Inleiding

Onder koorts verstaan we een verhoging van de lichaamstemperatuur van boven de 38° C (rectaal gemeten). Koorts kan gepaard gaan met koude rillingen, zweten, warmtegevoel, lage bloeddruk, versnelde pols en ademhaling, vermoeidheid en gevoel van ernstig ziek zijn. Bij koorts heeft de temperatuur vaak een golvend of piekend verloop. Bovengenoemde verschijnselen treden met name op in de periode dat er een sterke stijging of daling van de lichaamstemperatuur optreedt.

We spreken bij oncologische aandoeningen van tumorkoorts als er geen andere verklaring voor koorts wordt gevonden dan de ziekte kanker. Koorts is onderdeel van de zgn. B-symptomen (koorts, nachtzweten en gewichtsverlies) die op kunnen treden bij maligne lymfomen (ziekte van Hodgkin en non-Hodgkin lymfomen).

Bij hyperthermie is er sprake van een temperatuursverhoging als gevolg van een primair defect van het temperatuurregulerend mechanisme van het lichaam (zie ook Ontstaanswijze).

Indien koorts in de palliatieve fase optreedt zal nadere diagnostiek en beleid altijd afgestemd dienen te worden op de situatie van patiƫnt in relatie tot de ondervonden last.