-
Pijn bij patiënten met kanker
- Inleiding
- Diagnostiek
- Integrale benadering
-
Beleid en behandeling
- Causale behandeling
- Niet-medicamenteuze behandeling
-
Medicamenteuze behandeling
-
Algemene aanbevelingen
-
Paracetamol
-
NSAIDs
-
Zwakwerkende opioiden
-
Sterkwerkende opioiden bij nociceptieve pijn
-
Doorbraakpijn
-
Toediening van opioiden, dosering en dosistitratie
-
Lokale toediening van opioïden
- Behandeling bijwerkingen opioïden
-
Opioïdgeïnduceerde hyperalgesie
-
Adjuvante analgetica
-
Geneesmiddeleninteracties met opioïden
-
Algemene aanbevelingen
- Invasieve behandeling
- Speciale patiëntengroepen
-
Beslisboom
-
Referenties
-
Bijlagen
Jeuk
Bij patiënten met kanker met jeuk door gebruik van opioïden:
- Behandel jeuk ten gevolge van spinaal toegediende opioïden met ondansetron (1B).
- Behandel jeuk ten gevolge van oraal toegediende opioïden met ondansetron of paroxetine (2D).
Inleiding
Jeuk treedt op bij 1% van de patiënten die behandeld worden met opioïden p.o (zie ook Richtlijn Jeuk). Bij spinale toediening is de incidentie 8-46%. De pathofysiologie is niet goed bekend. Mogelijk speelt activatie van centrale opioïdreceptoren en histaminerelease een rol.
Deze module is niet herzien in de NVA-richtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van pijn bij patiënten met kanker’ van 2015. Het literatuuronderzoek en de overwegingen worden gescheiden beschreven.
In 2008 kwam de werkgroep tot de volgende aanbeveling:
- Bij de behandeling van patiënten met jeuk ten gevolge van opioïden is ondansetron het middel van voorkeur.
Literatuur
2008
De prevalentie van jeuk als gevolg van opioïden ligt tussen 13 en 15% [Kalso 2004, Moore 2005]. Jeuk treedt vooral op bij spinale (epidurale of intrathecale) toediening. Bij jeuk als gevolg van perioperatief spinaal toegediende opioïden werd een significante vermindering van jeuk gevonden bij ondansetron [Acalovschi 1994, Borgeat 1999, Charulxananan 2000, Dimitriou 1999, Kyriakides 1999], naloxon en methylnaltrexon [Fjellner 1984, Kjellberg 2001]. Opioïdrotatie van morfine naar fentanyl leverde in twee onderzoeken tegenstrijdige uitkomsten op [Hermens 1985, Warner 1991]. In één casusrapport was rotatie van morfine naar hydromorfon effectief [Katcher 1999]. Over verandering van toedieningsweg bestaan geen data.
2019
Geen gerandomiseerde studies gevonden.
2008
- Het is aangetoond dat bij postoperatieve patiënten met jeuk ten gevolge van spinaal toegediende opioïden ondansetron leidt tot vermindering van de jeuk.
[Acalovschi 1994, Borgeat 1999, Charuluxananan 2000, Dimitriou 1999, Gurkan 2002, Kyriakides 1999] - Het is aangetoond dat naloxon vermindering van de jeuk geeft bij postoperatieve patiënten met jeuk ten gevolge van opioïden.
[Fjellner 1984, Kjellberg 2001]
2019
- Op basis van de literatuur tussen 2008 en 2019 kan geen uitspraak worden gedaan over de behandeling van jeuk als bijwerking van opioïden.
2008
Hoewel het effect van ondansetron hoofdzakelijk is aangetoond bij jeuk ten gevolge van postoperatieve spinale toediening van morfine, lijkt het redelijk om ondansetron ook te geven bij jeuk in andere situaties waarin morfine spinaal wordt toegediend, of bij jeuk bij orale toediening van morfine of andere opioïden. Naloxon heeft niet de voorkeur vanwege de centrale werking en kans op antagonering van het analgetisch effect ofwel het optreden van ontwenningsverschijnselen.
2019
Eerste keus behandeling van jeuk bij spinale toediening is een serotonineantagonist (ondansetron 2 dd 8 mg) (zie Richtlijn Jeuk). Bij jeuk na orale toediening kan ook paroxetine of opioïdrotatie worden overwogen.