Download hele richtlijn

Ademdepressie

 

Bij patiënten met kanker met ademdepressie door gebruik van opioïden:

  • Geef naloxon i.v. bij een ademdepressie (1D).

Inleiding

Ademdepressie treedt bij de behandeling van pijn met opioïden uiterst zelden op, zowel bij patiënten met kanker als bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen [Verberkt 2017], behoudens bij snelle dosisverhogingen (overdoseringen). Pijn zelf stimuleert de ademhaling. Ademhalingsdepressie bij opioïden treedt altijd samen op met sedatie en sufheid.
Soms wordt verondersteld dat opioïden door ademdepressie een levensverkortend effect zouden kunnen hebben. Een recente meta/analyse liet hier geen aanwijzingen voor zien [Lopez-Saca 2013]. Vanzelfsprekend geldt dat alleen als opioïden in proportionele doseringen worden toegediend.

Ademdepressie is in de richtlijn van 2008 niet besproken.

Literatuur

Er zijn geen gerandomiseerde studies gevonden over de behandeling van ademdepressie t.g.v. opioïden.

  • Over de behandeling van ademdepressie t.g.v. opioïden kan geen uitspraak worden gedaan op basis van gerandomiseerd onderzoek.

Indien een ademdepressie optreedt, wordt naloxon 0,4 mg (= 1 ml) langzaam i.v. toegediend; bij onvoldoende effect kan dit na 2-3 minuten herhaald worden [McNicol 2008]. Er moet rekening gehouden worden met de korte halfwaardetijd van naloxon. Bij buprenorfine bestaat een plafondeffect voor ademhalingsdepressie.