2.9 Deskundigheid

Alle zorgverleners in Nederland worden in staat geacht generalistische palliatieve zorg te bieden aan patiënten en hun naasten, en indien nodig specialistische ondersteuning te vragen. Iedere zorgverlener die betrokken is bij het verlenen van palliatieve zorg, op generalistisch, specialistisch of expertniveau, volgt daarom passende bij- en nascholing om de kwaliteit van zorg te waarborgen.
Vrijwilligers hebben in veel organisaties een belangrijk aandeel in het bieden van palliatieve zorg. Zij worden pas ingezet na een gekwalificeerde basistraining. Daarnaast hebben zij een eigen kwaliteitskader1.

1Zicht op ‘Er Zijn’, Kwaliteitskader Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (2016).

Standaard

Zowel de zorgverlener2 als de vrijwilliger is gekwalificeerd voor de zorg die ze verlenen en houden aantoonbaar hun kennis actueel met relevante bij- en nascholing.

Criteria

  • De zorgverlener is, in relatie tot zijn functie, vaardig en inhoudelijk deskundig ten aanzien van de vier dimensies in de palliatieve zorg (fysiek, psychisch, sociaal en spiritueel), gezamenlijke besluitvorming en proactieve zorgplanning. Hij heeft kennis genomen van overige belangrijke aspecten van zorg, zoals organisatie, stervensfase, verlies en rouw, cultuur en ethiek en recht. De zorgverlener houdt de voor zijn functie beschreven deskundigheid en vaardigheid bij.
  • In relatie tot zijn functie, is de zorgverlener in staat onderscheid te maken tussen ziektegerichte behandeling, symptoomgerichte behandeling en de stervensfase. Ook kan hij tijdig problemen voorzien (anticiperen) en signaleren en is in staat de daarbij passende zorg en nazorg te verlenen en te organiseren (continuïteit van zorg).
  • De zorgverlener moet zijn eigen kwaliteiten en beperkingen en die van directe collega-zorgverleners kennen wat betreft deskundigheid en vaardigheid ten aanzien van palliatieve zorg. Op basis hiervan is de zorgverlener in staat tijdig gespecialiseerde palliatieve zorg in te schakelen om deskundigheid en vaardigheid toe te voegen en daarmee de effectiviteit van de gevraagde zorg te vergroten.
  • De zorgverlener is in staat zichzelf de vraag te stellen ‘Zou het mij verbazen als deze patiënt in de komende twaalf maanden komt te overlijden?’. Wanneer hij hierop een negatief antwoord (‘Nee, dat zou mij niet verbazen.’) geeft, dan is hij in staat dit te bespreken met de behandelend arts.
  • De behandelend arts is, naar aanleiding van de markering van de verschillende fases die het ziektebeloop kenmerkt, in staat het complexe gesprek te voeren over diagnose en te verwachten beloop en weet dat het van belang is dat een naaste de patiënt vergezelt bij het gesprek.
  • De zorgverlener is, in relatie tot zijn functie, in staat een multidimensionele en functionele anamnese uit te voeren. Zo mogelijk maakt hij hierbij gebruik van (gevalideerde) meetinstrumenten.
  • De zorgverlener is in staat om samen met de patiënt en diens naasten helder te maken wat voor de patiënt nog van betekenis is, wat de patiënt wil realiseren en wat haalbare wensen en doelen zijn.
  • De zorgverlener is in staat het complexe gesprek met de patiënt en diens naasten te voeren over het naderende overlijden en de periode na het overlijden. En in het gesprek aandacht te hebben voor waarden, vragen, zorgen en behoeften die in het geding zijn. Hij is daarbij in staat aandacht te hebben voor het recht op (niet) willen weten.
  • De zorgverlener is, in relatie tot zijn functie, in staat de patiënt en diens naasten optimaal te informeren, rekening houdend met begripsvermogen, cultuur, copingstijl en taal.

Aanvullende criteria voor zorgverleners met specifieke palliatieve deskundigheid

  • In palliatieve zorg gespecialiseerde zorgverleners hebben een erkende opleiding palliatieve zorg, ervaring en vaardigheden. Hiermee kunnen zij voldoen aan de multidimensionele behoeften van de patiënt en diens naasten. Tevens zijn ze bereid en in staat om interdisciplinair samen te werken in teamverband (eerstelijn, tweedelijn of transmuraal).
  • Het gespecialiseerde team palliatieve zorg heeft de benodigde expertise om advies en ondersteuning te kunnen bieden in bijzondere situaties zoals onder meer aan kinderen, kwetsbare ouderen of gehandicapten die betrokken zijn bij patiënten in de palliatieve fase.
  • In palliatieve zorg gespecialiseerde zorgverleners zijn opgeleid en getraind in zelfreflectie en in het ontwikkelen van effectieve copingvaardigheden.
  • Deskundigheid en vaardigheid van individuele zorgverleners en van gespecialiseerde teams palliatieve zorg moeten niet alleen worden verworven, maar ook worden bijgehouden en vastgelegd, bijvoorbeeld in een disciplinegebonden register.
  • In palliatieve zorg gespecialiseerde zorgverleners geven scholing (bijvoorbeeld bedsideonderwijs en discipline-overstijgend onderwijs) aan andere zorgverleners om de ontwikkeling van generalistische palliatieve zorg te bevorderen. 
  • Voor het scholingsaanbod palliatieve zorg in het initieel onderwijs en vervolgonderwijs wordt gebruik gemaakt van in palliatieve zorg gespecialiseerde zorgverleners.
  • In palliatieve zorg gespecialiseerde zorgverleners nemen deel aan initiatieven om het publieke bewustzijn ten aanzien van palliatieve zorg te vergroten, voorlichting te geven of het aanbod van vrijwilligers uit te breiden.

Criteria vrijwilligers palliatieve zorg

  • De vrijwilliger is in relatie tot zijn taak inhoudelijk deskundig en vaardig in het afstemmen op de patiënt, met aandacht voor de vier dimensies in de palliatieve zorg en voor het samenwerken met anderen. De gevraagde deskundigheid en vaardigheid zoals vastgelegd in het eigen kwaliteitskader wordt bijgehouden.
  • Vrijwilligers zijn opgeleid en getraind in zelfreflectie en in het ontwikkelen van effectieve copingvaardigheden.
  • De vrijwilliger is zich bewust van zijn eigen waarden en overtuigingen. De vrijwilliger is in staat om binnen de grenzen van de eigen verantwoordelijkheid te blijven, tijdig te signaleren wanneer de eigen deskundigheid en vaardigheid om te handelen ontoereikend is en is in staat om bijtijds ondersteuning, begeleiding en/of scholing te vragen. 

Gerelateerde standaarden

Kwaliteit en onderzoek

2Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 1.0 als onderdeel van de Kennissynthese onderwijs palliatieve zorg (2016)

-

-