Organisatie van zorg

Uitgangsvraag

Op welke wijze wordt vormgegeven aan de organisatie van de zorg bij patiënten met een oncologisch ulcus in de palliatieve fase?

Methode: consensus-based

Aanbevelingen

  • Consulteer bij oncologische ulcera, waarbij de deskundigheid van de betrokken zorgverleners te kort schiet, een wonddeskundige (wondverpleegkundige, wondconsulent of verpleegkundig specialist wondzorg) voor advies over de wondzorg.
  • Verwijs bij levensbedreigende complicaties (infectie, bloeding) direct naar de huisarts, de huisartsenpost of de spoedeisende hulp (SEH), mits de patiënt dat wil en het passend is in het licht van de algehele toestand van de patiënt en de levensverwachting.

De gevolgen van een oncologisch ulcus zijn vaak groot. Ieder oncologisch ulcus kan als een complexe wond gezien worden, gelet op de vaak progressieve ontwikkeling, het optreden van complicaties zoals overmatig exsudaat, geurproblematiek, bloedverlies en/of pijn, en de aanvullende zorgproblemen die hierbij komen kijken.
Omdat genezing niet mogelijk is valt conform de kwaliteitsstandaard Organisatie van wondzorg in Nederland een oncologisch ulcus minimaal in wondcategorie III (een niet-spoedeisende wond die na drie weken behandeling onvoldoende genezing vertoont) en soms in wondcategorie IV (een wond die functie- of orgaanbedreigend is en soms levensbedreigend) [Kwaliteitsstandaard Organisatie van wondzorg in Nederland]. De kwaliteitsstandaard adviseert dan verwijzing voor multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg
Wondzorg kan geleverd worden door de reeds al aanwezige zorgverleners mits zij bevoegd en bekwaam zijn om (complexe) wondzorg uit te voeren. In veel gevallen zal de deskundigheid van de betrokken zorgverleners echter ontoereikend zijn. In dergelijke gevallen is advies van behandeling door een wonddeskundige (wondverpleegkundige, wondconsulent of verpleegkundig specialist wondzorg) in de eerste of tweede lijn vereist. Advies kan ook gevraagd worden via het WCS Kenniscentrum Wondzorg commissie oncologische wond en ulcera (Contact - WCS). De arts (huisarts, specialist ouderengeneeskunde of medisch specialist) blijft altijd betrokken bij en verantwoordelijk voor de wondzorg.
 
Wondinfecties en bloedingen kunnen levensbedreigend zijn. In dergelijke gevallen worden de patiënten direct gezien door de huisarts of verwezen naar de huisartsenpost (HAP) of de spoedeisende hulp (SEH) [Kwaliteitsstandaard Organisatie van wondzorg in Nederland], mits de patiënt dat wil en het passend is in het licht van de algehele toestand van de patiënt en de levensverwachting.
 

Kwaliteitsstandaard Organisatie van wondzorg in Nederland, 2018:
https://www.venvn.nl/media/eoqd133z/kwaliteitsstandaard-organisatie-van-wondzorg-in-nederland-1.pdf