Mondverzorging

Het doel van de mondverzorging is om:

  • het gebit en het tandvlees schoon (plaquevrij) te houden
  • de mondslijmvliezen schoon, vochtig en intact te houden
  • korstvorming (door taai speeksel of bloedingen) tegen te gaan
  • lokale en systemische infecties te voorkomen
  • stomatitis te verminderen
  • pijn en ongemak te voorkomen of te verminderen
  • de lippen en mondhoeken soepel te houden
  • de voedselinname te vergemakkelijken
  • slechte adem te voorkomen
  • algemeen welbevinden te verhogen

Afhankelijk van de mondstatus wordt de patiënt voorgelicht over de dagelijkse han­de­lingen:

  • verzorging van de lippen
  • mondspoelen
  • poetsen van tanden en kiezen
  • interdentaal reinigen
  • reinigen van de tong

Bij prothesedragers:

  • schoonhouden van mondslijmvliezen en kaakwallen
  • onderhoud van gebitsprothese

Het gebruik van lemon swabs wordt afgeraden. Citroenzuur kan het tandglazuur ontkalken en glycerine kan leiden tot uitdroging van het mondslijmvlies. Bovendien kunnen de zure swabs pijnklachten van de mondslijmvliezen verergeren.

Zelfstandige Patiënt

Voor een adequate mondverzorging is het noodzakelijk een eventuele (gedeeltelijke) gebitsprothese uit te doen.

Lippenverzorging

De lippen en mondhoeken invetten met vaseline (alleen te gebruiken voor de lippen­ver­zorging) of lippencrème (bijv. vaseline).

Mondspoelen

Spoelen (4- tot 10-maal daags) met fysiologisch zout (0,9% NaCl ) of water houdt de slijmvliezen vochtig en vermindert de kolonisatie van micro-organismen. Bereiding thuis: een afgestreken theelepel zout op een flinke beker lauw kraan­water.

Poetsen van tanden en kiezen

Gebruik een schone, (ultra) zachte tandenborstel (rechte stevige steel, nylon haren, multi­tufted) en een milde fluoridehoudende tandpasta (fluoride reduceert het ontstaan van cariës en vermindert gevoelige tandhalzen). Spoel de tandenborstel na gebruik grondig af met stromend water en bewaar deze droog in een beker met de borstelkop naar boven. Vervang de borstel regelmatig.

Aanbevolen wordt de tanden minimaal tweemaal daags te poetsen.

De poetsmethode volgens Bass (zie figuur 1) reinigt de gebitselementen en de overgang naar het tandvlees. De haren van de tandenborstel worden schuin onder een hoek van 45 graden tegen de tand­vleesrand aangezet, zowel aan de tong/verhemelte - als wangzijde. Vervolgens wor­den korte, heen en weer gaande horizontale bewegingen gemaakt, waarbij de borstel als het ware een pas op de plaats maakt. De kauwvlakken van de kiezen worden met korte schrob­bende be­wegingen van voren naar achteren gereinigd. Aan de achterzijde van de voortanden wordt de borstel verticaal gehouden en worden kleine op- en neer­gaande bewegingen ge­maakt.

Het gebruik van een elektrische tandenborstel is aan te bevelen als de patiënt dit prettig vindt. Hierbij wordt iedere tand apart gepoetst met een zacht opzetborsteltje. Indien tandenpoetsen niet lukt, is plaqueverwijdering door middel van spoelen of sprayen (tweemaal daags) met een alcoholvrije 0,12% chloorhexidineoplossing, 15 ml of volgens voorschrift tandarts of mondhygiënist) aangewezen. Daarna 30 minuten niet eten, drinken of spoelen.

Figuur 1. De Bass methode. (Uit: Mondhygiëne, waarom en hoe? Nederlandse Vereniging voor Parodontologie, 1992.)

Reinigen van implantaten

Implantaten worden twee keer daags gereinigd met een zachte tandenborstel. Vaak is aanvullende reiniging met een rager of gaas noodzakelijk. Dezelfde aanbevelingen gelden voor afgeslepen gebitselementen onder een overkappingprothese.

Interdentaal reinigen

Dagelijkse interdentale reiniging (met tanden­stokers, ragers of dental floss/tape, afhankelijk van de persoonlijke voorkeur) is aan te raden teneinde de ruimte tussen de gebitselementen te reinigen en zo ontsteking van het tand­vlees te voorkomen. Ragers worden na gebruik afgespoeld en gedroogd.

