Neurostimulatie

De toepassing van neurostimulatie bij patiënten met dyspneu in de palliatieve fase wordt niet aanbevolen.

Zie ook submodule Symptomatische niet-medicamenteuze behandeling.

Effect op dyspneu: kritische uitkomstmaat

COPD

Bausewein et al. includeerden drie RCT's die het effect van neurostimulatie evalueerden bij in totaal 50 patiënten met COPD [Bausewein 2008]. Eén studie (n=18) vond na zes weken een significant effect op dyspneu van transcutane elektrische spierstimulatie van de onderste ledematen in vergelijking met placebo stimulatie (Borg schaal: 10,1 vs. 12,6). Een tweede studie (n=15) vond na zes weken een significant effect op dyspneu van neurostimulatie van de onderste ledematen in vergelijking met geen stimulatie (CRQ dyspneu subschaal, gemiddeld verschil 1,2; 95% BI 0,4 tot 2,0). De derde studie (n=17) evalueerde het effect van het toevoegen van quadriceps elektrostimulatie aan standaard revalidatie gedurende vier weken in vergelijking met alleen revalidatie. Een significant effect op dyspneu na 4 weken werd gevonden op één van de twee gebruikte schalen (MRF-28 dyspneu subschaal: 43 vs. 53; Borg schaal: 6,0 vs. 6,0).

Pan et al. verrichtten een meta-analyse van bovengenoemde drie studies [Pan 2014]. Het gewogen gemiddelde verschil in de score voor dyspneu was -0,98 (95% BI -1,42 tot -0,54). De studie waarbij quadriceps elektrostimulatie toegevoegd werd aan standaard revalidatie had wellicht niet met de andere twee studies gecombineerd mogen worden.

Effect op kwaliteit van leven: kritische uitkomstmaat

Geen enkele studie rapporteerde het effect op kwaliteit van leven.

Effect op fysiek functioneren: kritische uitkomstmaat

Geen enkele studie rapporteerde het effect op fysiek functioneren.

Effect op inspanningstolerantie: kritische uitkomstmaat

Eén studie (n=18) vond na zes weken een significante toename (36,1%) na zes weken van de loopafstand op de Shuttle looptest van transcutane elektrische spierstimulatie van de onderste ledematen in vergelijking met placebo stimulatie (1,6%, p=0.007). Een tweede studie (n=17) evalueerde het effect van het toevoegen van quadriceps elektrostimulatie aan standaard revalidatie gedurende vier weken. Er werd geen significant effect op de 6-minuten loopafstand gevonden (gemiddeld verschil ten opzichte van baseline: 63 vs. 30 meter, p=0,12).

In de meta-analyse van Pan et al. werd deze tweede studie gecombineerd met een derde studie (n=30) die transcutane elektrische spierstimulatie van de onderste ledematen vergeleek met een sham interventie [Pan 2014]. Er werd geen significant verschil in loopafstand bij de 6 minuten-looptest gevonden (gewogen gemiddeld verschil 13,63; 95%BI -17,39 tot 44,65) [Pan 2014].

Bij patiënten met kanker in de palliatieve fase

Over het effect van het gebruik van neurostimulatie op dyspneu kan geen uitspraak worden gedaan.

Bij patiënten met een vergevorderd stadium van COPD

Er is bewijs van lage kwaliteit dat neurostimulatie van de onderste ledematen in vergelijking met geen neurostimulatie effect heeft op dyspneu.
Bausewein 2008, Pan 2014

Er is conflicterend bewijs van lage kwaliteit over het effect van quadriceps elektrostimulatie op inspanningstolerantie.
Bausewein 2008, Pan 2014

Bij patiënten met een vergevorderd stadium van hartfalen

Over het effect van het gebruik van neurostimulatie op dyspneu kan geen uitspraak worden gedaan.

Gebrek aan spierkracht in de extremiteiten kan een rol spelen bij dyspneu bij patiënten met kanker en patiënten met vergevorderde stadia van COPD en hartfalen. Er is evidentie dat neurostimulatie van de beenspieren een positief effect heeft op spierkracht bij patiënten met COPD.

Neurostimulatie wordt aanbevolen door Booth [2011] en door de richtlijn van de Canadian Thoracic Society [Marcuniuk 2011]. De leden van de werkgroep hebben onvoldoende kennis over en ervaring met deze technieken om hun waarde te kunnen inschatten bij de behandeling van dyspneu in de palliatieve fase.

Deze interventie wordt in Nederland nauwelijks toegepast en daarom niet aanbevolen.