Interview Bart en Mariska Beckers – Dying to live
'Dit is de meest relevante documentaire die ik ooit heb gemaakt'
Donderdag 16 maart wordt de veelbesproken documentaire Dying to live uitgezonden. In de film is een hoofdrol weggelegd voor huisarts en longkankerpatiënt Mirjam Willemsen. De documentaire zoomt in op het laatste deel van de palliatieve zorg: het deel waarin, zowel in gesprekken als in uitvoering, uitvoerig aandacht is voor levenseindebeslissingen als euthanasie en palliatieve sedatie.
De Vlaamse documentairemakers Bart en Mariska Beckers – vader en dochter – volgden haar ruim twee jaar. Gingen mee als Mirjam op huisbezoek ging bij haar patiënten in de palliatieve fase, maar gingen ook mee als Mirjam naar het ziekenhuis moest voor een scan om te laten onderzoeken of haar tumoren al dan niet waren gegroeid. 'Dit is de meest relevante documentaire die ik ooit gemaakt heb', zegt Bart. 'Er wordt in Vlaanderen en Nederland veel gediscussieerd over euthanasie. Ook rondom palliatieve sedatie is veel te doen. Wat me telkens opvalt, is hoe vaak er behoorlijk ongenuanceerd over beide onderwerpen wordt gesproken of geschreven. Men heeft overwegend geen flauw idee hoe het in de praktijk eruit ziet. Daarom kan ik zeggen dat iedereen iets aan deze film heeft. Hoeveel of hoe weinig je er ook mee te maken hebt gehad, je kunt nu zien hoe zo’n beslissing tot stand komt. In welke situaties mensen zich bevinden. En ook: hoe het voor de arts is om zo’n behandeling uit te voeren.'
Missie
Kijkers zien bijvoorbeeld hoe een patiënt euthanasie krijgt. Ook is de start van een palliatieve sedatie te zien. In alle situaties is er aandacht voor het afscheid nemen en het uitwisselen van laatste woorden met naasten. Ook zitten familieleden en vrienden om het bed, ter steun voor de zieke man of vrouw. De duidelijkheid die de documentaire geeft past bij de missie die de documentairemakers delen met Mirjam: laten zien hoe levenseindezorg eruit ziet, en laten zien hoe het beter kan. Dat ‘beter’ zit ‘m bijvoorbeeld in de openheid waarmee Mirjam met haar patiënten over de naderende dood spreekt: eerlijk, en zonder om de hete brij heen te draaien, zodat er de kans is om op een goede wijze afscheid te nemen. Gedrieën hopen zij dan ook dat de film in de nabije toekomst in het onderwijs wordt ingezet, bijvoorbeeld om studenten geneeskunde en verpleegkunde te laten discussiëren over de situaties die Mirjam meemaakt.
Tussen de ervaringen door die Mirjam met haar patiënten opdoet, zitten de ervaringen van Mirjam als patiënt: de documentairemakers gingen mee naar het ziekenhuis als zij een scan krijgt, maar ook als zij de uitslag krijgt. Ook tonen ze haar thuis, in haar contact met haar man en (jonge) kinderen. Daarnaast waren de documentairemakers aanwezig bij de gesprekken die Mirjam voerde met haar coach. 'Ik denk dat ik die gesprekken het meest pakkend vind', zegt Bart. 'Ze maakt zich bijvoorbeeld erg veel zorgen over de gevolgen van haar ziekte voor haar kinderen. Dat zie je in die gesprekken erg goed terug. Ook twijfelt ze soms hardop aan het nut van ‘medicatie blijven slikken’ tegen haar ziekte. Ze wordt soms gek van die onzekerheid: hoelang blijven die pillen het goede effect houden?'
Terugreis
De filmopnames vonden allemaal plaats in Zuid-Limburg, in Heerlen (waar Mirjam huisarts is) en Maastricht (waar ze woont). Na een dagje filmen reden vader en dochter gezamenlijk terug naar huis. 'Die terugreis duurt ongeveer een uur', zegt Mariska. 'Er zijn dagen geweest waarop we op die terugreis de hele tijd zwijgend naast elkaar hebben gezeten. Zozeer waren we onder de indruk van wat we die dag meegemaakt hadden. Daar staat ook tegenover dat er terugritjes waren waarbij we erg uitgelaten waren. Je ziet het slechts sporadisch in de documentaire, maar Mirjam heeft veel gevoel voor humor en dat manifesteerde zich geregeld. Dat haalden we dan weer op als we onderweg naar huis waren.'
Bart steekt niet onder stoelen of banken dat hij een enorme bewondering voor Mirjam heeft gekregen. 'Ik voel me echt bevoorrecht dat we haar hebben mogen leren kennen. Mocht ik zelf ooit ernstig ziek worden en de dood onder ogen moeten zien, dan hoop ik dat ik een arts als Mirjam naast me heb. Het is een arts waar je op kunt bouwen. Dat zagen we overigens ook bij de patiënten en de naasten die in de film voorkomen: ze hebben allemaal een enorm goede en hechte band met haar, en vertrouwen 100% op haar kennis.'
Nederig
Het maken van de film heeft de documentairemakers niet onberoerd gelaten. Mariska: 'Door het maken van de film besefte ik me hoe goed ik het eigenlijk heb. Ik heb door het maken van de documentaire van nabij gezien hoezeer een leven compleet overspoeld kan raken door een ernstige ziekte. Dat maakte me nederig. Het helpt me soms ook mijn eigen problemen te relativeren.' Ook op Bart had de productie een dergelijk effect: 'Het maken van de film heeft ons veel tijd en energie gekost. Corona maakte de financiering erg lastig, en door de coronamaatregelen werd het filmen soms nagenoeg onmogelijk. Dan denk je wel eens aan stoppen. Maar dan zag ik hoezeer een patiënt voor zijn leven knokte, en dan dacht ik: ‘Wat hij nu meemaakt is vijftig keer erger dan mijn financiële sores’, dus hoezo zou ik ermee stoppen?'
De film kreeg bewust een Engelstalige titel, geeft Bart aan. 'Enerzijds omdat we de documentaire ook onder de aandacht willen brengen van omroepen in het buitenland, anderzijds omdat we geen goede Nederlandse titel konden bedenken waarin de dubbele betekenis van ‘dying to live’ zo duidelijk tot uitdrukking kwam.'
De documentaire werd in november uitgezonden op Canvas, een Belgische tv-zender. Dat leverde al een stroom reacties van kijkers op. 'Zonder uitzondering was men geraakt', vat Mariska die reacties samen. 'Mensen noemden de documentaire emotioneel of ontroerend, maar ook leerzaam. Ik ben benieuwd of dat in Nederland anders gaat zijn.'
KRO-NCRV zendt Dying to live uit op donderdag 16 maart, vanaf 22.18 uur, op NPO2. Voor meer informatie over de documentaire, klik op deze link: https://kro-ncrv.nl/persberichten/regie-over-laatste-levensfase-in-kro-ncrv-2doc-dying-to-live