Poetsen van de tong

Gebruik een schone, zachte tandenborstel. Ga voorzichtig van achter naar voren over de boven- en zijkant van de tong. Eventueel kan een tongschraper worden gebruikt. Er moet opgelet worden dat er geen wondjes ontstaan.

Verzorging van een gebitsprothese

Spoel de gebitsprothese na iedere maaltijd met water af. Daarnaast wordt de pro­these gereinigd met een speciale protheseborstel, eventueel met een milde zeep. Tandpasta is vaak te schurend.
's Nachts wordt de prothese droog of in een chloorhexidineoplossing bewaard. Bruistabletten worden afgeraden. Zo kunnen de kaakwallen herstellen. Bij ulceraties ook overdag de prothese geheel of zoveel mogelijk uitlaten. De voordelen van het uitlaten van de prothese moeten afgewogen worden tegen cosmetische en sociale bezwaren.

Niet-zelfstandige Patiënt

Afhankelijk van de toestand van de patiënt kan de mondverzorging gedeeltelijk of geheel worden overgenomen. Aandachtspunten zijn:

  • Draag handschoenen.
  • Verwijder een eventuele (gedeeltelijke) gebitsprothese.
  • Spoel of spray (vier tot tienmaal daags) met fysiologisch zout (0,9% NaCl ) of water.
  • Poets, voor zover mogelijk, voorzichtig de tanden met een schone, zachte tandenborstel met weinig tandpasta; tweemaal daags.
  • Overweeg het gebruik van een elektrische tandenborstel.
  • Soms kan de patiënt nog wel zelf­standig poetsen mits hij zijn hand en arm kan steunen.
  • Ondersteun de onder­kaak bij een verzwakte patiënt.
  • Maak voorzichtige en rustige poetsbewegingen met tijdige spoel­pauzes. Als de patiënt niet goed kan spoelen, dan het hoofd schuin naar voren houden, naar rechts en naar links gericht, waar­door het weg­lopend vocht uit de mond kan worden opgevangen.
  • Help bij interdentale reiniging.
  • Overweeg plaqueverwijdering door middel van spoelen of sprayen (tweemaal daags) met een alcoholvrije 0,12% chloorhexidineoplossing (15 ml of volgens voorschrift tandarts of mondhygiënist) als tandenpoetsen (en/of interdentaal reinigen) niet mogelijk is. Daarna 30 minuten niet eten, drinken of spoelen.
  • Week zonodig korsten op de lippen los met vaseline.
  • Vet de lippen in met vaseline of lippencrème.
  • Gebruik een fluoridespoeling (0,1% eenmaal per week of 0,025% dagelijks) bij patiënten die bestraald zijn in het hoofdhalsgebied en een hoog cariësrisico hebben of volgens advies van de tandarts of mondhygienist.

Indien de patiënt niet aanspreekbaar is en niets per os neemt, gelden bovendien de volgende aandachtpunten:

  • Wees bij niet aanspreekbare terminale patiënten niet rigide met de frequentie van de mondzorg; het hoofddoel is patiënten zo comfortabel mogelijk te houden.
  • Maak het tandvlees, de wangzakken en het gehemelte schoon met een zacht vochtig gaas om de wijsvinger, zo vaak als nodig, minimaal zesmaal daags als de patiënt niets p.o. tot zich neemt. Hier kan eventueel ook een wattenstok met grote tip of een dentaswab voor gebruikt worden. Maak de tong schoon met de tandenborstel waar een vochtig gaas om­ heen gaat. In drie etappes steeds met een schoon gaas de tong reinigen, te beginnen bij de tong­punt, vervolgens het midden­gedeelte, eindigend bij de tongwortel. De tongpunt wordt met een gaas vastgepakt zodat deze niet ‘wegglipt'.
  • Maak voor mondspoelen met fysiologisch zout gebruik van een disposable kaakspoelspuit of elektrische monddouche, als de mond onvoldoende geopend kan wor­den (pas op voor aspiratie).
  • Overweeg het gebruik van een luchtbevochtiger bij een patiënt die ademt met open mond en overweeg bijvoorbeeld Oral Balance gel (zie paragraaf Droge mond).
  • Spoel of spray bij patiënten bij wie tandenpoetsen niet meer mogelijk is tweemaal daags met chloorhexidine (0,12%, 15 ml) om de groei van bacteriën en schimmels te remmen.

Als dat niet lukt, breng chloorhexidinegel met behulp van gaasjes aan op de gebitselementen en mondslijmvliezen.