Culturele diversiteit
Uitgangsvraag
Waar moet op gelet worden bij begeleiding en behandeling van rouw als de patiënt of diens naaste een andere culturele achtergrond dan de zorgverlener heeft?
Methode: consensus-based
Aanbevelingen
- Vermijd ‘homogenisering’ van specifieke culturele groepen ten aanzien van rouw(verwerking). Wees je daarbij bewust van:
- diversiteit binnen specifieke cultureel onderscheiden groepen;
- wisselwerking tussen individu en sociaal-culturele gemeenschappen en contexten;
- invloed van geslacht, leeftijd, rollen, sociaaleconomische status, beperkingen, taalbarrières.
- Stimuleer en oefen (binnen het team) bewustwording van vooroordelen en van de diversiteit binnen het team en de (constructieve) uitwisseling daarvan.
- Overweeg om door te vragen naar concrete rouw-gerelateerde behoeften en gewoontes, wat betreft beleving, cultuur, rituelen, gezelschap, omgang met en/of repatriëring lichaam. Houd er rekening mee dat sommige uitvaartrituelen voortvarend handelen vereisen (bij Joden, Moslims, Hindoes, Sikhs).
- Bied een helder kader bij rouwende families met grote, onderlinge betrokkenheid. Denk daarbij aan:
- het maken van afspraken met de contactpersoon van de familie;
- het mogelijk aanbieden van voldoende fysieke ruimte om (expressief) te kunnen rouwen;
- afspraken maken met betrekking tot bezoekregeling op de afdeling.
- Overweeg met elkaar kennis te vergroten van praktijken en gewoonten in lokale gemeenschappen, bijvoorbeeld door het bijhouden van een logboek en/of het raadplegen van een contactpersoon ten aanzien van cultuur, levensbeschouwing en religie.
- Overweeg bij complexe rouw een geestelijk verzorger te betrekken, die waar nodig ook kan doorverwijzen naar een collega met een passende levensbeschouwelijke en/of culturele achtergrond.
Voor dit onderwerp is geen systematisch literatuuronderzoek verricht.
Begeleiding en behandeling
Behandeling van normale rouw van volwassenen is doorgaans niet nodig. Onderzoek ondersteunt diverse positieve effecten van aandacht voor rouw en verlies [Becker 2007]. Waarderende aandacht en luisterbereidheid, en het verdriet ter sprake durven brengen in de normale contacten door zorgverleners en vrijwilligers is dikwijls voldoende (zie ook module Rouwbegeleiding en -behandeling). Een context die dat mogelijk maakt, houdt expliciet rekening met een diversiteit aan culturele/religieuze gebruiken en rituelen: rond overlijden, bij rouw en in de omgang met het lichaam van de overledene.
Het ‘homogeniseren’ van specifieke culturele groepen ten aanzien van rouw en rouwverwerking wordt ontraden. Er bestaat namelijk grote diversiteit binnen culturele groepen [Ciobanu 2017, Green 2014]. Mensen zijn niet gelijk, al behoren ze tot een en dezelfde groep [Haviland 2021, Clancy 2020, Suurmond 2021], en ze behoren doorgaans tot meerdere groepen [Kalsky 2017]. De praktijk wijst uit dat rouw verschillend wordt ingevuld of geïnterpreteerd [Pentaris 2020a]. Het is voor zorgverleners daarom belangrijk zich bewust te zijn van een grote diversiteit in rouwgebruiken en behoeftes en elkaar te voeden met (practice based) kennis. Vergelijk bijvoorbeeld: Verschillen binnen religies en etnische groepen rond sterven en rouw (huisarts-migrant.nl). Het kan daarnaast zinvol zijn om een logboek bij te houden van praktijken en gewoonten in lokale gemeenschappen. Het is belangrijk om niet te veel te veronderstellen, maar juist met mensen in gesprek te gaan en te vragen naar concrete behoeften (zie ook de modules over Rouwbegeleiding en -behandeling van patiënten, bij volwassen naasten en minderjarige naasten). Daarbij worden niet alleen individuele patiënten betrokken, maar waar mogelijk en gewenst, juist ook familie en lokale religieuze en/of culturele gemeenschappen, zodat de gewoontes van mensen en hun gemeenschappen meegenomen worden in het rouwproces.
