Zelfzorg door de zorgverlener

Uitgangsvraag

Welke aspecten zijn randvoorwaardelijk voor het verlenen van zingeving/spirituele zorg?

Methode: Consensus-based.

Aanbevelingen

Deel als zorgverlener uw ervaringen met een collega als u merkt dat een patiëntsituatie u in gedachten bezig blijft houden of veel indruk op u maakt.

Neem als zorgverlener deel aan intervisie met andere zorgverleners om uw ervaringen en vragen in te brengen.

Volg als zorgverlener supervisie als u merkt dat u minder veerkracht heeft in uw patiëntencontacten.

Zorgen voor de ander en met name zorgen voor palliatieve patiënten geeft veel voldoening, maar vraagt ook veel van een zorgverlener. Zorgverleners beginnen vol idealen aan dit werk. Door werkdruk, verzakelijking, focus op het oplossen van concrete problemen of het realiseren van concrete doelen, kan de ontmoeting met de patiënt als mens echter op de achtergrond raken. Zorgverleners die deze ontmoeting wel aangaan krijgen soms de waarschuwing: ‘Let op uw grenzen!'

Een echte ontmoeting met de patiënt kan inderdaad confronterend zijn, bijvoorbeeld door de onmacht iets aan het lijden van de patiënt te kunnen doen en het (samen) te moeten verdragen. Het doet altijd een appèl op de emoties en beleving van de zorgverlener zelf.
Zorgen voor de ander vereist dan ook dat u ook goed voor uzelf zorgt om veerkracht te behouden in dit intensieve werk. Erkenning van en ruimte voor de eigen gevoelens en emoties, door u bewust te zijn van deze processen is belangrijk. Een organisatie of maatschap/vakgroep kan daarvoor inter- en/of supervisie aanbieden. Andere belangrijke aandachtspunten zijn: het bewaken van uw grenzen, het feedback krijgen en geven en helderheid hebben over taken en bevoegdheden.
Het op zoek gaan naar wat voor u als zorgverlener ontspannend en voedend is, humor, nieuwsgierigheid naar de eigen geschiedenis en bronnen kan ondersteunend zijn voor de zorgverlener.