Medicatie van geen of twijfelachtige klinische waarde

Medicatie van geen of twijfelachtige klinische waarde

* = patiiënten met behoefte aan palliatieve zorg

Belang indicator. Sommige medicatie die voor mensen met een goede levensverwachting klinisch relevant is, kan aan het eind van het leven niet meer passend zijn of twijfelachtige klinische waarde hebben. In zulke gevallen kan het risico op schadelijke effecten groter zijn dan het verwachte voordeel1. Deze medicatie kan leiden tot bijwerkingen, een lagere kwaliteit van leven van de patiënt en meer ziekenhuisopnames. Het is daarom belangrijk dat deze medicatie heroverwogen wordt in de laatste levensfase van de patiënt. Het effect van de ingestelde behandeling op het welbevinden van de patiënt dient regelmatig geëvalueerd en zo nodig herzien te worden. 

Voorlichting aan de patiënt is hierbij van belang, evenals de context waarin het staken van mogelijk niet-passende medicatie wordt afgewogen. Het is belangrijk dat de zorgverlener de patiënt informeert over fabels, feiten en barrières omtrent het gebruik van medicatie2.

​Hoe gemeten. De data is afkomstig uit de NIVEL factsheet Voorschrijven van medicatie door de huisarts in 20211. Hierin is gekeken naar het percentage patiënten die in de laatste drie levensmaanden een herhaalrecept van mogelijk niet-passende medicatie of medicatie van twijfelachtige klinische waarde ontving**. Dit is onderzocht bij een steekproef van ongeveer 7.000 mensen die tot hun overlijden ingeschreven waren bij een huisartsenpraktijk. Ter vergelijking is de data van 2017 toegevoegd. 

Cijfers

Herhaalrecepten in de laatste drie levensmaanden

** = Bij het onderscheiden van medicatie die niet passend is of van twijfelachtige klinische waarde, is gebruik gemaakt van medicatielijsten vanuit de publicaties van Morin et al. 2018 en 20193,4. Deze medicatielijsten waren oorspronkelijk geformuleerd voor mensen van 75 jaar of ouder met een levensverwachting van ≤3 maanden, maar kunnen ook gebruikt worden voor mensen van 65 jaar of ouder5.


Context

 

 

Aan de slag!


 

 


1. Man, Y. de, Oosterveld, M., Heins, M., Velden, A. van der, Fransen, H., Teunissen, S., Reyners, A., Middelburg-Hebly, M., Cramer-van der Welle, C., Onwuteaka-Philipsen, B., & Francke, A. (2024). Voorschrijven van medicatie door de huisarts in 2021. Palliatieve zorg in Nederland: feiten en cijfers. Utrecht: Nivel.
2. IKNL/Palliactief. (2017). Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland. Palliaweb
3. Morin, L., Laroche, M. L., Vetrano, D. L., Fastbom, J., & Johnell, K. (2018). Adequate, questionable, and inadequate drug prescribing for older adults at the end of life: A European expert consensus. European Journal of Clinical Pharmacology, 74(11), 1333-1342.
4. Morin, L., Wastesson, J. W., Laroche, M. L., Fastbom, J., & Johnell, K. (2019). How many older adults receive drugs of questionable clinical benefit near the end of life? A cohort study. Palliative Medicine, 33(9), 1080-1090.
5. Alwidyan, T., McCorry, N. K., Black, C., Coulter, R., Forbes, J., & Parsons, C. (2024). Prescribing and deprescribing in older people with life-limiting illnesses receiving hospice care at the end of life: A longitudinal, retrospective cohort study. Palliative Medicine, 38(1), 121-130.
6. Geijteman, E. C., Tempelman, M. M., Dees, M. K., Huisman, B. A., Perez, R. S., van Zuylen, L., & van der Heide, A. (2017). Overbodige medicatie stoppen vlak voor overlijden. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 160, D1084.

Laatst geactualiseerd: 3 september 2024
Mail de redactie
Mail de redactie met jouw evenement, nieuws of tool waar anderen baat bij kunnen hebben. Suggesties of klachten over informatie zijn ook zeer welkom. Met jouw inbreng kunnen we Palliaweb verbeteren.