Scopolaminebutyl voor braken
Uitgangsvraag
Wat is het effect van scopolaminebutyl op braken, maaghevelproductie en kwaliteit van leven bij een ileus bij patiënten met kanker in de palliatieve fase?
Methode: evvidence-based
Aanbeveling
Geef bij braken bij een ileus op basis van peritonitis carcinomatosa of obstructie bij een patiënt met kanker in de palliatieve fase scopolaminebutyl scopolaminebutyl (startdosis 60 mg/24 uur continu of 4dd 15 mg, s.c. of i.v., evt. op te hogen tot 120 mg/24 uur) als
- er ook sprake is van krampende buikpijn, en/of
- de kosten van octreotide een probleem zijn, en/of
- octreotide niet voldoende snel leverbaar is.
Inleiding
Scopolaminebutyl (Buscopan®) is een anticholinergicum dat werkt via competitieve remming van de muscarine-receptoren in het gladde spierweefsel van maag- en darmwand en in de mucosale cellen van de darm. Het heeft ook effect op de vestibulaire cellen. Het gevolg hiervan is dat de gastro-intestinale secretie afneemt, het anti-emetisch werkt en het een spasmolytisch effect heeft.
NB In de Engelstalige literatuur wordt gesproken over hyoscine butylbromide en scopolamine butylbromide.
Literatuurbespreking
Er zijn geen gerandomiseerde placebo-gecontroleerde studies gedaan naar het effect van scopolaminebutyl op braken, productie van een maaghevel en kwaliteit van leven bij een ileus bij patiënten met kanker in de palliatieve fase.
Er zijn drie gerandomiseerde studies gevonden waarin het effect op braken vergeleken werd van scopolaminebutyl 60 mg/dag en octreotide [Mercadante 2000, Mystakidou 2002, Peng 2015]. Er is één gerandomiseerde studie gevonden die het effect op de maaghevelproductie vergeleek van scopolaminebutyl 60 mg/dag en octreotide [Ripamonti 2000].
Voor de beschrijving van deze vier studies wordt verwezen naar de Octreotide bij braken.
Over het effect van scopolaminebutyl op braken, maaghevelproductie en kwaliteit van leven bij een ileus bij patiënten met kanker in de palliatieve fase kan geen uitspraak worden gedaan op basis van gerandomiseerd onderzoek.
Octreotide heeft meer effect op braken en op maaghevelproductie dan scopolaminebutyl bij een ileus bij patiënten met kanker in de palliatieve fase [Mercadante 2000, Mystakidou 2002, Peng 2015, Ripamonti 2000].
Voor de behandeling van braken bij een ileus bij patiënten met kanker in de palliatieve fase heeft octreotide de voorkeur boven scopolaminebutyl, omdat het bewezen effectiever is tegen braken en voor de vermindering van maaghevelproductie. Indien sprake is van krampende buikpijn (zie Scopolaminebutyl voor buikpijn) is dat een overweging voor de inzet van scopolaminebutyl [Laval 2014].
Daarnaast is scopolaminebutyl goedkoper dan octreotide: 2,01 euro voor scopolaminebutyl 60 mg/dag versus 8,30 euro voor octreotide 600 µg/dag. Om deze reden is behandeling met scopolaminebutyl opgenomen in de recente MASCC/ESMO aanbevelingen voor misselijkheid en braken bij patiënten met kanker in de palliatieve fase als goedkoper alternatief voor octreotide [Walsh 2017]. In sommige gevallen wordt gestart met scopolaminebutyl als octreotide niet voldoende snel leverbaar is.
De werkgroep is derhalve van mening dat scopolaminebutyl ingezet kan worden als sprake is van krampende buikpijn of als alternatief voor octreotide als behandeling daarmee vanwege de kosten niet mogelijk is of als octreotide niet voldoende snel leverbaar is.
Bij aanwezigheid van een maaghevel kan scopolaminebutyl ingezet worden om de maaghevelproductie te verminderen en verwijdering van de maaghevel mogelijk te maken, indien octreotide vanwege de kosten niet mogelijk is.
De aanbevolen startdosering is 60 mg/24 uur continu s.c. of i.v. De dosering kan worden opgehoogd tot maximaal 120 mg/24 uur. Als continue toediening niet mogelijk is kan scopolaminebutyl 4dd 15-30 mg s.c. of i.v. gegeven worden.
De bijwerkingen van scopolaminebutyl zijn het gevolg van de anticholinerge werking en bestaan met name uit droge mond, tachycardie, duizeligheid en accommodatiestoornissen van het oog. Ook urineretentie en anafylactische reacties worden beschreven. In de studies waarin scopolaminebutyl vergeleken wordt met octreotide zijn er geen significante verschillen in voorkomen van droge mond en duizeligheid [Mercadante 2000, Ripamonti 2000, Mystakidou 2002, Peng 2015]. In de studie van Ripamonti is er wel een trend dat scopolaminebutyl vaker een droge mond en dorstgevoel geeft dan octreotide [Ripamonti 2000]. Ernstige bijwerkingen deden zich niet voor.