Diagnostiek

Classificatie

Oncologische ulcera worden als volgt geclassificeerd:

  • Graad I: intacte epidermis met dreigende aantasting van de huid door onderliggend tumorweefsel
  • Graad II: beginnende aantasting subcutis
  • Graad III: diepe doorgroei met aantasting subcutis
  • Graad IV: droge en/of vervloeide necrose tot 30% van het wondoppervlak
  • Graad V: droge en/of vervloeide necrose op meer dan 30% van het wondoppervlak

Klachten en verschijnselen

Oncologische ulcera kunnen tot de volgende lichamelijke klachten en verschijnselen leiden:

  • zichtbare afwijkingen van huid of slijmvliezen, gekenmerkt door verkleuring en verschillende groeipatronen: uitwendige groei (exofytische laesies), ulceratie (endofytische laesies) of een combinatie van beide; de huid kan intact zijn of niet; soms is er zichtbaar weefselversterf (necrose)
  • pijn (31%), met name bij graad II t/m V
  • vochtafscheiding (exsudatie) (18%)
  • onaangename geur als gevolg van weefselversterf en/of superinfecties met anaërobe bacteriën (12%) met name bij graad IV en V
  • bloedingsneiging (6%), met name bij graad II t/m V
  • oedeem
  • bewegingsbeperking
  • verlies van vocht (leidend tot dehydratie) en nutriënten (leidend tot gewichtsverlies en cachexie)

Bij het in kaart brengen van klachten en verschijnselen kan eventueel gebruikgemaakt worden van specifieke intake- en evaluatieformulieren (zie Intakeformulier oncologisch ulcus en Evaluatieformulier oncologisch ulcus)

Psychosociale problematiek

'Can we begin to imagine what it must feel like for a patient to see part of his body rotting and to have to live with the offensive smell from it, see the reaction of his visitors (including doctors and nurses) and know that it signifies lingering death...'

Oncologische ulcera kunnen leiden tot ernstige psychosociale problemen.
Het gaat daarbij met name om:

  • gevolgen van een verstoord lichaamsbeeld: gevoel er niet acceptabel uit te zien, schaamte, gevoel onaantrekkelijk te zijn, verlies van vertrouwen, verwaarlozing van uiterlijk, verlies van gevoel van seksuele en sociale gelijkwaardigheid, verlies van identiteit als man of vrouw en als persoon
  • boosheid, angst en/of somberheid
  • gevoelens van toenemende afhankelijkheid en verlies van autonomie
  • sociaal isolement als gevolg van een veranderd zelfbeeld, schaamte, veranderde relatie met de partner en/of afwerende en ontwijkende houding naar of door de omgeving
  • overbelasting van de mantelzorg
  • (dreigende) financiële problematiek door hoge eigen bijdrage aan kosten van wondbedekkers

Analyse

De volgende factoren zijn (mede)bepalend voor de keuze van de behandeling van een oncologisch ulcus:

  • de aard van het onderliggend lijden en de voorgaande en huidige behandeling ervan
  • de levensverwachting van de patiënt
  • beschrijving van het ulcus en de gevolgen ervan (plaats, afmeting, diepte, kleur, geur, exsudaat, bloedingsneiging, pijn, fistelvorming, maceratie, oedeem)
  • huidige medicamenteuze behandeling van het ulcus (lokaal en systemisch)
  • huidige wondverzorging (materialen, wijze van aanbrengen, frequentie van wondverzorging)
  • actuele en te verwachten problemen ten gevolge van het ulcus op korte termijn
  • de mate waarin de patiënt hinder ervaart van deze klachten
  • voedingstoestand
  • (de aard van de) psychosociale problematiek
  • draagkracht van de patiënt en van de mantelzorg