Patiënten met leverfunctiestoornissen.

Uitgangsvraag

Hoe moet de medicamenteuze behandeling van pijn worden aangepast bij leverfunctiestoornissen bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen?

Methode: consensus-based

Aanbevelingen

Bij pijn bij patiënten met met gevorderde stadia van COPD of hartfalen en een verminderde leverfunctie (Child-Pugh score A-C):

  • Pas de dosering van paracetamol niet aan (niet meer dan 3 g/24 uur).
  • Schrijf bij voorkeur geen NSAID’s voor.
  • T.a.v. opioïden:
    • Gebruik opioïden voorzichtig en monitor bijwerkingen zorgvuldig.
    • Start altijd met de laagste dosering en hoog langzaam op op geleide van het effect en de bijwerkingen. Schrijf bij voorkeur fentanyl voor met morfine als alternatief (mits creatinineklaring >50 ml/min). Het gebruik van tapentadol wordt niet aangeraden.

Er is geen literatuur gevonden over medicamenteuze behandeling van pijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen en leverfunctiestoornissen.

De werkgroep is van mening dat er geen reden is om te denken dat er verschillen zijn tussen patiënten met kanker in de palliatieve fase en patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen t.a.v. de medicamenteuze behandeling van pijn bij leverfunctiestoornissen. De aanbevelingen zijn hetzelfde als die voor patiënten met kanker in de palliatieve fase.