Inleiding

Aanleiding

KNMG en IKNL werken nauw samen om het Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland te implementeren. Het meerjarenplan richtlijnen palliatieve zorg is hier onderdeel van. In het kader van dit meerjarenplan is de agendacommissie richtlijnen palliatieve zorg aangesteld voor het prioriteren van te reviseren richtlijnen. In de agendacommissie Richtlijnen palliatieve zorg is op 4 februari 2020 besloten dat de herziening van de richtlijn ‘Depressie in de palliatieve fase’ in de tweede helft van 2020 zou starten.

Redenen voor noodzaak van revisie van de richtlijn:

  1. Hoge prevalentie van depressie;
  2. Impact voor de patiënt (kwaliteit van leven/ziektelast);
  3. Nieuwe evidentie.
    De huidige richtlijn dateert uit 2008. Inmiddels is er nieuwe evidentie verschenen. Tevens wordt met de herziening ervoor gezorgd dat de richtlijn volgens de laatste kwaliteitseisen voor richtlijnen worden ontwikkeld (zie ook Werkwijze);
  4. Aansluiting op herzieningen van andere kwaliteitstandaarden, zoals de NHG standaard Depressie en de GGZ standaard Depressieve stoornissen.

Er is voor gekozen om de richtlijnen Angst in de palliatieve fase en Rouw in de palliatieve fase gelijktijdig te herzien voor optimale afstemming.

Doel

Een richtlijn bevat aanbevelingen ter ondersteuning van de belangrijkste knelpunten uit de dagelijkse praktijk. Deze richtlijn is zoveel mogelijk gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en op consensus. De richtlijn Depressie in de palliatieve fase geeft aanbevelingen over begeleiding en behandeling van patiënten met depressie in de palliatieve fase en beoogt hiermee de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren. 

Doelpopulatie

De richtlijn is van toepassing op alle volwassen patiënten (18 jaar en ouder) met depressie in de palliatieve fase. Voor ‘patiënten’ kan ook 'cliënten’ gelezen worden. 
Wanneer de palliatieve fase start, is afhankelijk van de onderliggende ziekte. Bij patiënten met kanker start de palliatieve fase als de kanker ongeneeslijk is (geworden). Bij ongeneeslijke ziektes die altijd leiden tot de dood (zoals ALS) start de palliatieve fase bij de diagnose. Bij kwetsbaarheid en bij chronische ziektes zoals COPD en hartfalen is de afloop onzekerder. Daarbij is de ‘surprise question’ als markering behulpzaam: ‘zou u verbaasd zijn als uw patiënt binnen een jaar is overleden?’ Bij een antwoord ‘nee’ wordt de palliatieve fase gemarkeerd.
De palliatieve fase kan qua duur variëren van dagen tot jaren, mede afhankelijk van de onderliggende aandoening. De geschatte levensverwachting bepaalt in hoge mate de keuzes bij diagnostiek en behandeling. Het is aan de behandelend arts om in samenspraak met de patiënt deze keuzes te maken.
Bij patiënten in de palliatieve fase met een langere levensverwachting waarbij de lichamelijke klachten niet op de voorgrond staan, kan ook de NHG-standaard Depressie geraadpleegd worden.

Doelgroep 

Deze richtlijn is bedoeld voor alle professionals die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met depressie in de palliatieve fase zoals huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde, klinisch geriaters, psychiaters, artsen voor verstandelijk gehandicapten, overige medisch specialisten (o.a. cardiologen, internist-oncologen, longartsen, radiotherapeuten, pijnspecialisten, revalidatieartsen), verzorgenden, verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten, physician assistants, (huisarts)praktijkondersteuners GGZ en somatiek, ergotherapeuten, fysiotherapeuten, psychologen, maatschappelijk werkers, geestelijk verzorgers, vaktherapeuten en IKNL-consulenten. De inhoud van de richtlijn is ook relevant voor zorgverleners in het maatschappelijke en sociale domein en vrijwilligers en hun coördinatoren die werkzaam zijn in de palliatieve zorg. Indien in de richtlijn wordt gesproken over zorgverleners rondom mensen met depressie, kunnen afhankelijk van de specifieke situatie van de patiënt alle bovengenoemde zorgverleners genoemd worden.

American Psychiatric Association. Diagnostic and statistical manual of mental disorders, fifth edition, text revision. Washington: American Psychiatric Association. 2022. 

