Begripsbepaling

Vermoeidheid bij kanker is een onaangenaam, aanhoudend, subjectief gevoel van lichamelijke, emotionele en/of cognitieve uitputting gerelateerd aan kanker of aan de behandeling ervan; dat interfereert met het dagelijks functioneren; de intensiteit is niet gerelateerd aan verrichte inspanning [NCCN 2017]. Vermoeidheid bij kanker verschilt van normale vermoeidheid door de intensiteit, de duur en de sensatie. Vermoeidheid bij kanker is heviger dan de vermoeidheid die men normaal gesproken na inspanning ervaart, reageert onvoldoende op rust of slapen, en is overweldigend in die zin dat men er niet overheen kan stappen.

Vermoeidheid bij kanker kent verschillende uitingsvormen c.q. dimensies:

  • lichamelijke vermoeidheid (bijv. zwakte, het niet in staat zijn tot het verrichten van lichamelijke inspanning);
  • cognitieve vermoeidheid (bijv. concentratie- en geheugenstoornissen, moeite met denken, beslissingen nemen);
  • emotionele vermoeidheid (bijv. snel optredende geïrriteerdheid of emotionele labiliteit, somberheid).

Van deze dimensies lijken met name de lichamelijke en de cognitieve dimensie gerelateerd aan de algehele vermoeidheids-beleving van patiënten met kanker in de palliatieve fase [de Raaf 2012].

Deze richtlijn is gericht op de vermoeidheid bij patiënten met kanker voor wie genezing niet meer mogelijk is. Waar mogelijk wordt onderscheid gemaakt tussen de periodes van ziektegerichte-, symptoomgerichte- en terminale palliatie.

Bij het beantwoorden van de uitgangsvragen wordt het effect besproken op vermoeidheid, kwaliteit van leven en functioneren. In de richtlijn wordt bij functioneren uitgegaan van fysiek functioneren tenzij anders wordt vermeld in de inleiding bij de uitgangsvraag.

Voor begrippen opgenomen in het Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland verwijzen we naar de begrippenkader van het kwaliteitskader [IKNL/Palliactief 2017]. In de aanbevelingen worden alle termen voluit geschreven. Buiten de aanbevelingen wordt er voor afkortingen verwezen naar (zie Afkortingen).