Verschillen in reisbelasting tussen patiënten met een zelfgerapporteerde curatieve of palliatieve behandeling voor kanker: resultaten van een Nederlandse flashmobstudie
- Datum publicatie 23 juni 2025
- Auteur Versluis, M.A.J., de Boer, E.C.S., van de Poll-Franse, L.V. et al.
Inleiding
Voor veel kankerpatiënten is reizen naar het ziekenhuis een noodzakelijk maar belastend onderdeel van hun behandelingstraject. De mate waarin deze reisbelasting wordt ervaren, kan variëren afhankelijk van het doel van de behandeling. Patiënten die een curatieve behandeling ondergaan, hebben mogelijk een andere beleving of motivatie dan patiënten die palliatief worden behandeld. Om meer inzicht te krijgen in deze verschillen, hebben we een studie uitgevoerd naar de ervaren reisbelasting van patiënten die een zelfgerapporteerde curatieve of palliatieve behandeling ontvangen voor hun kanker.
Methodiek
In maart 2023 werd een tweedaagse flashmobstudie uitgevoerd onder patiënten op de afdelingen medische oncologie van 65 Nederlandse ziekenhuizen. De ziektefase (curatief of palliatief behandeld) werd door patiënten zelf gerapporteerd. Patiënten vulden een vragenlijst in over de ervaren reisbelasting (reistijd, reisproblemen en bereidheid om te reizen). Beschrijvende analyses werden gebruikt om de reisbelasting inzichtelijk te maken. Regressieanalyse werd toegepast om de factoren te onderzoeken die hiermee samenhangen.
Resultaten
In totaal namen 991 patiënten die curatief en 1959 die palliatief behandeld werden voor kanker deel aan deze studie. Patiënten die curatief behandeld werden gaven vaker aan dagelijks of wekelijks het ziekenhuis te bezoeken (63% vs. 22%, p < 0,001) en hadden iets vaker een reistijd van minder dan 30 minuten (78% vs. 73%, p = 0,005). Bijna een derde van de patiënten die zowel een curatieve (28%) als een palliatieve behandeling ontvingen (29%) ervoer reisproblemen, waarbij het gevoel een last te zijn voor anderen het meest genoemde reisprobleem was (Figuur 1). Patiënten met een slechtere lichamelijke conditie en langere reistijd hadden een grotere kans op het ervaren van reisproblemen. De ziektefase hing niet samen met het ervaren van reisproblemen of de bereidheid om te reizen voor oncologische zorg. De bereidheid om te reizen bleek wel samen te hangen met opleidingsniveau, lichamelijke conditie en het type tumor.
Conclusie
Er was geen verschil in het ervaren van reisproblemen of de bereidheid om te reizen voor oncologische zorg tussen patiënten die een zelfgerapporteerde curatieve of palliatieve behandeling voor kanker ontvingen. Ongeveer een derde van alle kankerpatiënten ervoer (soms) problemen met reizen voor zorg, waarbij het gevoel een last te zijn voor anderen het vaakst werd genoemd. Onafhankelijk van de ziektefase kwamen reisproblemen vaker voor bij patiënten met een langere reistijd en een slechtere lichamelijke conditie, en hing de bereidheid om te reizen samen met opleidingsniveau, lichamelijke conditie en het type tumor. Artsen zouden zich bewust moeten zijn van mogelijke reisproblemen en streven naar goed afgestemde, gepersonaliseerde zorg dicht bij huis. Daarnaast kunnen zij patiënten ondersteunen bij het aanvragen van reis- en verblijfvergoedingen.
Relevantie voor praktijk
- Artsen moeten zich bewust zijn van het feit dat, ongeacht de ziektefase, ongeveer een derde van de kankerpatiënten (soms) reisproblemen ervaart. Het is belangrijk dat zij deze problemen bespreekbaar maken en meenemen in de gezamenlijke besluitvorming.
- Artsen moeten patiënten informeren over de financiële vergoedingen die beschikbaar zijn voor reiskosten of verblijf bij oncologische zorg, aangezien veel patiënten zich hiervan niet bewust zijn. Ze kunnen patiënten ondersteunen bij de aanvraag of hen doorverwijzen naar een maatschappelijk werker voor begeleiding.
- Artsen zouden zich bewust moeten zijn van de verschillen in de bereidheid van patiënten om te reizen en proberen de reistijd te minimaliseren door goed gecoördineerde en gepersonaliseerde zorg te bieden. Bijvoorbeeld door zoveel mogelijk afspraken op dezelfde dag in te plannen of fysieke afspraken te vervangen door e-consulten of telefoongesprekken.
Referentie
Versluis, M.A.J., de Boer, E.C.S., van de Poll-Franse, L.V. et al. Differences in travel burden between patients with self-reported curable and incurable cancer: results from a Dutch flash mob study. Support Care Cancer 33, 610 (2025). https://doi.org/10.1007/s00520-025-09675-4
Meer informatie
Lees hier het volledige artikel.
Lees hier de hoofdpaper over de flashmob studie.
Lees hier het gepubliceerde nieuwsbericht over de flashmob studie.