Bijlagen
- Snel naar:
- Over NPPZ II
- Strategische thema's
- Contact
Inhoud
B1 Relevante wet- en regelgeving
B2 Poortspecialisten en -functies
B3 Overzicht betrokken organisaties
B4 Verantwoording
B1 Relevante wet- en regelgeving
Zorgverzekeringswet (Zvw)
Iedereen in Nederland moet een basisverzekering afsluiten bij een zorgverzekeraar en kan daar desgewenst een aanvullende verzekering bij afsluiten. De overheid bepaalt wat in het basispakket zit. De zorgverzekeraar heeft de zorgplicht om dat aan al zijn verzekerden te leveren. De zorgverzekeraar en zorgaanbieders sluiten daarvoor contracten af met elkaar.265
Wet langdurige zorg (Wlz)
De Wlz is bedoeld voor mensen die voortdurend (intensieve) zorg nodig hebben in de nabije omgeving. Een patiënt krijgt in principe zorg vanuit de Zvw, tenzij hij een indicatie voor de Wlz aanvraagt. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) indiceert welke zorg iemand nodig heeft. De patiënt krijgt een zorgprofiel op basis waarvan hij zorg ontvangt. In het zorgprofiel is de omvang van persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding en behandeling vastgelegd. Het zorgkantoor (veelal de grootste zorgverzekeraar in een regio) ziet erop toe dat de zorg wordt geleverd en sluit daarvoor contracten af met zorgaanbieders.266
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo)
Vanuit de Wmo krijgen personen met een beperking ondersteuning om te kunnen blijven meedoen in de maatschappij en thuis te kunnen blijven wonen. De gemeenten zijn hiervoor verantwoordelijk. Elke gemeente kan dit op eigen wijze vormgeven.267
Jeugdwet
De Jeugdwet regelt ondersteuning, hulp en zorg voor jeugdigen en hun families bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen. De verantwoordelijkheid ligt bij de gemeenten. Die bepalen hoe ze dat in de praktijk vormgeven en wat er precies aan jeugdhulp nodig is.268
Regeling Palliatieve Terminale Zorg en geestelijke verzorging thuis (Regeling PTZ)
De Regeling PTZ is een jaarlijkse instellingssubsidie voor de inzet van getrainde vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg (PTZ). De regeling bevat ten dele ook een tegemoetkoming in de exploitatie- en huisvestingskosten.269 De hoogte van de subsidie wordt berekend op basis van het gemiddeld aantal patiënten per kalenderjaar in de afgelopen drie jaar. Er geldt een tarief per palliatieve terminale patiënt en per zorgsetting.270 Daarnaast is de inzet van geestelijke verzorgers en rouw- en verliesbegeleiders thuis via de regionale instellingen voor geestelijke verzorging thuis in de Regeling PTZ ondergebracht.
Wet toetreding zorgaanbieders (WTZa)
Deze wet is per 2022 in werking getreden en vervangt de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi). Alleen WTZa-toegelaten instellingen kunnen een contract afsluiten voor Eerstelijnsverblijf (Zvw) en Wlz zorg in een instelling.271
B2 Poortspecialisten en -functies
Een zorgaanbieder met de poortfunctie kan een zorgtraject voor medisch-specialistische zorg starten. De poortfunctie kan worden uitgevoerd door de poortspecialist, enkele ondersteunende specialisten en enkele beroepsbeoefenaren die geen medisch specialist zijn.273
|
Poortspecialist |
Poortfunctie |
Diagnose pz |
|
|
oogheelkunde (0301) |
x |
x |
|
|
KNO (0302) |
x |
x |
|
|
heelkunde/chirurgie (0303) |
x |
x |
|
|
plastische chirurgie (0304) |
x |
x |
|
|
orthopedie (0305) |
x |
x |
|
|
urologie (0306) |
x |
x |
|
|
gynaecologie (0307) |
x |
x |
|
|
neurochirurgie (0308) |
x |
x |
|
|
dermatologie (0310) |
x |
x |
|
|
inwendige geneeskunde (0313) |
x |
x |
x |
|
kindergeneeskunde/neonatologie (0316) |
x |
x |
x |
|
gastro-enterologie/ mdl (0318) |
x |
x |
|
|
cardiologie (0320) |
x |
x |
|
|
longgeneeskunde (0322) |
x |
x |
x |
|
reumatologie (0324) |
x |
x |
|
|
allergologie (0326) |
x |
x |
|
|
revalidatie (0327) |
x |
x |
|
|
cardio-pulmonale chirurgie (0328) |
x |
x |
|
|
consultatieve psychiatrie (0329) |
x |
x |
|
|
neurologie (0330) |
x |
x |
x |
|
klinische geriatrie (0335) |
x |
x |
x |
|
radiotherapie (0361) |
x |
x |
|
|
sportgeneeskunde |
x |
x |
|
|
interventie-radioloog (0362) |
x |
|
|
|
anesthesioloog-pijnspecialist (0389) |
x |
x |
|
|
klinisch geneticus (0390) |
x |
|
|
|
arts-assistent |
x |
|
|
|
klinisch fysicus audioloog (1900) |
x |
|
|
|
specialist ouderengeneeskunde (8418) |
x |
|
|
|
SEH-arts KNMG |
x |
|
|
|
verpleegkundig specialist |
x |
|
|
|
physician assistant |
x |
|
|
|
Klinisch technologen |
|
x |
|
|
tandarts-specialisten mondziekten en kaakchirurgie |
|
x |
|
|
gespecialiseerd verpleegkundige |
|
||
|
huisarts |
|
|
|
|
Arts voor verstandelijk gehandicapten |
|
|
|
Dit is een bijlage bij Hoofdstuk 1 Ziekenhuis.