Antunes B, Rodrigues PP, Higginson IJ, Ferreira PL. Determining the prevalence of palliative needs and exploring screening accuracy of depression and anxiety items of the integrated palliative care outcome scale - a multi-centre study. BMC Palliat Care. 2020 May 14;19(1):69. doi: 10.1186/s12904-020-00571-8. PMID: 32410607; PMCID: PMC7226940.  

Barber B, Dergousoff J, Slater L, et al. Depression and Survival in Patients With Head and Neck Cancer: A Systematic Review. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg. 2016 Mar;142(3):284-8. doi: 10.1001/jamaoto.2015.3171.

Block SD. Perspectives on care at the close of life: Psychological considerations, growth, and transcendence at the end of life: the art of the possible. JAMA 2001;285(22):2898-905.

Breitbart W, Rosenfeld B, Pessin H, Kaim M, Funesti-Esch J, Galietta M, Nelson CJ, Brescia R: Depression, hopelessness, and desire for hastened death in terminally ill patients with cancer. JAMA 2000;284: 2907–2911. PMID:11147988, DOI:10.1001/ jama.284.22.2907 

Brenne E, Loge JH, Kaasa S, Heitzer E, Knudsen AK, Wasteson E; European Palliative Care Research Collaborative (EPCRC). Depressed patients with incurable cancer: which depressive symptoms do they experience? Palliat Support Care. 2013 Dec;11(6):491-501. doi: 10.1017/S1478951512000909. Epub 2013 Feb 7. Erratum in: Palliat Support Care. 2013 Dec;11(6):535. PMID: 23388067.

van Bruggen V, Ten Klooster P, Westerhof G, Vos J, de Kleine E, Bohlmeijer E, Glas G. The Existential Concerns Questionnaire (ECQ)-Development and Initial Validation of a New Existential Anxiety Scale in a Nonclinical and Clinical Sample. J Clin Psychol. 2017 Dec;73(12):1692-1703. doi:10.1002/jclp.22474.  

Cohen LM, et al. Depression and suicidal ideation in patients who discontinue the life-support treatment of dialysis. Psychosom Med 2002;64(6): 889-96.

D’Mello C, Swain MG. Immune-to-Brain Communication Pathways in Inflammation-Associated Sickness and Depression. Curr Top Behav Neuroscience 2017;31:73-94. doi: 10.1007/7854_2016_37.

Fairman N, Irwin SA. Diagnosis and Management of Depression in Palliative Care In: In: Handbook of Psychiatry in Palliative Medicine: Psychosocial Care of the Terminally Ill. Onder embargo 

Fujisawa D. Depression in Cancer Care. Keio J Med. 2018 Sep 25;67(3):37-44.doi: 10.2302/kjm.2017-0010-IR. Epub 2017 Oct 14. PMID: 29033396.

Gibbs JS, et al. Living with and dying from heart failure: the role of palliative care. Heart 2002;88 Suppl 2:ii36-9. PMID 12213799.

Janssen DJA, Spruit MA, Wouters EFM, Schols JMGA, Daily symptom burden in end-stage chronic organ failure: a systematic review. Palliat Med 2008; 22: 938-948.

Leonard BE Inflammation and depression: a causal or coincidental link to the pathophysiology? Acta Neuropsychiatr 2018 Feb;30(1):1-16. doi: 10.1017/neu.2016.69. 

Levis B, Benedetti A, Levis AW, et al. Selective Cutoff Reporting in Studies of Diagnostic Test Accuracy: A Comparison of Conventional and Individual-Patient-Data Meta-Analyses of the Patient Health Questionnaire-9 Depression Screening Tool. Am J Epidemiol. 2017 May 15;185(10):954-964. doi: 10.1093/aje/kww191.

Li M, Rosenblat J and Rodin G. Chapter 7: Depression. In: Levenson JL (ed.) The American Psychiatric Association publishing textbook of psychosomatic medicine and consultation-liaison psychiatry, 3rd Edition. 2019 pp. 245-260. Philadelphia, PA: American Psychiatric Association.

Massie MJ. Prevalence of depression in patients with cancer. J Natl Cancer Inst Monogr 2004; (32):57-71. PMID 15263042.

Mausbach BT and Irwin SA. Depression and healthcare service utilization in patients with cancer. Psychooncology. 2017 Aug;26(8):1133-1139. doi: 10.1002/pon.4133. Epub 2016 Apr 21.

Mercadante S, Adile C, Ferrera P, et al. Sleep disturbances in advanced cancer patients admitted to a supportive/palliative care unit. Support Care Cancer, 25 (2017), pp. 1301-1306.

