Complicaties

Bij een verblijfskatheter kunnen zich de volgende problemen voordoen:

Problemen met inbrengen

Oorzaken: Phimosis, meatusstenose, urethrastrictuur, lokale tumorgroei (vulvacarcinoom) of prostaathypertrofie
Therapie: Verwijzing naar uroloog; overweeg suprapubische katheter

Polyurie

Na katheterisatie in verband met een blaasretentie kan een polyurische fase ontstaan (diurese >200 ml/uur). In de regel is dit zelflimiterend na 24 uur. Indien aanvullen met drinken van de geproduceerde hoeveelheid urine niet lukt of bij patiënten met nierfunctiestoornissen is opname en rehydratie intraveneus geïndiceerd.

Urinelekkage langs de katheter

Oorzaken: Doorgaans een gevolg van blaaskramp  urineweginfecties, blaasstenen, een te groot of te klein volume in de ballon (door grote vulling meer irritatie, door te klein volume lekkage langs de ballon en katheter), een verstopte of geluxeerde katheter, of een knik in het afvoersysteem.
Therapie: Het ballonvolume verkleinen, de katheter spoelen met fysiologisch zout of Solutio R of G, repositioneren of nieuwe katheter inbrengen.
Medicamenteus: verminderen van de reactiviteit van de blaasspier met een anticholinergicum (tolterodine slow release 1 dd 4 mg of solifenacine 1 dd 5-10 mg).
Antibiotica in geval van een urineweginfectie.

Hematurie en stolsels

Oorzaken: Mechanische beschadiging van blaasslijmvlies door tractie aan katheter (m.n. bij antistolling), steenvorming rond katheter of hemorragische cystitis. Tevens na overrekking van de blaas door verstopping van de katheter en door ingroei van tumor in de blaas.
Therapie: Eventuele antistolling stoppen, zorgen voor zo ruim mogelijke diurese en eventueel blaasspoelen met fysiologisch zout of Solutio R of G. Bij persisterende haematurie met verstoppen van de katheter door stolsels en/of anemie overleg uroloog voor opname, waarbij continu spoelen van de blaas en onderzoek naar de exacte oorzaak en gerichte therapie.

Urineweginfectie

Wanneer een verblijfskatheter meer dan vijf dagen in situ is, zal er bijna altijd sprake zijn van gecontamineerde urine (bacteriurie). Een dergelijke infectie kan niet blijvend worden verholpen.
Het is daarom in het algemeen niet zinvol dit te behandelen. Alleen in geval van koorts, pijn in urethra of blaas, urinelekkage langs de katheter, epididymitis of algehele malaise is kortdurende (gedurende zeven dagen) antibiotische behandeling geïndiceerd.
In geval van een epididymitis kan ook een suprapubische katheter worden overwogen.