Ontstaanswijze en beloop

In de palliatieve fase ontstaat een ileus nogal eens geleidelijk (meestal als gevolg van een peritonitis carcinomatosa) en is er meestal geen sprake van een volledige obstructie. Bij een ileus door peritonitis carcinomatosa kunnen zowel obstructie door peritoneale deposities als infiltratie van darmmusculatuur, mesenterium en plexus coeliacus of myentericus een rol spelen. Meestal zijn meerdere darmsegmenten aangedaan. Doordat de passage vaak maar gedeeltelijk opgeheven is, kan de symptomatologie in de loop van de tijd sterk wisselen met zowel periodes met hyperperistaltiek als periodes met verminderde of opgeheven motiliteit. Het onderscheid tussen mechanische en paralytische ileus is dan vaak niet goed te maken [Anthony 2007, Ferguson 2015, Tuca 2012].

De verhoogde druk proximaal van de afsluiting leidt tot toegenomen productie van serotonine, substance P, vasoactive intestinal peptide en andere mediatoren met als gevolg [Ripamonti 2001 en 2008, Tuca 2012]:

  • Hypersecretie (leidend tot braken);
  • Hyperemie en oedeem van de darmwand (leidend tot continue pijn);
  • Darmcontracties (leidend tot krampende pijn).

Spontaan herstel bij niet-operatieve behandeling wordt gezien in 31-42% van de gevallen [Tuca 2012].

Anthony T, Baron T, Mercadante S, et al. Report of the clinical protocol committee: development of randomized trials for malignant bowel obstruction. J Pain Symptom Manage 2007; 34: S49-S59.

Ferguson HJM, Ferguson CI, Speakman J, et all T. Management of intestinal obstruction in advanced malignancy. Ann Med Surg 2015; 4: 264-70.

Ripamonti C, Twycross R, Baines M, et al. Clinical-practice recommendations for the management of bowel obstruction in patiƫnts with end-stage disease. Support Care Cancer. 2001; 9(4): 223-33.

Ripamonti C, Easson AM, Gerdes H. Management of malignant bowel obstruction. Eur J Cancer. 2008; 44(8): 1105-15.

Tuca A, Guell E, Martinez-Losada, Codorniu N. Malignant bowel obstruction in advanced cancer patiƫnts: epidemiology, management and factors, influencing spontaneous resolution. Cancer Manag Res 2012; 4:159-69.