Vóórkomen

Het voorkomen van anorexie en/of gewichtsverlies is afhankelijk van de aard en het stadium van de ziekte. Het anorexie-cachexie syndroom komt bij alle levensbedreigende ziektes voor, vooral in vergevorderde stadia. De prevalentie bedraagt 35% bij patiënten met HIV/AIDS en 20% bij patiënten met COPD en hartfalen, vooral in vergevorderde stadia van de ziekte. Bij patiënten met kanker is de prevalentie afhankelijk van de soort kanker. In vergevorderde stadia treedt het anorexie-cachexie syndroom op bij 35% van de patiënten met een mammacarcinoom, 50-60% van de patiënten met een colon-, long- of prostaatcarcinoom en 80-90% van de patiënten met een maag- of pancreascarcinoom. Bij 15-40% van alle patiënten met kanker is er al in een vroeg stadium sprake van anorexie en/of gewichtsverlies, met name bij patiënten met een long-, maag-, slokdarm-, hoofdhals- of pancreascarcinoom.