Anamnese en lichamelijk onderzoek

Dehydratie kan leiden tot een scala van klachten en verschijnselen zoals:

  • dorst; of en in welke mate dit optreedt is moeilijk aan te geven. Dit is mede afhankelijk van de oorzaak en de snelheid van ontstaan. In de terminale fase wordt het voorkomen hiervan waarschijnlijk overschat doordat dorst verward wordt met klachten ten gevolge van een droge mond door andere oorzaken dan dehydratie
  • droge lippen, mond en tong
  • droge huid en verminderde huidturgor
  • ingevallen gezicht en oogkassen
  • vermoeidheid/lethargie
  • obstipatie
  • spiertrekkingen
  • gewichtsverlies
  • verminderde urineproductie (treedt vaak al in een vroeg stadium op)
  • verlaagde bloeddruk, aanvankelijk alleen in staande houding (orthostatische hypotensie), leidend tot (neiging tot) flauwvallen
  • tachycardie (snelle hartslag)
  • spiertrekkingen
  • neuropsychiatrische verschijnselen: zwakte, apathie, delier (onrust en/of verwardheid), insulten, bewustzijnsdaling tot coma

Veel van bovengenoemde klachten en verschijnselen zijn echter aspecifiek en kunnen ook optreden zonder dat er sprake is van dehydratie. Ook is er vaak geen duidelijk verband tussen de mate van dehydratie en de ernst van de klachten en verschijnselen. Dit betekent dat toediening van vocht bovenstaande problemen lang niet altijd oplost. Verder kunnen klachten en verschijnselen optreden die samenhangen met de oorzaak van de dehydratie, zoals bijv. braken, diarree of polyurie.

Pijn is geen symptoom van dehydratie. Er zijn zelfs aanwijzingen dat ondervoeding en dehydratie leiden tot productie van mediatoren, zoals gamma-aminoboterzuur, ketonen en opioïde peptiden die een analgetisch effect hebben. Verder is het denkbaar dat door dehydratie afname van oedeem rondom de tumor of metastasen optreedt, waardoor pijnklachten afnemen.

Het dagelijks wegen van een patiënt (indien mogelijk en uitsluitend bij een levensverwachting van enkele weken of langer) kan een hulpmiddel zijn om veranderingen in de hydratietoestand en het effect van vochttoediening te monitoren. Het registreren van de urineproductie en de concentratie c.q. kleur van de urine kan eveneens gebruikt worden als maat voor de hydratietoestand.