Behandeling bij probleemgedrag

Uitgangsvraag

Hoe behandel ik probleemgedrag (bijvoorbeeld angst, agressie, psychose) bij mensen met dementie in de palliatieve fase? 

Methode: evidence-based 

Aanbevelingen

  • Richt je op kwaliteit van leven/comfort boven functionaliteit. 
  • Behandel multidisciplinair eerst de oorzakelijke factoren (zie module Signalering van probleemgedrag) van de gedragsproblemen en stemmingsstoornissen, betrek hierin met name psycholoog en gedragsdeskundige. 
  • Overleg met de patiënt en/of naasten over de doelen en de effecten van de medicamenteuze of niet-medicamenteuze behandeling volgens de richtlijn van Verenso en NIP ‘Probleemgedrag bij mensen met dementie’ (2018). Hierbij hoeft in de laatste levensfase minder rekening te worden gehouden met bijwerkingen van behandeling op de lange termijn. Licht deze overweging toe aan de naasten.
  • Pas multidisciplinair een belevings- en mensgerichte benadering toe.
  • Overweeg het toepassen van de methode Passiviteiten Dagelijks Leven (zie de website van stichting PDL).

Onderzoeksvragen

Om de uitgangsvragen van deze module te beantwoorden is een systematische analyse van de literatuur nodig. De onderzoeksvragen die hiervoor zijn onderzocht, zijn PICO-gestructureerd:

Wat zijn de (on)gunstige effecten van medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandelopties ten opzichte van een andere interventie of placebo bij patiënten met dementie in de palliatieve fase en/of gedragsproblemen/stemmingsstoornissen of pijn of tonusstoornissen of problemen hebben met vocht, voeding en kunstmatige toediening?

Tabel 1. PICO

P Patiënten met dementie in de palliatieve fase en/of gedragsproblemen/stemmingsstoornissen of pijn of tonusstoornissen of problemen hebben met vocht, voeding en kunstmatige toediening
I Medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandelopties
C Een andere interventie of placebo
O Kwaliteit van leven, kwaliteit van sterven, gedrag/stemming, bijwerkingen, patiënttevredenheid bij naasten, mortaliteit, bijwerkingen/negatieve effecten

Zoeken naar wetenschappelijk bewijs

Op 7 maart 2022 is in de databases Embase, Medline, Psycinfo en Cinahl gezocht naar wetenschappelijke literatuur. De zoekactie leverde 2.685 resultaten op. De volledige zoekactie is beschreven in bijlage Zoekverantwoording en beoordeling

In- en exclusiecriteria onderzoeksvraag

De literatuur is systematisch geselecteerd op basis van vooraf gestelde criteria. Deze criteria luiden als volgt:

  • Vergelijkend onderzoek zoals een (gerandomiseerd) gecontroleerd onderzoek of case-controle studie;
  • Patiënten met dementie in de palliatieve fase;
  • De interventie bestaat uit een medicamenteuze of niet-medicamenteuze behandeling;
  • De controle interventie bestaat uit een andere interventie of placebo;
  • De uitkomstmaten zijn gerapporteerd.

Literatuur is geëxcludeerd wanneer er geen sprake was van vergelijkend onderzoek of de palliatieve fase niet goed was gedefinieerd. 

De selectiecriteria zijn toegepast op de referenties verkregen uit de zoekactie. In eerste instantie zijn de titel en abstract van de referenties beoordeeld. Hiervan werden 21 referenties geïncludeerd voor de beoordeling op basis van het volledige tekst artikel. Na de beoordeling van de volledige tekst werden alle referenties geëxcludeerd. In de exclusietabel in bijlage Zoekverantwoording en beoordeling is de reden voor exclusie toegelicht. 

Resultaten

De zoekactie leverde geen resultaten op voor bovenstaande onderzoeksvraag.

GEEN EVIDENTIE Er is geen literatuur gevonden over de effectiviteit van behandelingen van gedragsproblemen/stemmingsstoornissen bij mensen met dementie in de palliatieve fase.

Probleemgedrag bij patiënten met dementie is zeer beperkend voor de kwaliteit van leven van zowel de patiënt met dementie als de naasten. Er is onvoldoende bewijs voor specifieke aanbevelingen t.a.v. gedragsproblemen of stemmingsstoornissen specifiek in de palliatieve fase bij dementie. Derhalve verwijst de werkgroep naar de richtlijn van Verenso en NIP ‘Probleemgedrag bij mensen met dementie’ (2018). Tevens kan het handboek ‘Doen bij depressie’ (2019) van UKON overwogen worden, een multidisciplinair zorgprogramma met aandacht voor apathie.

In de palliatieve fase staat het behoud van functionaliteit, zoals zelfredzaamheid en mobiliteit niet meer op de voorgrond. In plaats daarvan staan comfort en lastenverlichting op de voorgrond. In gevallen waar behandelwijzen of zorgvormen functionaliteit laten afnemen heeft het voorkeur te kiezen voor comfort. Ook bij toediening van medicatie ter vermindering van gedragsproblemen en stemmingsstoornissen (zie richtlijn probleemgedrag bij mensen met dementie, 2018) zou in de palliatieve fase het ontstaan van bijwerkingen gezien moeten worden in het licht van de korte levensverwachting. Het is wenselijk dat naasten op de hoogte gebracht worden van deze overwegingen.

Toepassing van complementaire zorgvormen (e.g. muziektherapie, ontspanningsmassages of handmassages, gebruik van etherische oliën) kan worden overwogen. Het effect van deze zorgvormen verschilt per patiënt, zie richtlijn Complementaire zorg in de palliatieve fase van IKNL (2023).

Paramedische disciplines kunnen op basis van hun specifieke vak gerelateerde expertise technieken en hulpmiddelen adviseren en inzetten om bij te dragen aan vermindering van gedrags- en stemmingsproblemen van de patiënt en optimalisering van dienst kwaliteit van leven.

In de methode Passiviteiten Dagelijks Leven (PDL) staat centraal dat geaccepteerd wordt dat er passiviteiten ofwel zelfzorg tekorten zijn. PDL kan betrekking hebben op een deelhandeling of een volledig zorggebied [van Dijk, 2008]. Middels benadering, technieken en hulpmiddelen/voorzieningen wordt gestreefd naar het optimaliseren van het comfort voor de patiënt en het verlichten van de zorglast voor verplegend personeel en/of naasten. Het toepassen van een belevings- en mensgerichte benadering en het gebruik maken van zorgtechnieken en/of hulpmiddelen kan ertoe bijdragen dat de zorg meer aansluit op de patiënt en zijn gevoel van welzijn/comfort geoptimaliseerd wordt. Zie voor meer informatie de website van stichting PDL.

van Dijk G.C., Care of people who are powerless in daily living (PDL care): a theoretical approach, Faculty of Medical Sciences/UMCG, 2008.

Zuidema SU, Smalbrugge M, Bil WME, Geelen R, Kok RM, Luijendijk HJ, van der Stelt I, van Strien AM, Vink MT, Vreeken HL. Multidisciplinaire richtlijn probleemgedrag bij dementie. Verenso, NIP. Utrecht 2018.