Ventilator

Uitgangsvraag

Is een (hand)ventilator geschikt voor de behandeling van dyspneu bij mensen met gevorderde COPD?

Methode: evidence-based

Aanbeveling

  • Adviseer het gebruik van een ventilator of handventilator, gericht op het gezicht, ter vermindering van dyspneu bij mensen met gevorderde COPD. (2C)

Onderzoeksvraag

Om de uitgangsvraag van deze module te beantwoorden is een systematische literatuurzoektocht uitgevoerd. De onderzoeksvraag die hiervoor is opgesteld is PICO-gestructureerd en luidt:

Wat is het effect van een ventilator op dyspneu bij mensen met gevorderde COPD?

Patiënten Patiënten met gevorderde COPD
Interventie Ventilator
Comparator Andere interventie, geen interventie
Outcome Kritisch: dyspneu, kwaliteit van leven.
Belangrijk: fysiek functioneren, inspanningstolerantie

De volledige zoekactie, in- en exclusiecriteria en de exclusietabel zijn beschreven in de bijlage 'zoekverantwoording'.

Literatuurbespreking

De literatuurzoektocht identificeerde één relevante systematische review:

  • Qian et al. zochten naar studies die het effect van een ventilator evalueerden bij patiënten met dyspneu [Qian 2019]. Ze includeerden in totaal 10 studies (gepubliceerd tot september 2018), waarvan 9 gerandomiseerde studies. Van deze 9 studies waren er 6 die 140 patiënten met COPD includeerden (in totaal 140 patiënten; aandeel patiënten met COPD: 22-100%). Meta-analyses werden niet uitgevoerd. Er werd enkel beschrijvend gerapporteerd.

Aanvullend werden geen gerandomiseerde studies gevonden.

Kwaliteit van het bewijs

De review was van goede kwaliteit. Er werd breed gezocht in meerdere databases en het reviewproces gebeurde door twee onafhankelijke reviewers [Qian 2019]. Er werd wel een taalrestrictie toegepast (Engels en Chinees).

Effect op dyspneu

Qian et al. vonden geen significant effect in drie studies [Bausewein 2010, Johnson 2016, O’Driscoll 2011] die een ventilator vergeleken met geen ventilator of kamerlucht [Qian 2019]. Drie studies [Galbraith 2010, Kako 2018a, Marchetti 2015] vonden wel een significant effect wanneer een ventilator t.h.v. het gelaat vergeleken werd met een ventilator t.h.v. het been.

Effect op kwaliteit van leven

Er werden geen meta-analyses of gerandomiseerde studies geïncludeerd die het effect van een ventilator op kwaliteit van leven evalueerden.

Effect op inspanningstolerantie

In de studie van Marchetti [2015] was er een significant betere inspanningstolerantie, gemeten met een submaximale fietstest, bij gebruik van een ventilator, gericht op het gezicht (14,3 + 12 minuten versus 9,4 + 7,6 minuten, p=0,03).

Effect op fysiek functioneren

Er werden geen meta-analyses of gerandomiseerde studies geïncludeerd die het effect van een ventilator op fysiek functioneren evalueerden.

Zeer laag Er is bewijs van zeer lage kwaliteit dat een ventilator t.h.v. het gelaat een significant effect heeft op dyspneu in vergelijking met een ventilator t.h.v. het been bij patiënten met COPD. Het bewijs is gebaseerd op 3 gerandomiseerde studies met methodologische beperkingen en onduidelijke precisie.
[Qian 2019]
Zeer laag Er is bewijs van zeer lage kwaliteit dat een ventilator t.h.v. het gelaat een significant effect heeft op inspanningstolerantie in vergelijking met een ventilator t.h.v. het been bij patiënten met COPD. Het bewijs is gebaseerd op 1 gerandomiseerde studie met methodologische beperkingen en onduidelijke precisie.
[Qian 2019]
- Over het effect van een ventilator op kwaliteit van leven en fysiek functioneren bij patiënten met COPD kan geen uitspraak gedaan worden bij gebrek aan gerandomiseerde studies.

 

De resultaten van de studies over het effect van een ventilator op dyspneu zijn niet eenduidig te interpreteren. Drie gerandomiseerde studies bij in totaal 153 patiënten (waarvan 102 met COPD) laten geen verschil zien tussen een ventilator versus geen ventilator of kamerlucht [Bausewein 2010, Johnson 2016, O’Driscoll 2011]. Twee studies bij in totaal 70 mensen met kanker lieten wel een significant verschil in dyspneu zien tussen wel of geen ventilator [Kako 2018b, Wong 2017]. Een meta-analyse [Yu 2019] van de vijf genoemde studies [Bausewein 2010, Galbraith 2010, Johnson 2016, Kako 2018b, Wong 2017] bij in totaal 198 patiënten (waarbij in drie studies in totaal 94 mensen met COPD werden geïncludeerd) liet een significant verschil zien in dyspneu tussen een ventilator en geen ventilator direct na de interventie (gemiddeld verschil -1,01, 95% BI -1,57 tot -0,45). Na een maand behandeling werd geen verschil in effect gezien [Yu 2019].
Swan et al. [2019a] verrichtten een haalbaarheidsstudie bij 40 mensen met dyspneu met een MRC-score ≥3 (waarvan 30% met COPD), waarbij in een 2x2 design een ventilator en een cognitieve strategie (‘calming hand’) werden vergeleken met adviezen over zelfmanagement van dyspneu en over inspanning. De studie suggereerde meerwaarde van de ventilator ten opzichte van de cognitieve strategie en adviezen ten aanzien van zelfmanagement en inspanning met betrekking tot loopafstand en herstel van dyspneu na inspanning. Er waren geen duidelijke verschillen in dyspneu-scores.

De data over de effectiviteit van het gebruik van een ventilator voor dyspneu zijn niet eenduidig. Opvallend daarbij is dat het richten van een ventilator op het gezicht effectiever is dan het richten van een ventilator op het been [Galbraith 2010, Kako 2018a, Marchetti 2015]. Mogelijk speelt stimulatie van receptoren van de tweede en derde tak van de nervus trigeminus een rol.
Een meta-analyse van studies met een ventilator (3 studies) en met toediening van kamerlucht via een neusbril (2 studies) laat een significante afname van dyspneu zien ten opzichte van baseline [Swan 2019b]. Dat suggereert dat het effect van een ventilator berust op luchtstroom en niet op afkoeling.

Samenvattend is de werkgroep van mening dat er (zwakke) evidentie is voor behandeling van dyspneu met behulp van een ventilator, gericht op het gezicht en dat een proefbehandeling geïndiceerd is. Het advies is om de patient bij voorkeur een handventilator te laten gebruiken en die op een handbreedte van het gezicht heen en weer te bewegen in het gebied van de neus en mond. Alternatief is om een staande ventilator te gebruiken en die op het gezicht te richten.