Dr. Yvette van der Linden benoemd tot hoogleraar Palliatieve Geneeskunde
Op 1 juni 2020 is Prof. Dr. Yvette van der Linden benoemd tot hoogleraar Palliatieve Geneeskunde. Yvette werkt sinds 2011 als radiotherapeut-oncoloog en hoofd Expertisecentrum Palliatieve Zorg in het LUMC. De leerstoel is ingesteld door IKNL en de Universiteit Leiden-LUMC.
Om meer te weten te komen over Yvette en deze leerstoel, stelden wij haar een aantal vragen:
Waarom is zo’n leerstoel Palliatieve Geneeskunde eigenlijk nodig?
Met een leerstoel laat je als universitaire instelling zien dat je een bepaalde volwassenheid hebt bereikt op het gebied van palliatieve zorg. De inbedding in de organisatie en bijvoorbeeld onderwijs wordt daarmee makkelijker. En dat is heel belangrijk. Men ziet het vaak als een specialistisch vak, terwijl elke medewerker in de zorg te maken krijgen met palliatieve zorg. Zorgverleners zijn meestal erg gericht op curatie, maar wanneer iemand niet meer beter wordt, dan ontbreekt het aan kennis en ervaring om deze patiënten gericht te helpen. Terwijl je juist in de laatste fase heel veel kan bijdragen. Door de kennis bij zorgmedewerkers te vergroten kunnen zij patiënten in hun laatste levensfase en hun naasten beter begeleiden. Maar de kennis van hoe om te gaan met patiënten in een palliatieve fase kan ook toegepast worden wanneer het nog wel om curatie gaat. Het gaat over de manier van communiceren tussen zorgverlener en patiënt. Je loopt als het ware samen met de patiënt door het ziektetraject, waarbij je steeds een stapje voor de patiënt loopt. Zodat je informatie proactief is en je samen scenario’s kunt bespreken. Wat als blijkt dat deze behandeling niet werkt? Welke keuzes wil de patiënt dan maken? Door daar vroegtijdig over na te denken en dat samen te bespreken ben je voorbereid en dat maakt de kwaliteit van leven in de laatste levensfase van de patiënt echt beter.
Ik ga me vanuit ons Expertisecentrum Palliatieve Zorg met deze leerstoel vooral richten op onderzoek gericht op innovaties in symptoombestrijding en kwaliteit van leven, vroegtijdige integratie van palliatieve zorg binnen behandeltrajecten, transmurale zorgverbetering en patiënt- en naaste-empowerment. In de samenwerking met IKNL ligt de focus op onderzoek door zorgregistratie.
Hoe ben je zelf terecht gekomen in dit vakgebied?
Tijdens mijn opleiding radiotherapie in het LUMC startte ik met onderzoek naar radiotherapie bij palliatieve indicaties bij botmetastasen. We hebben toen 1200 patiënten gevolgd en bevraagd naar pijn en kwaliteit van leven. Een van de conclusies was dat een palliatieve behandeling met radiotherapie zeer effectief kan zijn in het verminderen van pijn. Door zoveel mensen te volgen en vragenlijsten voor te leggen hebben we heel veel waardevolle informatie gekregen over hoe het beloop is van de kwaliteit van leven in de laatste levensfase. Er wordt te weinig onderzoek gedaan binnen deze groep patiënten, omdat men bang is hen teveel te belasten in de soms korte periode die ze nog hebben. Maar wanneer je in gesprek gaat met deze patiënten, dan blijkt dat ze meestal graag willen helpen.
Sindsdien heb ik mij toegelegd op het verbeteren van de zorg voor patiënten in de palliatieve levensfase en hun naasten. In 2003 ben ik, als net afgestudeerde radiotherapeut-oncoloog, bij het Radiotherapeutisch Instituut Friesland (RIF) gaan werken. Vandaaruit was ik verbonden aan het Palliatief Advies Team van het Medisch Centrum Leeuwarden, dat naast het RIF zit. In 2008 heb ik ook de cursus palliatieve zorg voor medisch-specialisten gevolgd. In 2011 ben ik teruggegaan naar het LUMC en stond daar aan de wieg van het PAT (Palliatief Advies Team) en later het Expertisecentrum Palliatieve Zorg. Ik ben dus weer terug waar ik ooit begonnen ben. Inmiddels hebben we als EPZ verschillende onderwijsmodules op het gebied van palliatieve zorg ontwikkeld, voor artsen en ook voor verpleegkundigen.
Foto door: Vincent Boon
Wat hoop je over een jaar bereikt te hebben met deze leerstoel?
Ik heb onder meer als doel om volgend jaar palliatieve zorg meer ingebed te hebben in het onderwijs voor geneeskunde studenten. We hebben nu wel een module voor arts assistenten, maar het is nodig dat alle zorgverleners nog eerder met palliatieve geneeskunde in aanraking komen. Voor veel studenten is palliatieve zorg echt een ver-van-hun-bed-show. Maar wanneer je met ze in gesprek gaat, komen er vaak toch hele persoonlijke ervaringen. Bijvoorbeeld over een opa of oma. Een van de middelen die we gebruiken om in gesprek te raken over palliatieve zorg is het spel ‘Triviant Palliatieve Zorg’. Het is bedacht door oud-collega huisarts / kaderarts palliatieve zorg Bernardina Wanrooij en het brengt collega-zorgverleners op een laagdrempelige en speelse manier met elkaar in contact. Het spel leert je vooral wat je nog niet weet op het gebied van palliatieve zorg en geeft de mogelijkheid om kennis met elkaar te delen. We hebben hiermee ook de IMPACT prijs van het UMC Amsterdam gewonnen. Verder is het belangrijk dat PZNL zich verder profileert als place to be op het gebied van palliatieve zorg. Vanuit de samenwerkende EPZ en stichting PALZON werken we allemaal samen op dit zo belangrijke onderwerp. Als hoogleraar draag ik daar graag aan bij.
Wanneer kunnen we je tegenkomen bij IKNL?
Voor corona was ik regelmatig te vinden op het kantoor van IKNL in Utrecht. Eens per drie maanden hebben we daar ‘palliatieve vrijdag’ en ook bespreken we met collega’s vanuit allerlei samenwerkingsverbanden bij IKNL onze gezamenlijke projecten op het gebied van palliatieve zorg.
Als het gaat om link leggen met zorgpraktijk (ziekenhuis, verpleeghuis en thuis) denk ik graag mee in projecten. Vanuit ons consortium Propallia werken we heel nauw samen met alle collega’s, we zijn overal, kunnen dus makkelijk verbanden leggen.
Bron: PZNL