In de stervensfase kunnen klachten van de mond ontstaan zoals droge mond en lippen, korstvorming van de lippen, pijn in de mond en slechte adem. Dit kan leiden tot discomfort en kan het contact met de naasten in de weg staan. Een droge mond kan gepaard gaan met klachten, zoals taai speeksel, vaak moeten drinken en moeite met slikken en spreken. Klachten van de mond kunnen onder meer veroorzaakt worden door ademen met open mond, afname van de (vocht-)intake, dehydratie, infecties in de mond, medicatie en/of psychische factoren zoals angst en depressie [zie Richtlijn mondklachten in de palliatieve fase].

Uitgangsvraag

Hoe wordt mondzorg uitgevoerd bij patiënten in de stervensfase?

Methode: consensus-based 

Aanbevelingen

  • Betrek de naasten, wanneer zij daar open voor staan, bij de mondverzorging.
  • Leg uit aan de naasten dat 'dorst’ in de stervensfase vaak ‘droge mond’ inhoudt.
  • Houd de mond vochtig bij patiënten die geen intake meer hebben. 
  • Bevochtig de mond minimaal 6 x daags met natte gazen of een oraal sponsje.
  • Maak zo nodig gebruik van watervernevelaar om de mond mee te sprayen of mondbevochtigingsproducten om met vinger of met oraal mondsponsje aan te brengen.
  • Bied, indien mogelijk, ijs aan in de vorm waterijs, bevroren fruit of ijssnippers. 
  • Voorkom korsten/wondjes van de lippen door invetten van de lippen met vaseline na het bevochtigen. 
     

Het is belangrijk om naasten te informeren over het vaak voorkomen van een droge mond in de stervenfase en welke maatregelen genomen worden om dat zo goed mogelijk te bestrijden. Daarnaast kunnen de naasten naar behoefte betrokken worden bij de mondzorg. Naasten vinden het vaak ook prettig om zelf nog handelingen te kunnen verrichten in deze fase. Bij patiënten die niet meer aanspreekbaar zijn wordt alleen mondzorg uitgevoerd indien dit niet leidt tot onrust of discomfort. 

Het is belangrijk de naasten uit te leggen dat als de patiënt aangeeft dorst te hebben, dat meestal betekent dat er sprake is van een droge mond en niet zo zeer van een echte behoefte aan drinken. Er kan natuurlijk altijd drinken worden aangeboden en de patiënt kan geholpen worden met drinken door kleine slokjes te nemen uit een beker, liefst met een tuitje of rietje, of drinken af te happen van een lepel. Aandachtspunten bij het aanbieden van vocht zijn: drinken met een rietje vergt meer kracht dan drinken uit een beker en bij gebruik van een tuitbeker is er een risico op verslikken, met name bij patiënten die minder alert zijn. Als liggend drinken bemoeilijkt wordt, is de mond bevochten met een watervernevelaar een goed alternatief om het gevoel van dorst en droge mond te verminderen. Naast het aanbieden van vocht, kan ijs in de vorm van ijssnippers, bevroren stukjes fruit zoals ananas of aardbei of een waterijsje klachten van droge mond verminderen. 

Het gevoel van dorst of een droge mond wordt veroorzaakt door uitdroging van de slijmvliezen van de mondholte. Goede mondzorg is van belang om klachten van een droge mond en dorstgevoel te voorkomen [Richtlijn mondklachten in de palliatieve fase], waarbij de werkgroep van mening is dat het in de stervensfase vooral gaat om het bevochtigen van de mond en niet meer om het reinigen. De NICE richtlijn geeft geen adviezen over mondzorg in de stervensfase [NICE 2015].

Verschillende middelen, zoals bijvoorbeeld Biotene Oral Balance® gel of spray, BioXtra® gel/spray/mondwater, kamillethee, Caphosol® oplossing (4-10x per dag), Foodgrade Aloe vera gel of Saliva Orthana® gel of spray, zijn beschikbaar voor het reinigen/bevochtigen van de mond. De werkgroep heeft daarbij geen voorkeur voor een middel. Een nare geur uit de mond wordt meestal veroorzaakt door de droge slijmvliezen en mogelijke aanwezigheid van anaerobe bacteriën. Spoelen met metronidazol kan dan effect hebben [Castro 2015, Villela 2018]. In deze fase kan dit middel ook helpen de mond vochtig te houden. Het gebruik van lemon swabs wordt afgeraden. Glycerine kan leiden tot uitdroging van het mondslijmvlies. Bovendien kunnen de zure swabs pijnklachten van de mondslijmvliezen verergeren. 
 
Praktische uitvoering mondzorg: 

  • Mondspoelen (vier- tot tienmaal daags), indien mogelijk, met fysiologisch zout (0,9% NaCl) of water houdt de slijmvliezen vochtig. Bereiding thuis: een afgestreken theelepel zout op een flinke beker lauw kraanwater. Fysiologisch zout lost taai en aangekoekt slijm op. 
  • Reinigen: maak het tandvlees, de wangzakken en het gehemelte schoon met een zacht vochtig gaas om de wijsvinger, zo vaak als nodig, minimaal zesmaal daags als de patiënt niet meer eet en drinkt.
  • Bevochtigen: om de mond te bevochtigen kan gebruik gemaakt worden van een watervernevelaar (kleine plantenspuit of reisvernevelaar) of van mondbevochtigingsproducten of speekselvervangers.  
  • Bij slechte adem: mondspray met mint-smaak of mondspray met chloorhexidine of etylpridiniumchloride of zinklactaat (2-3x per dag sprayen op de tong met 3-4 pufjes). 
  • De lippen en mondhoeken invetten met vaseline om wondjes en korstvorming te voorkomen. Let op: de meeste lipvetters bevatten paraffine, wat kan leiden tot uitdrogen, daarom heeft vaseline de voorkeur. 
     

Fortuna T, Borges de Lima J, Correia de Araújo PC, de Jesus Campos E, Botelho Martins G. The role of Matricaria recutita in health and dental practice: a narrative literature review. Rev Bras Plantas Med, 2022, 24: 12-21. 

IKNL. Handreiking complementaire zorg in de palliatieve fase. 2023. [Internet] Beschikbaar op:. https://palliaweb.nl/richtlijnen-palliatieve-zorg/richtlijn/complementaire-zorg [Geopend op 12-08-2022].

IKNL. Richtlijn mondklachten in de palliatieve fase. 2010. [Internet] Beschikbaar op: http://www.palliaweb.nl/richtlijnen-palliatieve-zorg/richtlijn/mondklachten. [Geopend 12-08-2022]. 

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst. KNMG. Verpleegkundigen& Verzorgenden Nederland.V&VN, Handreiking Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen 2014. [Internet]. Beschikbaar op: http://www.knmg.nl/advies-richtlijnen/dossiers/bewust-afzien-van-eten-en-drinken.htm# [Geopend op 12-08-2022]. 

Villela-Castro DL, Santos VLCG, Woo K. Polyhexanide Versus Metronidazole for Odor Management in Malignant (Fungating) Wounds: A Double-Blinded, Randomized, Clinical Trial. J Wound Ostomy Continence Nurs. 2018 Sep/Oct;45(5):413-418. doi: 10.1097/WON.0000000000000460. PMID: 30086103.