Zorg voor de zorgverlener

Uitgangsvraag 

Op welke manier kan zorg voor de zorgverlener bij een rouwproces zo goed mogelijk worden vormgegeven?  

Methode: consensus-based 

Aanbevelingen

Chen C, Chow AYM, Tang S. Professional caregivers' bereavement after patients' deaths: A scoping review of quantitative studies. Death Stud. 2019;43(8):500-508. doi: 10.1080/07481187.2018.1488775. Epub 2018 Sep 28. PMID: 30265838.

Gerow L, Conejo P, Alonzo A, Davis N, Rodgers S, Domian EW. Creating a curtain of protection: nurses' experiences of grief following patient death. J Nurs Scholarsh. 2010 Jun;42(2):122-9. doi: 10.1111/j.1547-5069.2010.01343.x. PMID: 20618596.

IKNL/Palliactief. Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland. 2017.

Kim K, Churilov L, Huang A, Weinberg L. Bereavement practices employed by hospitals and medical practitioners toward attending funeral of patients: A systematic review. Medicine (Baltimore). 2019 Sep;98(36):e16692. doi: 10.1097/MD.0000000000016692. PMID: 31490361; PMCID: PMC6739025.

Meller N, Parker D, Hatcher D, Sheehan A. Grief experiences of nurses after the death of an adult patient in an acute hospital setting: an integrative review of literature. Collegian. 2019;26;302-10. 

Raymond A, Lee SF, Bloomer MJ. Understanding the bereavement care roles of nurses within acute care: a systematic review. J Clin Nurs. 2017 Jul;26(13-14):1787-1800. doi: 10.1111/jocn.13503. Epub 2017 Mar 27. PMID: 27504875.

Sikstrom L, Saikaly R, Ferguson G, Mosher PJ, Bonato S, Soklaridis S. Being there: A scoping review of grief support training in medical education. PLoS One. 2019 Nov 27;14(11):e0224325. doi: 10.1371/journal.pone.0224325. PMID: 31774815; PMCID: PMC6880967.

Voor dit onderwerp is geen systematisch literatuuronderzoek verricht.

Het Kwaliteitskader Palliatieve Zorg Nederland [2017] stelt: “In palliatieve zorg gespecialiseerde zorgverleners zijn opgeleid en getraind in zelfreflectie en in het ontwikkelen van effectieve copingvaardigheden” (p. 41). In het hoofdstuk ‘Verlies en rouw’ stelt het Kwaliteitskader: “Er wordt structureel aandacht geschonken aan deskundigheidsbevordering, ondersteuning, supervisie of intervisie in relatie tot omgaan met (herhaaldelijk) verlies en rouw van de zorgverlener en vrijwilliger” (p. 64). 

De kwaliteit van de hieronder genoemde studies is gering. Er ontbreken meta-analyses en in verschillende reviews hebben de onderzoekers niet systematisch gezocht. 

Een scoping review van kwantitatieve studies bracht verschillende factoren in kaart, die zicht boden op de omgang van zorgverleners met het overlijden van een patiënt [Chen 2019]. Deze factoren waren emoties (op de korte termijn) en uitval of afname van functioneren en negatieve beïnvloeding van interacties met anderen (op de lange termijn). Tegelijk rapporteerde de review ook groei door rouw, zoals een meer positieve waardering van het leven en groei van compassie. 

Een integratieve review onder verpleegkundigen in een acute ziekenhuissetting liet zien dat in hun omgang met rouw controle over de eigen emoties een rol speelde. Gebrek aan controle, zoals bij een onverwacht overlijden, kon het rouwproces negatief beïnvloeden [Meller 2019]. Het rouwproces kan ook negatief beïnvloed worden als zorgverleners het gevoel hebben dat ze tekortschieten, bijvoorbeeld omdat ze niet de gewenste zorg (hebben) kunnen bieden [Chen 2019; Raymond 2017]. Op basis van deze studies acht de werkgroep het belangrijk stil te staan bij factoren die het rouwproces negatief (kunnen) beïnvloeden. Zij denkt daarbij ook aan heftige emoties rondom een overlijden – bij patiënt, naasten en/of zorgverleners – en een als traumatisch ervaren overlijden. 

Collegiale steun speelt een positieve rol bij de omgang met rouw [Meller 2019]. Deze steun bleek bijvoorbeeld belangrijk bij verpleegkundigen die hun eerste overlijden(s) meemaakten [Gerow 2010]. Dit onderstreept het belang van structurele aandacht voor rouw van zorgverleners, waarbij er mogelijkheid is om elkaar te steunen [Kwaliteitskader 2017, p. 64]. De werkgroep beveelt daarbij aan om dit zoveel mogelijk binnen werktijd vorm te geven, bijvoorbeeld tijdens vaste overlegmomenten, of juist tijdens een aparte sessie. 

Een aantal studies wees ook op het belang van de inzet van spirituele zorg, zoals de inzet van een geestelijk verzorger [Chen 2019; Raymond 2017]. Ook een korte herdenking of het al dan niet bijwonen van een uitvaart vallen hieronder [Kim 2019]. De werkgroep raadt het herdenken van overledenen tijdens een grotere bijeenkomst aan, waarbij geestelijk verzorgers of andere begeleiders met betrokkenen nadenken over welke rituele handelingen steun kunnen bieden. 

Een scoping review had als doel om rouw trainingen voor studenten geneeskunde en artsen in kaart te brengen [Sikstrom 2019]. Deze review rapporteerde het belang van zelfbewustzijn en -reflectie. Persoonlijke groei en zelfbewustzijn kunnen studenten geneeskunde en artsen helpen om de impact van het overlijden van een patiënt op hun eigen emoties in te schatten en om te gaan met stress en mogelijk burn-out. Andere studies benadrukten ook het belang van onderwijs, dat het risico op negatieve reacties op het overlijden leek te verlagen [Raymond 2017; Chen 2019]. De werkgroep ziet, op basis van deze studies en eigen expertise, het belang van gezamenlijke en individuele verantwoordelijkheid voor het eigen rouwproces door bijvoorbeeld mogelijkheden tot reflectie en deskundigheidsbevordering te creëren, zoals trainingen, onderwijs, intervisie en/of supervisie. Daarbij kan een professional, die bekwaam is in het begeleiden van groepsprocessen rondom rouw, ingezet worden, bijvoorbeeld als de rouw voor een heel team problematisch verloopt. 

Praktische instrumenten die zorgverleners in hun rouwproces kunnen steunen: