Pijnmeting

Uitgangsvraag:

Welke meetinstrumenten zijn het meest geschikt bij de diagnostiek en behandeling van patiënten met pijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen?

Methode: consensus-based

Aanbevelingen

  • Gebruik bij voorkeur de Numerical Rating Scale en als tweede keus de Visual Analogue Scale of Verbal Rating Scale voor het meten van pijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen.
  • Onderneem actie, volgens de beschreven interventies in deze richtlijn, indien de pijnintensiteitsscore ≥4 is (op een 11-punts schaal) en de patiënt hiermee instemt, en evalueer het effect hiervan met een pijnscore.
  • Meet pijn regelmatig. Het aantal keer is afhankelijk van de plaats waar de patiënt verblijft:
    • Ziekenhuis: Meet bij opgenomen patiënten pijn eenmaal daags. Meet pijn bij elke poliklinisch bezoek.
    • Verpleeghuis/hospice: Meet bij patiënten met pijn en/of pijnmedicatie de pijn minimaal eenmaal per dag. Meet pijn bij patiënten zonder pijn minimaal eenmaal per week.
    • Thuis: Stimuleer patiënten met pijn om dagelijks een pijndagboek bij te houden.
      Leg alle pijnscores vast in het (elektronisch) patiëntendossier.
  • Streef bij de behandeling van pijn naar een afname van de pijnscore met minimaal twee punten of 30% en bij voorkeur naar een pijnintensiteitsscore van <4 (op 11-punts pijnschaal).
  • Informeer altijd bij de patiënt of de aangegeven pijnintensiteit voor hem acceptabel is.
  • Gebruik gedragsobservatieschalen bij patiënten met cognitieve beperkingen die hun pijn niet aan kunnen geven met een Numeric Rating Scale, Visual Analogue Scale of Verbal Rating Scale.
  • Gebruik de Brief Pain Inventory of de McGill Pain Questionnaire om de invloed van pijn op het dagelijks functioneren uit te vragen.
  • Neem naast het gebruik van meetinstrumenten een multidimensionele pijnanamnese af.

Er is geen literatuur gevonden over het gebruik van meetinstrumenten bij patiënten met pijn bij gevorderde stadia van COPD of hartfalen.

De werkgroep is van mening dat de aanbevelingen over pijnmeting bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen niet anders zijn dan bij patiënten met kanker. De aanbevelingen zijn derhalve hetzelfde.
Er is geen onderzoek gedaan naar de soort pijn die patiënten met COPD of hartfalen ervaren. De werkgroep is van mening dat neuropatische pijn bij deze patiënten zeer zelden optreedt. Daarom is de desbetreffende aanbeveling achterwege gelaten. De overige aanbevelingen zijn hetzelfde als bij patiënten met kanker.

De pijnschalen en meetinstrumenten die in deze richtlijnmodule zijn opgenomen: