Acute palliatieve sedatie

Methode: consensus based (geen systematisch literatuuronderzoek uitgevoerd)

Tabel 4. Stappenplan met doseringsschema bij acute sedatie
  Middel Dosering
Stap 1A in geval er een
intraveneuze toegangsweg
beschikbaar is
midazolam 
  • 15-30 mg, bij voorkeur langzaam i.v. (enkele minuten)1 totdat voldoende sedatie bereikt is;
  • zo nodig in combinatie met morfine.
morfine (alleen bij pijn en/of dyspneu)
 
  • bij opioïdnaïeve patiënt: 15 mg langzaam i.v.;
  • bij opioïdgebruik: 1/3e van (equianalgetische) dagdosering tot een maximum van 30 mg.
Stap 1B in geval er geen
intraveneuze toegangsweg
beschikbaar is2
midazolam
  • 15-30 mg s.c.;
  • kies voor 30 mg bij dreigende acute verstikking en/of eerder benzodiazepinegebruik;
  • bij s.c. toediening van 30 mg (=6 cc) kan op 2 plaatsen 15 mg gespoten worden.

of:

  • 15 mg midazolam intranasaal (2,5 mg/dosis, 3 doses per neusgat). Niet geschikt bij bloeding uit neus. Zo nodig in combinatie met morfine.
morfine ( bij pijn en/of dyspneu)³
  • bij opioïdnaïeve patiënt: 15 mg s.c.;
  • bij opioïdgebruik: 1/3e van (equi-analgetische) dagdosering s.c. tot een maximum van 30 mg.
Stap 2
  • herhaal medicatie zo nodig op geleide op effect;
  • evalueer de situatie iedere 15 minuten;
  • geef opnieuw midazolam en morfine indien patiënt niet comfortabel is geworden;
  • geef afhankelijk van de reactie dezelfde of dubbele dosering midazolam en morfine;
Stap 3
  • heroverweeg indicatie tot sedatie indien patiënt niet snel komt te overlijden.

1 Bij I.V.-toediening wordt geadviseerd bolussen langzaam in enkele minuten toe te dienen vanwege kans op apneu.
2 De voorkeurswijze van toediening (intranasaal en subcutaan) is onder andere afhankelijk van de onderliggende oorzaak en/of de aanwezigheid van bekwame zorgverleners.
3 Gebruik ook morfine bij een acute sedatie als er een reële kan bestaat op het ontstaan van pijn en/of dyspnoe, wat bij acute sedatie vaak het geval zal zijn.