Inleiding

Onder anorexie wordt een gebrek aan eetlust verstaan. Het is een subjectieve beleving van de patiënt, die door diverse factoren veroorzaakt en beïnvloed kan worden.

Ondervoeding wordt gedefinieerd als een voedingstoestand waarbij een tekort of disbalans van energie, eiwit en/of andere voedingsstoffen leidt tot meetbare nadelige effecten op lichaamssamenstelling, functioneren en klinische resultaten.

Ondervoeding bij ziekte kan ontstaan door:

  • hongeren (ook wel 'starvation' genoemd)
  • verminderde inname of resorptie van voedingsstoffen, en/of
  • verhoogd verlies of verbruik van voedingsstoffen

en/of

  • metabole stoornissen door ontstekingsprocessen als gevolg van de onderliggende ziekte, bijkomende infecties of behandeling (bijv. grote operaties of chemoradiatie)

Er is meestal, maar niet altijd, sprake van ondergewicht. Een patiënt met overgewicht die fors is afgevallen maar nog steeds een te hoog gewicht heeft kan toch ondervoed zijn.

Ondervoeding is geassocieerd met een grotere kans op bijwerkingen van radiotherapie en chemotherapie, een verhoogd operatierisico, een vertraagde wondgenezing en een verminderde weerstand met verhoogde kans op infecties. Ondervoeding is ook geassocieerd met een slechtere functionele capaciteit en een slechtere kwaliteit van leven. Ondervoeding is geassocieerd met een lagere kans op response op chemo- en radiotherapie en met een kortere levensverwachting.

Er zijn geen algemeen geaccepteerde criteria voor het bestaan van ondervoeding. Meestal wordt een combinatie van criteria gebruikt:

  • onbedoeld gewichtsverlies ( > 5% in een maand of >10% in 6 maanden), of/en
  • een verlaagde BMI:
  • tot 65 jaar: < 18.5 of 18,5-20 in combinatie met een duidelijk verminderde inname (drie dagen niet of nauwelijks eten of meer dan een week minder eten dan normaal) of in combinatie met > 2% gewichtsverlies
  • 65 jaar en ouder: < 20 of 21-23 in combinatie met een duidelijk verminderde inname of in combinatie met > 2% gewichtsverlies,

of/en

  • verlies van spiermassa tot onder de 5e percentiel van de referentiewaarde in combinatie met > 2% gewichtsverlies

Het anorexie-cachexie syndroom wordt gedefinieerd als een multifactorieel syndroom als gevolg van een onderliggende ziekte dat wordt gekenmerkt door de combinatie van anorexie, cachexie sarcopenie en asthenie. Cachexie is een multifactorieel syndroom dat gekenmerkt wordt door ernstig gewichtsverlies en sarcopenie (aanhoudend verlies van spiermassa, met of zonder verlies van vetmassa) dat niet reageert op de gebruikelijke voedingsinterventies en leidt tot progressieve functionele beperkingen. Het syndroom kan slechts in geringe mate worden behandeld door conventionele voedingsinterventies en leidt tot asthenie (algemene zwakte, gekenmerkt door lichamelijke moeheid, verminderd vermogen tot lichamelijke activiteiten en psychische uitputting, blijkend uit concentratiestoornissen, geheugenverlies en emotionele labiliteit) en progressieve functionele beperkingen. Er is sprake van een negatieve eiwit- en energiebalans als gevolg van verminderde voedselinname en metabole stoornissen (zie hoofdstuk 3 en bijlage 13).

Niet alle ondervoede patiënten zijn cachectisch, maar cachectische patiënten zijn wel altijd ondervoed.

Bij het anorexie-cachexie syndroom is er vaak ook sprake van andere symptomen van het maagdarmkanaal zoals smaakveranderingen (28-65%), voedselpassagestoornissen (14-25%), snelle verzadiging (62-95%) misselijkheid (44-57%), braken (27-32%) en obstipatie (35-58%). Afwijkende laboratoriumbevindingen, zoals een C-reactive protein (CRP) >10 mg/l, een laag serumalbumine en/of anemie passen bij de diagnose, maar zijn niet specifiek.

Bij pre-cachexie is het gewichtsverlies nog beperkt ( < 5%), maar is er al wel sprake van anorexie en metabole ontregeling. Bij refractaire cachexie is er sprake van ver voortgeschreden ziekte, een Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG)) performance status van 3-4 (zie bijlage) en een levensverwachting van < 3 maanden.

Anorexie en pre-cachexie treden meestal relatief vroeg op in het beloop van levensbedreigende ziektes, terwijl refractaire cachexie pas in de laatste periode voor het overlijden optreedt. Het anorexie-cachexie syndroom kan een directe oorzaak van het overlijden zijn.