Gesprek in verpleeghuis over levenseinde kan beter
Het gesprek in het verpleeghuis tussen artsen en (naasten van) cliënten over welke zorg cliënten op welke manier richting hun levenseinde willen krijgen, kan beter. Dat blijkt uit een onderzoek dat Patiëntenfederatie Nederland heeft gedaan onder vooral naasten van verpleeghuisbewoners. Uit het onderzoek naar deze ‘proactieve zorgplanning’ blijkt onder andere dat deze gesprekken vaker plaats kunnen vinden en dat in deze gesprekken nog niet alle relevante zaken altijd de revue passeren.
Patiëntenfederatie Nederland ziet daarom nog volop verbeterkansen voor het gesprek in het verpleeghuis over levenseinde: “Door op het moment dat cliënten het verpleeghuis binnenkomen met hen en hun naasten te bespreken welke zorg zij in welke situatie nog willen krijgen, wordt de zorg voor cliënten passender. Daarnaast voorkom je daarmee eventuele teleurstelling en discussie op momenten dat belangrijke beslissingen genomen moeten worden,” aldus Dianda Veldman, directeur-bestuur van Patiëntenfederatie Nederland. Om dit te bereiken kunnen verpleeghuizen onder andere meer initiatief te tonen om deze gesprekken te voeren.
Breder dan wel of niet reanimeren
Uit het onderzoek blijkt ook dat de inhoud van de gesprekken die gevoerd worden vaak te beperkt is. In deze gesprekken wordt vaak gesproken over wel of niet reanimeren (88%), maar andere onderwerpen blijven regelmatig onderbelicht. Denk bijvoorbeeld aan onderwerpen als wel of niet naar het ziekenhuis (55%), wel of niet opgenomen worden op de Intensive Care (41%) en wensen ten aanzien van overlijden (24%): “Tussen geen zorg krijgen en wel of niet reanimeren zitten nog heel veel vraagstukken die besproken kunnen en moeten worden. Die zouden in ieder gesprek standaard de revue moeten passeren,” aldus Veldman.
Voer het gesprek regelmatig opnieuw
Om de zorg in verpleeghuizen passender te maken voor cliënten en naasten, zou Patiëntenfederatie Nederland het goed vinden als deze gesprekken – zoals de richtlijnen ook schrijven – regelmatig opnieuw gevoerd worden. Dit omdat wensen en omstandigheden rondom het levenseinde kunnen veranderen. Ook blijkt dat de naleving van gemaakte afspraken nog beter kan. “Daarvoor moet de informatie uit die gesprekken altijd beschikbaar te zijn voor professionals op de werkvloer,” aldus Veldman.
Tot slot adviseert Patiëntenfederatie Nederland na overlijden van een cliënt altijd een nazorg gesprek te voeren met de nabestaanden, zoals ook omschreven staat in het Kwaliteitskader Palliatieve Zorg: “Mensen waarderen dit enorm en kunnen zo ook het overlijden van hun naaste beter afsluiten,” aldus Veldman.
Klik hier om het volledige onderzoek te lezen.