stad in de gezamenlijke missie. In Amsterdam hebben we ongeveer twintig PAL-dragers; deze groep breidt zich steeds verder uit. Het is een diverse groep mensen. Van mensen uit de wereld van de storytelling en kunstenaars tot journalisten en levenseinde-doula’s. Zij vormen samen het gezicht van ‘PAL in de Stad’.'
Hoe vind je die PAL-dragers?
Jacqueline: 'We komen nieuwe PAL-dragers op het spoor door gewoon her en der bijeenkomsten te bezoeken die over de thema’s dood, verlies en rouw gaan. De ene keer in een bibliotheek, de andere keer in een theater of bij een avond van een ouderenbond. Je gaat met mensen in gesprek die een bijeenkomst hebben georganiseerd of er bijvoorbeeld een praatje hebben gehouden. Ook kun je online mensen op het spoor komen, en via die weg verbinding maken. Meestal gaat het om bevlogen zzp’ers. Je vertelt hen dat we al die bevlogen mensen willen bundelen, om samen een beweging te vormen. Zo bouw je je netwerk op.'
Welk voordeel heeft een initiatief als PAL in de Stad voor de palliatieve zorgbeweging?
Danielle: 'De thema’s dood, verlies en rouw, maar ook het nadenken over wat nu of in de toekomst belangrijk is in het leven, zijn onherroepelijk verbonden met palliatieve zorgverlening. Zolang dergelijke onderwerpen nog een taboe in de samenleving zijn, is het moeilijker om palliatieve zorg onder de aandacht te brengen en te bespreken. Wanneer het ongemak er wat meer vanaf is, kunnen ook de gesprekken die in het kader van palliatieve zorg gevoerd moeten worden – bijvoorbeeld tussen de patiënt en naasten, maar ook tussen zorgverleners en patiënten – makkelijker plaatsvinden.'
Jacqueline: 'We zien in Amsterdam hoe er vanuit zorgorganisaties verwezen wordt naar de agenda van PAL in de Stad. Daar staan naast de activiteiten van PAL-dragers ook andere activiteiten die in de regio plaatsvinden rondom het thema. Dat zij naar ons doorverwijzen vind ik een mooi compliment. Die verwijzingen geven ze overigens niet alleen aan patiënten en naasten, maar ook aan de professionals die er werken. We zien ook dat mensen die werken in de zorg en het sociale domein activiteiten van PAL in de Stad bezoeken. Deze ontwikkelingen laten zien dat PAL in de Stad voor iedereen relevantie heeft en niet alleen voor mensen die persoonlijk met palliatieve zorg te maken krijgen.'
Bestaan er ambities om van een lokale naar een landelijke beweging te gaan?
Jacqueline: 'Ja, die zijn inmiddels wel gegroeid. Het concept wordt gezien en spreekt aan. Utrecht en Gooi- en Vechtstreek zijn inmiddels gestart. We werken nu samen aan een landelijke website PAL in de Stad, waar de netwerken op aan kunnen sluiten en alle regionale agenda’s op één website komen te staan. Ik hoop dat we in Nederland over een jaar al zo’n vier à vijf lokale netwerken hebben die met PAL in de Stad zijn gestart. Zij kunnen elkaar dan onderling weer inspireren en daarmee kan de beweging zich nog verder ontwikkelen.'
