Olanzapine

Behandeling met olanzapine p.o. wordt geadviseerd bij patiënten in de palliatieve fase met misselijkheid en/of braken die onvoldoende reageren op andere anti-emetica.
 

Inleiding

Olanzapine is een antipsychoticum met antidopaminerge, antiadrenerge, antiserotonerge, anticholinerge en antihistaminische werking. Het wordt oraal toegediend (als tablet, ook orodispergeerbaar) of intramusculair (als prepraat voor vertraagde afgifte).
In Nederland is het niet geregistreerd voor de behandeling van misselijkheid en braken.
In het onderstaande wordt de rol van olanzapine bij preventie en behandeling van misselijkheid en braken ten gevolge van chemotherapie of een ileus buiten beschouwing gelaten.

Literatuurbespreking

Bij het literatuuronderzoek werden een pilot studie [Passik 2002], twee case series [Jackson 2003, Srivastava 2003] en een systematische review [Davis 2010] gevonden.Passik onderzocht 15 patiënten met een vergevorderd stadium van kanker met misselijkheid (NRS score 4-8 op een schaal van 0-10) en stabiele pijn, behandeld met opioïden [Passik 2002]. Gegevens over eerdere behandeling met anti-emetica werden niet verstrekt. Tijdens het onderzoek gebruikten de patiënten geen andere anti-emetica. Olanzapine werd (na twee dagen behandeling met placebo) toegediend in successievelijke doseringen van 1dd 2,5, 5 en 10 mg p.o., elke dosering gedurende 2 dagen. Op alle doseringsniveaus werd een significante afname van misselijkheid gezien. Er traden geen extrapyramidale bijwerkingen of cognitieve functiestoornissen op.

Jackson beschreef zes patiënten (vier met kanker, één met een CVA en één met dementie) met therapieresistente misselijkheid [Jackson 2003]. Na behandeling met olanzapine 2,5-5 mg p.o. 's avonds trad een sterke verbetering op van de misselijkheidsklachten.
Srivastava beschreef twee patiënten met een vergevorderd stadium van kanker en misselijkheid en braken, resistent tegen andere anti-emetica [Srivastava 2003]. Na behandeling met olanzapine 1dd 5 mg trad een sterke verbetering van de misselijkheid en het braken op. Sedatie was de meest voorkomende bijwerking. De systematische review concludeerde dat olanzapine een effectief anti-emeticum is op basis van prospectief ongecontroleerd onderzoek [Davis 2010].

Er zijn aanwijzingen dat olanzapine een effectief anti-emeticum is voor patiënten met een vergevorderd stadium van kanker, die onvoldoende gereageerd hebben op eerdere anti-emetica.
Jackson 2003; Passik 2002; Srivastava 2003

Olanzapine is slechts bij enkele patiënten met andere ziektes dan kanker onderzocht. Er is geen reden om te veronderstellen dat het bij andere ziektes minder effectief zal zijn. In de (zeldzame) patiënt met een andere ziekte dan kanker en therapieresistente misselijkheid en/of braken kan behandeling met olanzapine dan ook worden overwogen. Vanwege mogelijke sufheid als bijwerking wordt geadviseerd de laagst mogelijke effectieve dosering te geven. In de praktijk wordt olanzapine minder vaak gebruikt dan levomepromazine.