Uitgangspunten van palliatieve zorg
Uitgangsvraag
Wat zijn de uitgangspunten van palliatieve zorg?
Aanbevelingen
Besteed aandacht aan alle dimensies van de zorg: lichamelijk, psychisch, sociaal en spiritueel.
Onderken de veerkracht en de wijze waarop de patiënt met zijn of haar ziekte en situatie omgaat en stem de zorg en begeleiding daarop af.
Stel een individueel zorg- en behandelplan op, gebaseerd op de individuele doelen, behoeften, grenzen en wensen van de patiënt. Anticipeer op situaties die zich in de toekomst zouden kunnen voordoen en ga tijdig het gesprek aan over wensen van de patiënt ten aanzien van het levenseinde.
De zorgmodule palliatieve zorg 1.0 [Spreeuwenberg 2013] beschrijft zowel zorginhoudelijke als zorgorganisatorische aspecten van goede palliatieve zorg, en vormt daarmee een kader waarin zorg in de palliatieve fase onderscheiden wordt van basiszorg zoals die in ziektespecifieke zorgstandaarden wordt beschreven.
Palliatieve zorg wordt geleverd door formele zorgverleners samen met informele zorgverleners, te weten de naasten en vaak ook vrijwilligers. Er wordt gestreefd de patiënt te ondersteunen bij het vinden en handhaven van de balans tussen draaglast en draagkracht. De hulpvraag van de patiënt staat centraal. Daarbij komen niet alleen lichamelijke aspecten aan de orde, maar is er juist ook aandacht voor de psyche, sociale context en spirituele behoeften en wensen van de patiënt. Iedere patiënt gaat anders met de situatie om. (H)erkenning van de veerkracht en van de coping stijl van de individuele patiënt en afstemming daarop van de zorg en begeleiding zijn noodzakelijk om goede zorg te kunnen leveren. Zorgverleners zetten niet alleen hun specifieke expertise in, maar tonen ook inlevingsvermogen, compassie en respect. Communicatieve vaardigheden zijn hiervoor onontbeerlijk. Zo nodig wordt gespecialiseerde psychosociale hulpverlening (maatschappelijk werker, psycholoog) en/of een geestelijk verzorger ingezet.
In een open dialoog wordt informatie gegeven en getracht tot een gezamenlijk gedragen plan voor behandeling en zorg te komen op basis van enerzijds de kennis en de ervaring van de zorgverlener en anderzijds de ervaring, waarden en voorkeuren van de patiënt ('shared decision making'). In het behandel- en zorgplan worden de individuele doelen, behoeften, grenzen en wensen van de patiënt weergegeven [Nederlands Huisartsen Genootschap 2014]. Daarbij wordt ook geanticipeerd op situaties die zich in de toekomst voor zouden kunnen doen (advanced care planning). Daarbij komt ook aan de orde of de patiënt al dan niet gereanimeerd wil worden. De wensen van de patiënt ten aanzien van het levenseinde komen tijdig aan de orde [Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst 2012].
Als de behoeften en wensen van de patiënt niet overeenkomen met wat een zorgverlener kan of wil bieden, dient deze dit expliciet aan te geven en samen met de patiënt naar een goede oplossing te zoeken.
In de loop van het ziektetraject wordt regelmatig nagegaan of er verandering is opgetreden van de behoeften en wensen van de patiënt.
Onderlinge afstemming en een goede overdracht tussen alle betrokkenen is essentieel voor goede palliatieve zorg (zie Organisatie van zorg - Vervolgtraject).
De zorgverleners zetten niet alleen hun kennis in, maar tonen ook inlevingsvermogen, compassie en respect.
Een individueel zorg- en behandelplan, waarin de individuele doelen, behoeften, grenzen en wensen van de patiënt worden weergegeven, draagt er toe bij om te komen tot zorg, die het beste past bij de patiënt in zijn huidige situatie.
[Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst 2012, Nederlands Huisartsen Genootschap 2014, Spreeuwenberg 2013]