Behandeling van oorzakelijke en beïnvloedende somatische factoren
Uitgangsvraag
Wat is de voorgestelde benadering ten aanzien van de behandeling van oorzakelijke en beïnvloedende somatische factoren van depressie bij patiënten in de palliatieve fase?
Methode: consensus-based
Aanbevelingen
Behandel, indien mogelijk, de oorzakelijke en beïnvloedende somatische factoren van depressie bij patiënten in de palliatieve fase, mits dit gewenst is door de patiënt en de behandeling zinvol en haalbaar wordt geacht in het licht van de algemene toestand en de levensverwachting van de patiënt. Daarmee kan mogelijk depressie behandeld of voorkomen worden.
Daarbij kan gedacht worden aan:
- Behandeling van symptomen (bijv. pijn, (zie richtlijn Pijn bij gevorderde stadia van COPD of hartfalen en richtlijn Pijn bij patiënten met kanker), dyspneu, obstipatie, mictieklachten, vermoeidheid, mobiliteitsstoornissen en slaapstoornissen), die niet onder controle zijn en van invloed zijn op de stemming;
- Regelmatige medicatiebeoordeling en zo mogelijk staken van medicatie (bijv. corticosteroïden, opioïden) en/of ziektegerichte behandeling (bijv. antihormonale therapie) die van invloed zijn op de stemming;
- Behandeling van onttrekkingsverschijnselen (nicotine, alcohol, drugs);
- Behandeling van onderliggende endocriene stoornissen, m.n. hyper-/hypothyreoïdie en hyper-/ hypocortisolisme;
- Correctie van elektrolytstoornissen, m.n. hypercalciëmie en hyponatriëmie;
- Correctie van vitaminedeficiënties (bijv. vitamine B12, B1 en B6);
- Behandeling van anemie.
Voor deze uitgangsvraag is geen systematisch literatuuronderzoek verricht.
In reviews en richtlijnen wordt weinig of geen aandacht besteed aan behandeling van oorzakelijke en beïnvloedende somatische factoren bij patiënten met depressie en een onderliggende lichamelijke ziekte [Andersen 2014, Block 2000, Breitbart 2020, Butow 2015, Li 2016, NICE 2020, Pitman 2018, Rayner 2011, Rosenblat 2020, Stiefel 2001]. Rosenblat [2020] benoemt een aantal precipiterende factoren, maar zegt niets over de behandeling ervan. Door sommige auteurs [Block 2000, Breitbart 2020, Pitman 2018] wordt het belang van goede symptoomcontrole (met name van pijn) benadrukt. Breitbart [2020] en Pitman [2018] geven aan dat onderliggende oorzaken zo mogelijk behandeld moeten worden.
Het effect van deze benadering is nooit systematisch onderzocht.
De werkgroep is van mening dat, waar mogelijk, oorzakelijke en beïnvloedende somatische factoren bij patiënten met depressie in de palliatieve fase behandeld moeten worden, voordat de depressie zelf behandeld wordt. Vanzelfsprekend moet er sprake zijn van een behandelbare oorzaak. De behandeling moet gewenst zijn door de patiënt en zinvol geacht worden in het licht van de algehele toestand en levensverwachting van de patiënt.
Daarbij kan gedacht worden aan:
- Behandeling van symptomen (bijv. pijn, dyspneu, obstipatie, mictieklachten, vermoeidheid, mobiliteitsstoornissen en slaapstoornissen), die niet onder controle zijn en van invloed zijn op de stemming;
- Regelmatige medicatiebeoordeling en zo mogelijk staken van medicatie (bijv. corticosteroïden, opioïden) en/of ziektegerichte behandeling (bijv. antihormonale therapie) die van invloed zijn op de stemming;
- Behandeling van onttrekkingsverschijnselen (nicotine, alcohol, drugs);
- Behandeling van onderliggende endocriene stoornissen, m.n. hyper-/hypothyreoïdie en hyper-/ hypocortisolisme;
- Correctie van elektrolytstoornissen, m.n. hypercalciëmie en hyponatriëmie;
- Correctie van vitaminedeficiënties (bijv. vitamine B12, B1 en B6);
- Behandeling van anemie.
Met deze behandelingen kan (met uitzondering van het staken van medicatie) depressie mogelijk ook voorkomen worden.