Hulpmiddelen bij het lopen
Bij patiënten met dyspneu in de palliatieve fase:
- Adviseer het gebruik van een rollator.
- Adviseer om bij gebruik van zuurstof de zuurstoffles te vervoeren in een karretje.
Zie ook de submodule Symptomatische niet-medicamenteuze behandeling.
Effect op dyspneu: kritische uitkomstmaat
COPD
Bausewein et al. includeerden zeven RCT's (waarvan twee bij dezelfde populatie) die het effect van hulpmiddelen bij het lopen evalueerden bij in totaal 202 patiënten met COPD [Bausewein 2008]. Zes studies waren cross-over RCT's. Vijf studies (waarvan twee bij dezelfde populatie) vergeleken het gebruik van een rollator versus geen hulpmiddel, één studie vergeleek een rollator versus een wandelstok of geen hulpmiddel, en één studie vergeleek een zuurstoffles in een draagzak versus een zuurstoffles in een karretje.
Van de zes studies die het effect van een rollator op dyspneu evalueerden rapporteerden vier studies een significant effect en twee studies niet. Twee studies werden uitgevoerd bij dezelfde patiëntengroep (31 patiënten met COPD). In de eerste studie (met cross-over design) werd een 6-minuten looptest uitgevoerd op baseline en na 4 en 8 weken, telkens met en zonder een rollator in gerandomiseerde volgorde. Deze studie vond een significant verschil in effect op de modified Borg schaal (baseline 3,7 vs. 4,6; na 4 weken 4,0 vs. 4,5; na 8 weken 3,7 vs. 4,4; p=0,04). In de tweede studie (met parallel design) werden de resultaten gerapporteerd van het gebruik van een rollator thuis (n=18) of niet (n=13).Er werd geen significant verschil in effect gevonden op de dyspneu subschaal van de CRQ na 4 en na 8 weken. Twee studies rapporteerden het effect op de modified Borg schaal tijdens een 6-minuten looptest. Eén cross-over studie (n=10) vond een significant effect (gemiddelde score2,1 vs. 3,7), de andere niet (mediane score 5 vs. 6). Twee studies rapporteerden het effect op de modified Borg schaal na een 6-minuten looptest. Eén studie (n=40) vond een significant effect (gemiddelde score 1,8 vs. 2,7). De andere studie(n=11) rapporteerde eveneens een significant effect (gemiddelde verandering van score 3,4 vs. 4,7, p<0,005), hoewel het berekende gemiddelde verschil niet significant was (Review Manager 5.3; gemiddeld verschil ‑1,30; 95%BI -2,96 tot 0,36).
Een wandelstok had in één studie (n=10) geen significant effect op dyspneu in vergelijking met geen hulpmiddel, hoewel er geen kwantitatieve gegevens gerapporteerd werden.
Een zuurstoffles in een karretje had in één studie (n=60) in vergelijking met een draagzak een significant effect op dyspneu tijdens een 6-minuten looptest gemeten met de modified Borg schaal (3,9 vs. 5,8; p=0,001).
Effect op kwaliteit van leven: kritische uitkomstmaat
Een studie rapporteerde het effect van het gebruik van een rollator versus geen rollator bij 31 patiënten met COPD op de kwaliteit van leven na 4 en na 8 weken, gemeten met de CRQ [Bausewein 2008]. Er werd in geen enkele subschaal van de CRQ een statistisch significant verschil gevonden tussen beide groepen.
Effect op fysiek functioneren: kritische uitkomstmaat
Geen enkele studie rapporteerde het effect op fysiek functioneren.
Effect op inspanningstolerantie: kritische uitkomstmaat
Vier studies rapporteerden het effect van een rollator op de 6-minuten loopafstand [Bausewein 2008]. Twee studies vonden een significant effect, de andere twee niet.
Een wandelstok had in één studie geen significant effect op de 6-minuten loopafstand in vergelijking met geen hulpmiddel (210 vs. 223 meter).
Een zuurstoffles in een karretje had in één studie in vergelijking met een draagzak een significant effect op de 6-minuten loopafstand (291 vs. 262 meter; p=0,001).
Bij patiënten met kanker in de palliatieve fase
Over het effect van het gebruik van hulpmiddelen op dyspneu kan geen uitspraak worden gedaan.
Bij patiënten met een vergevorderd stadium van COPD
Er is bewijs van lage tot zeer lage kwaliteit dat het gebruik van een rollator effect heeft op dyspneu en inspanningstolerantie in vergelijking met geen gebruik van een rollator.
Bausewein 2008
Er is bewijs van zeer lage kwaliteit dat het gebruik van een rollator geen effect heeft op kwaliteit van leven.
Bausewein 2008
Er is bewijs van zeer lage kwaliteit dat een wandelstok in vergelijking met geen hulpmiddel geen significant effect heeft op dyspneu en inspanningstolerantie.
Bausewein 2008
Er is bewijs van matige kwaliteit dat een zuurstoffles in een karretje in vergelijking met een draagzak een significant effect heeft op dyspneu.
Bausewein 2008
Er is bewijs van lage kwaliteit dat een zuurstoffles in een karretje in vergelijking met een draagzak een significant effect heeft op inspanningstolerantie.
Bausewein 2008
Bij patiënten met een vergevorderd stadium van hartfalen
Over het effect van het gebruik van hulpmiddelen op dyspneu kan geen uitspraak worden gedaan.
Er is evidentie dat het gebruik van hulpmiddelen bij het lopen (met name een rollator) invloed heeft op dyspneu bij inspanning bij patiënten met COPD. Dit heeft vermoedelijk vooral te maken met het feit dat het gebruik van een rollator gepaard gaat met een houding die leidt tot een vergroting van de longinhoud en een verbetering van de longfunctie. Verder kan het gebruik van een rollator bij het lopen de actieradius verhogen.
Het gebruik van een hulpmiddel bij het lopen wordt aanbevolen door de richtlijnen van Cancer Care Ontario, de Canadian Thoracic Society en het Leitlinienprogramm Onkologie [Cancer Care Ontario 2010, Marciniuk 2011, Leitlinienprogramm Onkologie 2014]. Booth adviseert eveneens het gebruik van een hulpmiddel bij het lopen [Booth 2011]