Wanneer het moeilijk blijkt te zijn om rouw adequaat ter sprake te brengen of om rouwhandelingen goed te begrijpen terwijl dit voor de patiënt of naasten wel belangrijk is, wordt naast scholing aangeraden een expert op het gebied van levensbeschouwing/religie te raadplegen - bijvoorbeeld een geestelijk verzorger - dan wel verdiepende literatuur te lezen [Pentaris 2020b; De Graeff 2012; Mistiaen 2011]. De website van Pharos biedt handige handvatten op het gebied van Interculturele en begrijpelijke palliatieve zorg (pharos.nl).
Achtergrond
De cultuur waarin mensen opgroeien, beïnvloedt hoe mensen en sociale gemeenschappen omgaan met verlies. Dat wordt zichtbaar in emotionele uitingen, (rituele) handelingen en gebruiken en bijpassende plechtigheden rondom uitvaart en dood [He 2021, Ahaddour 2019, Killikelly 2018, Mooreman 2018, Gunaratman 2013, Firth 1997]. Waar de een hecht aan een ingetogen en sober afscheid, is voor anderen samen eten, dansen en zingen belangrijk. Soms is een enkele naaste gewenst, waar verdriet elders met de hele gemeenschap wordt gedeeld [Mooreman 2018, Smid 2019, De Graeff 2012, De Jong 1994]. Vaak komen familie en vrienden ook later nog op vaste tijden bij elkaar om elkaar te steunen en de overledene te herdenken. Het is van belang adequate ruimte te bieden voor deze verschillende uitingen van verdriet en herdenken. Naast de wensen van de overledene moet ook rekening gehouden worden met culturele of religieuze gewoonten, rituelen en plichten, omdat de psychische gevolgen groot kunnen zijn als deze niet gehonoreerd worden [De Jong 1994].
Culturele diversiteit is multifactorieel. Naast een mogelijke migratieachtergrond speelt de wijze van verbondenheid met (religieuze en/of culturele) gemeenschappen, waartoe men fysiek of mentaal behoort, een rol. Daarbinnen spelen gender, rollen, leeftijd, sociaaleconomische status, eventuele beperkingen, beschikbare (beeld)taal, de rol van een gemeenschap en hoe daarin rouw tot expressie komt. Al deze factoren beïnvloeden hoe met rouw wordt omgegaan.
Op basis van voorgaande, komt de werkgroep tot de volgende aanbevelingen:
- Vermijd ‘homogenisering’ van specifieke culturele groepen ten aanzien van rouw(verwerking). Wees je daarbij bewust van:
- diversiteit binnen specifieke cultureel onderscheiden groepen;
- wisselwerking tussen individu en sociaal-culturele gemeenschappen en contexten;
- invloed van geslacht, leeftijd, rollen, sociaaleconomische status, beperkingen, taalbarrières.
- Stimuleer en oefen (binnen het team) bewustwording van vooroordelen en van de diversiteit binnen het team en de (constructieve) uitwisseling daarvan.
- Overweeg om door te vragen naar concrete rouw gerelateerde behoeften en gewoontes, wat betreft beleving, cultuur, rituelen, gezelschap, omgang met en/of repatriëring lichaam. Houd er rekening mee dat sommige uitvaartrituelen voortvarend handelen vereisen (bij Joden, Moslims, Hindoes, Sikhs).
- Bied een helder kader bij rouwende families met grote, onderlinge betrokkenheid. Denk daarbij aan:
- het maken van afspraken met de contactpersoon van de familie;
- het mogelijk aanbieden van voldoende fysieke ruimte om (expressief) te kunnen rouwen;
- afspraken maken met betrekking tot bezoekregeling op de afdeling.
- Overweeg met elkaar kennis te vergroten van praktijken en gewoonten in lokale gemeenschappen, bijvoorbeeld door het bijhouden van een logboek en/of het raadplegen van een contactpersoon ten aanzien van cultuur, levensbeschouwing en religie.
- Overweeg bij complexe rouw een geestelijk verzorger te betrekken, die waar nodig ook kan doorverwijzen naar een collega met een passende levensbeschouwelijke en/of culturele achtergrond.