Pathofysiologie

Wervelmetastasen ontstaan, meestal door hematogene verspreiding, in het wervellichaam en (veel minder vaak) in de pedikel of in de wervelboog (figuur 1C). De epidurale uitbreiding neemt dan ook meestal het anterieure en anterolaterale deel van het wervelkanaal in [Byrne 1992, Algra 1992]. In een kleine minderheid van de gevallen ontstaan SEM door ingroei van paravertebraal gelegen tumoren via de foramina intervertebralia (figuur 1D). Met name lymfomen, niercelcarcinomen en retroperitoneaal gelegen sarcomen zijn hierom berucht [Posner 1995]. Hoogst zelden ontstaan SEM in de epidurale ruimte zelf (figuur 1E). Hematogene verspreiding van tumoren vindt meestal via de arteriële weg plaats, maar soms ook via de veneuze epidurale plexus [Batson 1940, Algra 1991]. Via de laatstgenoemde route kunnen viscerale metastasen en tumoren aanleiding geven tot wervelmetastasen. Ingroei in het wervellichaam door pathologische lymfeklierpakketten, bijvoorbeeld bij para-aortale lymfekliermetastasen bij gynaecologische maligniteiten worden niet tot de wervelmetastasen gerekend, maar kunnen wel soortgelijke klachten van pijn tot aan neurologische uitval veroorzaken. De behandeling hiervan wordt niet in deze richtlijn besproken.

Figuur 1. Spinale epidurale metastasen (SEM) (C-E), leptomeningeale metastasen (B) en intramedulaire metastasen (A) [Byrne 1992]

Intramedullaire metastasen zijn heel zeldzaam en bevinden zich in het ruggenmerg zelf (A). Leptomeningeale metastasen bevinden zich in de extramedullaire en intradurale subarachnoïdale ruimte (B). Spinale epidurale metastasen (SEM) ontstaan meestal ten gevolge van uitbreiding van wervelmetastasen vanuit de aangrenzende wervelkolom (C), soms door uitbreiding in deparavertebrale ruimten via het foramen intervertebrale (D) of zelden in de epidurale ruimte zelf (E). Bij verdere groei geven deze SEM compressie op aangrenzende bloedvaten, zenuwwortels en het ruggenmerg, wat resulteert in lokale pijn, radiculopathie en myelopathie.