B3 Overzicht betrokken organisaties
De eerste Handreiking financiering palliatieve zorg 2018 is tot stand gekomen met een werk- en klankbordgroep van gemandateerde vertegenwoordigers afkomstig uit de wetenschappelijke verenigingen en beroepsorganisaties van bij palliatieve zorg betrokken zorgprofessionals,
betrokken branche- en koepelorganisaties en de overheid:
Deelnemende organisaties Werkgroep eerstelijn
Landelijke Huisartsenvereniging
Vereniging specialisten ouderengeneeskunde
Vereniging van Geestelijk Verzorgers
Verpleegkundigen & Verzorgenden NL
Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg
Associatie Hospicezorg Nederland
Actiz
Deelnemende organisaties Werkgroep tweede lijn
Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
Nederlandse Internisten Vereniging
Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie
Nederlandse Vereniging van artsen voor Longziekten en Tuberculose
Nederlandse Vereniging voor Neurologie
Verpleegkundigen & Verzorgenden NL
Leids Universitair Medisch Centrum
Maasstad Ziekenhuis
Radboud Universitair Medisch Centrum
Rijnstate Ziekenhuis
Deelnemende organisaties Klankbordgroep
Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
Nederlandse Zorgautoriteit
Praktijkteam palliatieve zorg ministerie van VWS
Raad Beroepsbelangen Federatie Medisch specialisten
Zorgverzekeraars Nederland
In 2021 is in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK), Branchevereniging voor Integrale Kindzorg (BINKZ) en Kenniscentrum Kinderpalliatieve Zorg informatie toegevoegd over bekostiging van palliatieve zorg voor kinderen.
B4 Verantwoording
Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland
In het Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland (IKNL/Palliactief, 2017) staat beschreven wat vertegenwoordigers van patiënten en hun naasten, zorgverleners en zorgverzekeraars vinden dat de kwaliteit van palliatieve zorg in Nederland moet zijn.274 Tijdens de totstandkoming van het kwaliteitskader zijn knelpuntenanalyses275,276 in zowel de eerste als in de tweede lijn verricht, om te inventariseren welke drempels het in de praktijk brengen van het kwaliteitskader zouden kunnen belemmeren. Eén van de ervaren belemmeringen betrof de financiering.
Passende financiering
De minister van VWS heeft eerder aangegeven dat financiering van palliatieve zorg moet volstaan en duidelijk en niet bureaucratisch georganiseerd moet zijn. In twee separate bijeenkomsten voor de eerste en de tweede lijn brachten IKNL en Palliactief in 2016 en 2017 een werk- en klankbordgroep van gemandateerde vertegenwoordigers afkomstig uit de wetenschappelijke verenigingen en beroepsorganisaties van bij palliatieve zorg betrokken zorgprofessionals, betrokken branche- en koepelorganisaties en de overheid (zie bijlage 3) bijeen, om te inventariseren of en hoe de financiering van palliatieve zorg in de dagelijkse praktijk aansluit bij de gewenste kwaliteit van palliatieve zorg.
Totstandkoming Handreiking financiering
De mogelijkheden, knelpunten en oplossingen, die uit deze bijeenkomsten en het Rapport ‘Palliatieve zorg op maat’ (NZa, 2017).277 naar voren kwamen, zijn gebundeld in de Handreiking financiering palliatieve zorg 2018. De eindversie is tot stand gekomen na consultatierondes met de werk- en een klankbordgroep (zie bijlage 3) en in goede afstemming met het Praktijkteam palliatieve zorg van het ministerie van VWS en de NZa. Deze handreiking is sindsdien jaarlijks herzien.
In 2020 is in samenwerking met het Netwerk Palliatieve Zorg Oost-Veluwe en de Patiëntenfederatie Nederland een hoofdstuk (5) toegevoegd met eigen betalingen van patiënten en een paragraaf met knelpunten en veel gestelde vragen hierover. In 2021 is in samenwerking met de NVK, BINKZ en het Kenniscentrum Kinderpalliatieve Zorg in de hoofdstukken 1, 2 en 3 informatie toegevoegd en een aparte paragraaf met knelpunten, die alle specifiek van toepassing zijn voor de financiering van de kinderpalliatieve zorg. De herziene versies inclusief knelpunten zijn telkens wederom afgestemd met het Praktijkteam palliatieve zorg van het ministerie van VWS, de NZa en andere relevante stakeholders. Ook deze versie voor 2024.