Antidepressiva

Uitgangsvraag

Zijn antidepressiva geschikt voor de behandeling van dyspneu bij mensen met gevorderde COPD?

Methode: evidence-based

Aanbeveling

  • Het voorschrijven van antidepressiva ter verlichting van dyspneu wordt niet aanbevolen. (2B)

Onderzoeksvraag

Om de uitgangsvraag van deze module te beantwoorden is een systematische literatuurzoektocht uitgevoerd. De onderzoeksvraag die hiervoor is opgesteld is PICO-gestructureerd en luidt:

Wat is het effect van antidepressiva op dyspneu bij mensen met gevorderde COPD?

Patiënten Patiënten met gevorderde COPD
Interventie Antidepressiva (sertraline, mirtazapine)
Comparator Andere interventie, placebo, geen behandeling
Outcome Kritisch: dyspneu, kwaliteit van leven, inspanningstolerantie
Belangrijk: fysiek functioneren

De volledige zoekactie, in- en exclusiecriteria en de exclusietabel zijn beschreven in de bijlage 'zoekverantwoording'.

Literatuurbespreking

Over het effect van antidepressiva op dyspneu bij patiënten met COPD werden geen systematische reviews of gerandomiseerde studies gevonden.

- Over het effect van antidepressiva op dyspneu, kwaliteit van leven, inspanningstolerantie en fysiek functioneren bij patiënten met COPD kan geen uitspraak gedaan worden bij gebrek aan gerandomiseerde studies.

Vier case series, grotendeels van oudere datum, suggereren een effect van behandeling met selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s) op dyspneu bij mensen met COPD van respectievelijk sertraline [Papp 1995, 6 patiënten en Smoller 1998, 7 patiënten], citalopram [Perna 2004, 6 patiënten] en mirtazapine [Lovell 2018, 6 patiënten].
Currow et al. [2019] verrichtten een dubbelblinde gerandomiseerde studie bij 223 mensen met een MRC dyspneu score ≥3, waarbij sertraline in opklimmende doseringen (25 tot 100 mg/24 uur) werd vergeleken met placebo gedurende 4 weken. 71% van de mensen had COPD. 10% van de mensen had een verhoogde score voor depressie en 18% een verhoogde score voor angst op de Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS). Er werd gestratificeerd voor de scores van de HADS. Het primaire eindpunt was het percentage mensen die een verbetering ten opzichte van baseline hadden van >15% van de actuele dyspneuscore op een 0-100 mm visual analogue scale (VAS). De actuele dyspneuscore nam in beide groepen af, maar er was geen verschil in het percentage mensen met een afname van >15% (OR 1,0, 95%BI 0,71-1,40). Bij subgroepanalyse was er geen verschil in response tussen mensen met COPD en mensen met andere aandoeningen. Er was een grotere verbetering van globale kwaliteit van leven in de sertraline-arm. Er waren geen verschillen ten aanzien van angst- en depressiescores na vier weken.
Een kleine gerandomiseerde dubbelblinde studie vergeleek paroxetine met placebo bij 15 mensen met eindstadium COPD en depressieve symptomen [Lacasse 2004]. Er was een significante verbetering van twee schalen (emotional functioning en mastery) van de Chronic Respiratory Questionnaire (CRQ). Dyspneu was niet significant verschillend tussen beide armen.

Higginson et al. [2020] verrichten een gerandomiseerde dubbelblinde haalbaarheidsstudie bij 64 mensen met ernstige longziekten (64% COPD), waarbij mirtazapine (15 mg/24 uur) werd vergeleken met placebo gedurende 4 weken. 37% had een HADS-score >14, wijzend op klinisch significante angst en/of depressie. Dyspneu werd gemeten met een 0-10 Numeric Rating Scale (NRS). In beide armen trad een significante afname van de gemiddelde score voor ‘ergste dyspneu’ op. De gemiddelde score voor ‘ergste dyspneu’ bedroeg 6.3 in de mirtazapine-arm en 7.1 in de placebo-arm; de significantie van het verschil werd niet vermeld. De scores voor ‘gemiddelde dyspneu’ waren niet significant afgenomen ten opzichte van baseline en bedroegen 4.7 voor de mirtazapine-arm en 4.9 voor de placebo-arm. De HADS-score voor depressie bedroeg 4.3 in de mirtazapine-arm en 5.3 in de placebo-arm.
De werkgroep is van mening dat er onvoldoende grond is om antidepressiva voor te schrijven ter behandeling van dyspneu bij mensen met COPD. Gerandomiseerd onderzoek zal moeten uitwijzen of behandeling van depressie bij mensen met COPD leidt tot afname van dyspneu.
In de richtlijnen van de Canadian Thoracic Society [Marciniuk 2011] wordt het gebruik van antidepressiva ter vermindering van dyspneu bij COPD afgeraden. In het Global Initiative for Chronic Obstructive Pulmonary Disease [2020] en de richtlijnen van de American Thoracic Society [Nici 2020] en de Société de Pneumologie de Langue Française [Zysman 2016] wordt het gebruik van antidepressiva niet besproken. In de richtlijnen van NICE wordt de mogelijkheid van het gebruik van antidepressiva bij refractaire dyspneu kort genoemd.