Organisatie

Uitgangsvraag

Welke aspecten zijn randvoorwaardelijk voor het verlenen van zingeving/spirituele zorg?

Methode: Consensus-based.

Aanbevelingen

Maak binnen uw instelling of regio ruimte in de organisatie van zorg voor het gesprek over spirituele zorg, veelal met geestelijk verzorgers en psychologen, bijvoorbeeld in een MDO.

Zorg ervoor dat de patiënt en familie op de hoogte zijn van de beschikbaarheid van de geestelijk verzorger en de vrijplaatsfunctie die deze heeft.

Creëer de mogelijkheid voor zorgverleners voor het uitvoeren van intervisie of intercollegiale toetsing op het terrein van zorg voor zingeving/spiritualiteit.

Benoem naast de somatische, psychische en sociale dimensie de spirituele dimensie expliciet in beleids- en (meer)jaarplannen als belangrijk onderwerp in het verlenen van zorg aan de patiënt in de palliatieve fase.

Schenk in de scholing van zorgverleners aandacht aan het herkennen van spirituele vragen van patiënten, reik hiervoor handvatten aan de zorgverleners aan en besteed aandacht aan attitudevorming en communicatietechnieken.

Stel een aandachtsvelder zingeving/spiritualiteit aan.

Elke instelling die kwalitatief goede palliatieve zorg wil verlenen zal het belang van goede spirituele zorg erkennen. Hierbij hoort het scheppen van de voorwaarden hiervoor voor de zorgverleners.
Patiënten begrijpen dat er weinig aandacht en tijd is voor een gesprek, omdat zij zien dat verpleegkundigen druk zijn, maar zij vinden dat er soms wel tijd gemaakt kan worden. De verpleegkundigen bevestigen dat zij weinig of geen tijd hebben voor de patiënt en dus ook voor aandacht voor spirituele aspecten. Zij vinden zelf ook dat het een kwestie is van prioriteiten stellen. Soms wordt ‘het geen tijd hebben’ gebruikt als een excuus, terwijl de verpleegkundigen het moeilijk vinden om te praten over spiritualiteit. Een negatieve invloed op afdelingscultuur heeft de commercialisering van de zorg, de dominantie van de medisch-technische zorg en de nadruk op evidence-based care. Hierdoor ontstaat de indruk dat het menselijke aspect van de zorg in gevaar is [Leeuwen van, 2006].

Verzorgenden, verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en artsen dienen nascholing te kunnen volgen voor het exploreren en bespreken van de spirituele dimensie om ook spirituele distress te kunnen signaleren. Hiervoor dient vanuit de organisatie voldoende menskracht en financiering beschikbaar te worden gesteld.

Hulpverleners op de spirituele dimensie, veelal geestelijk verzorgers (de experts), maatschappelijk werkers en psychologen, dienen voldoende formatie te hebben voor directe en indirecte patiëntenzorg. Voorbeelden van indirecte patiëntenzorg zijn: deelname aan multidisciplinair overleg, inzetbaarheid voor deskundigheidsbevordering van medewerkers in de organisatie en deelname aan beleid- en adviescommissies.

De organisatie moet aandacht hebben voor de zelfzorg van de zorgverlener om de zorgverlener zijn psychische veerkracht zo goed mogelijk te kunnen laten behouden.