Mitchell AJ, Chan M, Bhatti H, et al. Prevalence of depression, anxiety, and adjustment disorder in oncological, haematological, and palliative-care settings: a meta-analysis of 94 interview-based studies. Lancet Oncol. 2011 Feb;12(2):160-74. doi: 10.1016/S1470-2045(11)70002-X. Epub 2011 Jan 19.

Multidisciplinaire Richtlijn Depressie NVvP - Trimbos 2013.

Nederlandse Vereniging voor Psychosociale Oncologie. 2016. Richtlijn Aanpassingsstoornis bij patiënten met kanker. www.Trimbos.nl

Orde van Medisch Specialisten en de wetenschappelijke verenigingen. Medisch specialistische richtlijnen 2.0 2012 [internet]. Beschikbaar op (demedischspecialist.nl). [Geopend op 17-08-2022] 

Panagioti M, Scott C, Blakemore A, Coventry PA. Overview of the prevalence, impact, and management of depression and anxiety in chronic obstructive pulmonary disease. Int J Chron Obstruct Pulmon Dis. 2014 Nov 13;9:1289-306. doi: 10.2147/COPD.S72073. PMID: 25419126; PMCID: PMC4235478.

Read JR, Sharpe L, Modini M, et al. Multimorbidity and depression: A systematic review and meta-analysis. J Affect Disord. 2017 Oct 15;221:36-46. doi: 10.1016/j.jad.2017.06.009. Epub 2017 Jun 14.

Rhondali W, Perceau E, Berthiller J, et al. Frequency of depression among oncology outpatients and association with other symptoms. Support Care Cancer. 2012 Nov;20(11):2795-802. doi: 10.1007/s00520-012-1401-3. Epub 2012 Feb 17.

Rosenblat JD, Cha DS, Mansur RB, et al. Inflamed moods: a review of the interactions between inflammation and mood disorders. Prog Neuropsychopharmacol Biol Psychiatry. 2014 Aug 4;53:23-34. doi: 10.1016/j.pnpbp.2014.01.013. Epub 2014 Jan 25.

Rosenblat JD, Kurdyak P, Cosci F, Berk M, Maes M, Brunoni AR, Li M, Rodin G, McIntyre RS, Carvalho AF. Depression in the medically ill. Australian & New Zealand journal of psychiatry 2020 vol 54 (4) 346-366. DOI 10.1177/0004867419888576.

Rowbottom L, Chan S, Zhang L, et al. Impact of dyspnea on advanced cancer patients referred to a palliative radiotherapy clinic. Support Care Cancer. 2017 Sep;25(9):2691-2696. doi:10.1007/s00520-017-3677-9. Epub 2017 Mar 24. 

Salvo N, Zeng L, Zhang L, Leung M, Khan L, Presutti R, Nguyen J, Holden L, Culleton S, Chow E. Frequency of reporting and predictive factors for anxiety and depression in patients with advanced cancer. Clin Oncol (R Coll Radiol). 2012 Mar;24(2):139-48. doi:10.1016/j.clon.2011.05.003. Epub 2011 Jun 8. PMID: 21652191.  

Teunissen SC, Wesker W, Kruitwagen C, de Haes HC, Voest EE, de Graeff A. Symptom prevalence in patients with incurable cancer: a systematic review. J Pain Symptom Manage. 2007 Jul;34(1):94-104.

Thombs BD, Kwakkenbos L, Levis AW, et al. Addressing overestimation of the prevalence of depression based on self-report screening questionnaires. CMAJ. 2018 Jan 15;190(2):E44-E49. doi:10.1503/cmaj.170691.

Verbeek DE, van Riezen J, de Boer RA, van Melle JP, de Jonge P.Verbeek DE, et al. A review on the putative association between beta-blockers and depression. Heart Fail Clin. 2011 Jan;7(1):89-99. doi: 10.1016/j.hfc.2010.08.006. PMID: 21109212.

Wasteson E, Brenne E, Higginson IJ, et al. Depression assessment and classification in palliative cancer patients: A systematic literature review. Palliat Med. 2009 Dec;23(8):739-53. doi: 10.1177/0269216309106978. Epub 2009 Oct 13.

Zorginstituut Nederland. AQUA-Leidraad 2021 [internet]. Beschikbaar op Aqua-Leidraad (zorginzicht.nl). [Geopend 17-08-2022]

Zorgstandaard Depressieve stoornissen 2017. https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/depressieve-stoornissen/introductie.