Anamnese

Uitgangsvraag:

Hoe moet de anamnese worden afgenomen bij pijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen?

Methode: consensus-based

Aanbevelingen

  • Neem de tijd voor de pijnanamnese en neem zo nodig een hetero-anamnese af.
  • Geef de beschrijving van de pijn weer in de eigen woorden van de patiënt.
  • Betrek in de analyse ook de omgeving van de patiënt.
  • Analyseer iedere pijnklacht afzonderlijk.
  • Besteed aandacht aan:
    • de ernst, het karakter, de duur en het verloop van de pijn. Maak daarbij onderscheid tussen achtergrondpijn en eventuele doorbraakpijn;
    • de fysieke, psychische, sociale en spirituele dimensie van de pijn (zie ook Multidimensionele benadering);
    • de oorzaak van de pijn;
    • factoren die de pijn veroorzaken of beïnvloeden (in positieve of negatieve zin);
    • de invloed op fysiek, psychisch en sociaal functioneren;
    • de invloed van klachten op het functioneren overdag (sociale contacten, hobby’s, werk) en ‘s nachts (slapen);
    • de betekenis die aan de pijn wordt toegekend;
    • de invloed van klachten op de ervaren kwaliteit van leven;
    • eerdere behandelingen (inclusief zelfmedicatie) van de pijn en het effect en de bijwerkingen daarvan;
    • verwachtingen, weerstanden en angst ten aanzien van de pijnbehandeling (m.n. gedachten over bijwerkingen en over verslaving of versnelling van het overlijden), mede in relatie tot eerdere ervaringen hiermee;
    • de rol van de naasten bij de pijn, het pijngedrag en de behandeling.
  • Maak op basis van de aard van de pijn en eventuele begeleidende verschijnselen onderscheid tussen nociceptieve en neuropatische pijn.
  • Vraag naar comorbiditeit en ga na of deze van invloed is op de (medicamenteuze) behandeling.
  • Maak bij moeilijk behandelbare pijn gebruik van de gestructureerde pijnanamnese van V&VN.

Er is geen literatuur gevonden over de inhoud van de anamnese bij de evaluatie van pijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen.

Over de anamnese t.a.v. pijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen kan geen uitspraak worden gedaan op basis van de literatuur.

Hoewel er klinisch geen twijfel bestaat over het nut van de anamnese, zijn er bij patiënten met pijn geen gecontroleerde studies die het uitvoeren van een anamnese en de relatie ervan tot de gepresenteerde klachten beschrijven. De werkgroep is van mening dat een adequate behandeling van pijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen pas kan plaatsvinden na een goede anamnese. Alleen dan is het mogelijk om inzicht te krijgen in de aard en oorzaak van de pijnklachten en in de factoren, die van invloed zijn op de pijn en de pijnbeleving. Door voor dit gesprek ruim de tijd te nemen krijgt de patiënt de kans zijn pijn onder woorden te brengen, zijn zorgen en angsten te bespreken en aan te geven hoezeer de pijn hem beperkingen oplegt.

Ten aanzien van de anamnese is het volgende van belang:

  • beschrijving van de pijn in de eigen woorden van de patiënt;
  • het betrekken van de omgeving van de patiënt;
  • de invloed van somatische, cognitieve, affectieve, sociale, existentiële en culturele factoren die van invloed zijn op de pijn en de pijnbeleving, volgens het concept van ‘total pain’ (zie ook: Multidimensionele benadering);
  • afzonderlijke analyse van iedere pijnklacht afzonderlijk;
  • aandacht voor:
    • de ernst, het karakter, de duur en het verloop van de pijn;
    • de oorzaak van de pijn;
    • factoren die de pijn veroorzaken of beïnvloeden (in positieve of negatieve zin);
    • de invloed van klachten op het functioneren;
    • de betekenis die aan de pijn wordt toegekend;
    • de invloed van klachten op de ervaren kwaliteit van leven;
    • eerdere behandelingen (inclusief zelfmedicatie) van de pijn en het effect en de bijwerkingen daarvan;
    • verwachtingen, weerstanden en angst ten aanzien van de pijnbehandeling (m.n. gedachten over bijwerkingen en over verslaving of versnelling van het overlijden), mede in relatie tot eerdere ervaringen hiermee;
    • de rol van de naasten bij de pijn, het pijngedrag en de behandeling;
  • comorbiditeit.

De Pijnanamnese van V&VN pijnverpleegkundigen is een gestructureerde pijnanamnese waarin bovengenoemde aspecten aan bod komen [Oldenmenger 2006]. Deze pijnanamnese is ontwikkeld door de Werkgroep Pijnanamnese van het Landelijk Verpleegkundig Pijnnetwerk in samenwerking met het Pijnkenniscentrum Rotterdam. De werkgroep is van mening dat er bij moeilijk behandelbare pijn gebruik kan worden gemaakt van deze pijnanamnese.