Oorzaken

Er zijn diverse oorzaken van misselijkheid en/of braken, die tegelijkertijd kunnen voorkomen en elkaar kunnen versterken. In 25% van de gevallen zijn er meerdere factoren aanwijsbaar. In 25-33% van de gevallen is geen duidelijke oorzaak aanwijsbaar.

De volgende oorzaken zijn bekend:

  1. Vertraagde maagontlediging (35-44%)
    • gastroparese ten gevolge van verstoorde motoriek:
      • invasie door tumor (maagcarcinoom, metastasen van elders)
      • na partiële gastrectomie of na aanleggen van een buismaag
      • in het kader van het anorexie-cachexie syndroom (zie richtlijn Anorexie en gewichtsverlies)
      • paraneoplastisch
      • medicamenteus (onder andere opioïden, anticholinergica, vinca-alkaloïden, cisplatinum)
      • comorbiditeit (bijvoorbeeld diabetes mellitus, nierinsufficiëntie, amyloïdose, sclerodermie)
      • opvulling van de maag door maagcarcinoom of compressie door hepatomegalie, tumor buiten de maag of ascites
    • obstructie van de pylorus of het duodenum, bijvoorbeeld door pancreascarcinoom
    • gastritis of ulcus
      • peptisch
      • medicamenteus: aspirine, NSAID's, dexamethason, mucolytica, antibiotica, ijzerpreparaten
      • radiotherapie van wervelkolom of buik waarbij de maag in het bestralingsveld ligt
  2. Andere abdominale oorzaken (24-32%)
    • obstipatie
    • infiltratie van of tractie aan mesenterium of peritoneum door peritonitis carcinomatosa (met of zonder ascites)
    • ileus (door obstructie, pseudo-obstructie, adhesies, fecale impactie, acute bacteriële peritonitis of sepsis, zie richtlijn Ileus)
    • levermetastasen (door hepatomegalie en/of door metabole afwijkingen c.q. icterus)
    • leverstuwing bij hartfalen
    • reflux
    • dumping syndroom na maagresectie
    • gastroenteritis, pancreatitis, cholecystitis, cholangitis, hepatitis, cystitis
    • galstenen, nierstenen
    • recente operatie
    • hoesten of hik met reflectoir braken
  3. Chemisch/metabole oorzaken (30-33%)
    • medicamenten
      • opioïden (vooral kort na starten of dosisverhoging)
        Deze middelen kunnen via verschillende mechanismen leiden tot misselijkheid en/of braken: activering van de chemoreceptor trigger zone, vertraagde maagontlediging (zie punt 1) en vestibulair (zie punt 5)
      • chemotherapeutica
        Er wordt onderscheid gemaakt tussen het acuut optreden van misselijkheid en/of braken (binnen 24 uur na toediening) en het vertraagd optreden ervan (>24 uur na toediening); waarschijnlijk spelen hierbij verschillende mechanismen een rol. Het optreden van misselijkheid en braken is sterk afhankelijk van de aard en van de dosering van de gebruikte middelen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoog emetogene chemotherapie (>90% kans op braken zonder anti-emetica), matig emetogene chemotherapie (30-60%) en weinig of niet emetogene chemotherapie (<30%).
        Andere factoren die de kans op het optreden van misselijkheid en/of braken na chemotherapie kunnen verhogen zijn vrouwelijk geslacht, jongere leeftijd, gevoeligheid voor misselijkheid (bijvoorbeeld in zwangerschap of wagen- of zeeziekte), angst/spanning en slechte eerdere ervaringen met chemotherapie
      • tyrosine kinaseremmers (onder andere sunitinib, sorafenib, imatinib, erlotinib)
      • andere medicamenten (onder andere anti-epileptica, theofylline, digoxine, SSRI's, anesthetica)
    • electrolytstoornissen (hypercalciëmie en hyponatriëmie)
    • acute of chronische nierinsufficiëntie
    • leverfalen
    • ontregelde diabetes mellitus
    • bacteriële toxines c.q. sepsis
  4. Cerebrale/psychologische oorzaken (7%)
    • hersenmetastasen of primaire hersentumor met verhoogde intracraniële druk
    • leptomeningeale metastasen
    • meningitis (infectieus, chemisch)
    • hersenbloeding
    • totale schedelbestraling
    • invloeden van geur en smaak
    • heftige pijn
    • angst en spanning
    • bij anticipatoire misselijkheid of braken veroorzaken stimuli die door tijd of plaats geassocieerd zijn met de oorspronkelijke stimuli (bijvoorbeeld chemotherapie) misselijkheid of braken als gevolg van klassieke conditionering
  5. Vestibulaire oorzaken (zeer zelden in de palliatieve fase):
    • medicamenteus (opioïden, aspirine)
    • aandoening labyrint door wagenziekte, ziekte van Ménière, neuritis vestibularis of labyrintitis
    • tumor van binnen- of middenoor/schedelbasis