Afbakening verantwoordelijkheden bij hulpmiddelen thuis
Publicatie
Afbakening verantwoordelijkheden bij hulpmiddelen thuis
Voor vragen, neem contact op met:
Dianne Boxman
PZNL
Laatst geactualiseerd:
20 oktober 2025
Zorgverleners melden bij het landelijke Praktijkteam palliatieve zorg soms moeite te hebben om bepaalde hulpmiddelen snel en eenvoudig, zonder veel tijdsinvestering en administratieve lasten bij de patiënt thuis te krijgen.
Uit gesprekken met Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en zorgverzekeraars heeft het Praktijkteam geconstateerd dat een hulpmiddel op verschillende manieren verzekerde zorg kan zijn vanuit de Zorgverzekeringswet. Een hulpmiddel kan vallen onder de te verzekeren prestatie geneeskundige zorg (artikel 2.4 Bzv), de te verzekeren prestatie huisartsenzorg of de te verzekeren prestatie hulpmiddelenzorg (artikel 2.9 Bzv).
Een afbakening van verantwoordelijkheden rondom hulpmiddelen is nodig
Afhankelijk van de zorg waaronder een hulpmiddel valt, zijn verschillende partijen verantwoordelijk voor het beschikbaar hebben of stellen van dat hulpmiddel. Wanneer hulpmiddelen die onder medisch specialistische zorg vallen, zoals een maaghevel of ascitesdrain, niet bij de juiste verantwoordelijke partij worden aangevraagd, kan dit ertoe leiden dat de patiënt deze niet tijdig ontvangt. Het is daarom essentieel om goed inzicht te hebben in de afbakening: wanneer wordt een hulpmiddel vanuit welke verzekerde prestatie vergoed?
Stappenplan: samen werken we toe naar een werkbare situatie
Het Praktijkteam palliatieve zorg, ZN en Zilveren Kruis hebben samengewerkt aan het verduidelijken van de afbakening van verantwoordelijkheden rondom hulpmiddelen. Dit is geen nieuwe informatie, maar het is wel een eerste stap richting een oplossing: helder krijgen hoe de routes lopen volgens de wet- en regelgeving.
We boeken direct winst als alle betrokken partijen hiervan op de hoogte zijn. Samen werken we toe naar een werkbare situatie waarin hulpmiddelen tijdig beschikbaar zijn voor de patiënt.
Hulpmiddelen: vergoeding uit 3 zorgprestaties uitgelegd
In de Zorgverzekeringswet staat welke hulpmiddelen vergoed worden. Niet alles wordt vergoed. De patiënt moet het hulpmiddel wel echt nodig hebben voor zijn gezondheid. Sommige hulpmiddelen zijn 'algemeen gebruikelijk' en worden daarom niet vergoed uit de basisverzekering. Mag het vergoed worden? Dan kan het op verschillende manieren verzekerd zijn. Zo kan het vallen onder de prestatie hulpmiddelenzorg, medisch-specialistische zorg (MSZ) of huisartsenzorg.
Wat wordt er vergoed vanuit welke zorgprestatie?
Wanneer komt de vergoeding van een uitwendig gedragen hulpmiddel uit de prestatie hulpmiddelenzorg? Er gelden in ieder geval 3 voorwaarden:
er is een objectieve medisch noodzaak voor het hulpmiddel (zorgbehoefte); en
het hulpmiddel is geschikt om de beperkingen en belemmeringen van de klant in aanvaardbare mate te compenseren (adequaatheid); en
het hulpmiddel is niet onnodig duur (doelmatigheid).
Een hulpmiddel valt onder medisch specialistische zorg (via DBC) als het hulpmiddel:
tijdelijk is en de medisch specialistisch verantwoordelijk is. ‘Tijdelijk’ kan van enkele weken tot twee jaar zijn. De patiënt blijft onder controle van de arts.
en/of het permanent is, maar een medisch specialist vervangt het en/of
het permanent is en er is spoedeisende zorg of een achterwacht nodig is.
Deze zorg is van artsen en omvat hulpmiddelen die zij gebruiken. De kosten van het hulpmiddel zijn voor het ziekenhuis (DBC). Bekijk het stroomschema van Zorginstituut Nederland voor meer uitleg.
Onder verantwoordelijkheid van de medisch-specialist
Dit betekent dat niet alleen medisch-specialisten deze zorg kunnen geven. Poliklinische behandelingen en behandelingen thuis kunnen door een andere zorgverlener gegeven worden, waarbij de medisch-specialist verantwoordelijk blijft.
Achterwachtfunctie
Dit houdt in dat begeleiding van de behandeling door een medisch-specialist (of een andere zorgverlener onder verantwoordelijkheid van een medisch specialist) noodzakelijk is. Deze evalueert de voortgang van de behandeling en past deze aan als dat nodig is. Of stopt de behandeling als hier redenen voor zijn.
Er is 'achterwachtfunctie of spoedeisende zorg' als:
het hulpmiddel nodig is bij een ernstige aandoening
het gebruik van het hulpmiddel risico's met zich meebrengt
het hulpmiddel de medisch-specialist ondersteunt bij diagnose of behandeling (zoals aanpassing van dosering of medicijn).
Geneeskundige zorg thuis onder de verantwoordelijkheid van de huisarts valt onder huisartsenzorg. Dit is zorg van de huisarts of wijkverpleegkundige. Zij gebruiken materialen voor deze zorg. Dit zijn geneesmiddelen, verbanden of hulpmiddelen. In onder andere de Beleidsregel huisartsenzorg staat wat van huisartsen verwacht mag worden.
Hulpmiddelen die de huisarts of wijkverpleegkundige bij een medische behandeling thuis gebruikt, vallen onder huisartsenzorg. Dit geldt voor geneeskundige behandelingen zonder chronische indicatie. Voorbeelden zijn maaghevel, katheter bij urineretentie en ascitesdrainage. Als er een chronische indicatie is voor een katheter, dan valt dit onder hulpmiddelenzorg.
Samenwerkingsinitiatieven om de huisarts te faciliteren
Om de huisarts te faciliteren in het beheren van goede voorraad zijn er meerdere initiatieven waarin o.a. medisch speciaalzaken meedenken met de huisarts. Bekijk hiervoor bijvoorbeeld de pagina ‘Samenwerkingsinitiatieven’ van Zilveren Kruis.
Mail de redactie met jouw evenement, nieuws of tool waar anderen baat bij kunnen hebben.
Suggesties of klachten over informatie zijn ook zeer welkom. Met jouw inbreng kunnen we Palliaweb verbeteren.