Bij 6.000 mensen die thuis overlijden is vrijwilligershulp gewenst
Meer dan een half miljoen mensen in Nederland verleende in de afgelopen vijf jaar mantelzorg aan een terminale zieke thuis. Van deze mantelzorgers is 7 op de 10 overbelast. Bij ongeveer 6.000 mensen die jaarlijks thuis overlijden, is hulp gewenst van een vrijwilliger.
Dat blijkt uit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut voor de vereniging Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Nederland (VPTZ Nederland).
Van de ondersteunde cliënten brengt 67% hun laatste levensfase door in het hospice; 30% thuis en 3% elders. Veel mensen zijn al bekend met hospices. Voor mensen die thuis willen sterven en hun mantelzorgers, is de VPTZ-vrijwilliger nog minder in beeld, terwijl er wel behoefte aan is, blijkt uit het onderzoek.
7 op de 10 mantelzorgers zijn overbelast
Veel mantelzorgers (7 op de 10) die zorgen voor iemand in de laatste levensfase thuis, ervaren overbelasting. Dit is een grotere groep dan bij mantelzorgers in het algemeen. In het algemeen ervaart 1 op de 7 mantelzorgers de zorg als zwaar of als overbelasting. Mantelzorgers zijn druk met het persoonlijk uitvoeren van zorgtaken en het dagelijks regelen en coördineren van zorg.
Bijna 70% van de mantelzorgers denkt dat anderen kunnen helpen in de zorg en het dagelijks leven van iemand in de laatste levensfase: 38% denkt daarbij aan ondersteuning van een vrijwilliger. Vooral kinderen van mensen in de laatste levensfase hebben behoefte aan een vrijwilliger. Bij mantelzorgers die zorgen voor een partner is dit iets minder aan de orde.
Mantelzorgers vinden het ook vaak moeilijk om te zeggen dat ze behoefte hebben aan extra ondersteuning. Zeker als de mantelzorg voor naaste familie is, die het liefst dierbaren om zich heen heeft. Uit het onderzoek blijkt dat het gesprek over extra hulp meestal bij de huisarts of de verpleegkundige begint.
Bekijk ook de publiekssamenvatting van het onderzoek.