Inleiding

Onder een oncologisch ulcus wordt verstaan een onderbreking van de epidermis door infiltratie van maligne cellen. Het is een wond die ontstaat ten gevolge van tumorgroei, primair of van metastasen. Het onderliggende weefsel is dan ook altijd maligne.

Een oncologische wond is een wond die ontstaat ten gevolge van de behandeling van een maligniteit zoals chirurgie, radiotherapie en/of chemotherapie.

Wonden worden als volgt ingedeeld:

  • zwarte wonden waarbij het wondoppervlak bedekt is met zwarte necrose
  • gele wonden waarbij het wondoppervlak bedekt is met (evt. geïnfecteerd) geel beslag
  • rode wonden waarbij het wondoppervlak schoon is

In de praktijk zijn de wonden meestal niet uitsluitend zwart, geel of rood, maar zijn het combinaties van twee of drie types.

Oncologische ulcera kunnen net als de overige wonden naar kleur worden ingedeeld. De betekenis van de kleur is bij de oncologische ulcera anders.

Een rode wond wijst normaliter op gezond granulatieweefsel met een goede genezingstendens. Bij een oncologisch ulcus is het rode weefsel in de wond tumorweefsel. In tegenstelling tot de niet-oncologische wond is hier niet of nauwelijks sprake van een genezingstendens. Zwart weefsel in een wond is necrose. Bij wonden ontstaan door benigne oorzaken is de grens tussen necrose en gezond weefsel goed zichtbaar. Bij oncologische ulcera is de overgang tussen necrotisch weefsel en tumorweefsel niet scherp begrensd. Het grote verschil tussen een oncologisch ulcus en een oncologische wond is dat bij een oncologisch ulcus het onderliggend weefsel maligne is en bij een oncologische wond benigne. Dit maakt dat de behandeling van een oncologisch ulcus op onderdelen wezenlijk afwijkt van de behandeling van door andere oorzaken veroorzaakte wonden.

Een oncologisch ulcus is een direct gevolg van tumor-(door)groei en heeft geen natuurlijke genezingstendens. Een oncologisch ulcus reageert alleen op tumorgerichte behandelmethoden zoals chirurgie, radiotherapie of chemotherapie.

Oncologische wonden, zoals ontstaan door extravasatie na chemotherapie, een chirurgische wond waarbij de maligniteit geheel is verwijderd, of een nattende desquamatie ten gevolge van radiotherapie, hebben in principe een normale genezingstendens. Het onderliggend weefsel is immers benigne. Bij een chirurgische oncologische wond kan wel sprake zijn van een vertraagde of verstoorde wondgenezing als al gestart wordt met chemo- of radiotherapie voordat de wond dicht is.

Hier wordt het oncologische ulcus besproken. De behandeling van het oncologisch ulcus is in de meeste gevallen palliatief van opzet.