Aanvullend onderzoek

Uitgangsvraag

Wat is de bijdrage van aanvullend onderzoek bij patiënten in de palliatieve fase met hik?

Methode: consensus-based

Aanbeveling

  • Verricht aanvullende diagnostiek naar oorzaken van de hik indien de hik chronisch is, behandeling ervan door de patiënt gewenst is, de hik niet reageert op symptomatische behandeling en er op grond van voorgeschiedenis, anamnese en lichamelijk onderzoek aanwijzingen zijn voor een behandelbare oorzaak. Haalbaarheid en wenselijkheid zijn hierbij van groot belang.
    Zet op indicatie en in overleg met de patiënt het volgende onderzoek in:
    • laboratoriumonderzoek: natrium, (geïoniseerd) calcium, magnesium, bilirubine, gamma-GT, AF, ALAT, ASAT, amylase, lipase, glucose, creatinine, CRP, leukocyten met differentiatie, arteriële bloedgassen;
    • ECG (bij verdenking op cardiale oorzaak);
    • otoscopie/faryngoscopie (bij verdenking op focus binnen het keel-neus-oor-gebied);
    • gastroscopie (bij verdenking op maagdilatatie, tumoren van oesofagus of maag, gastritis, oesofagitis, ulceraties, dislocatie van stent);
    • röntgenonderzoek: X-thorax, CT-scan van abdomen en/of thorax, CT-scan/MRI van hoofd-halsgebied of hersenen.

Voor deze uitgangsvraag is geen systematisch literatuuronderzoek verricht.

De werkgroep is van mening dat aanvullend onderzoek alleen overwogen moet worden indien de hik chronisch is, behandeling ervan door de patiënt gewenst is, de hik niet reageert op symptomatische behandeling en er op grond van voorgeschiedenis, anamnese en lichamelijk onderzoek aanwijzingen zijn voor een behandelbare oorzaak.

Verschillende reviews en richtlijnen geven aanbevelingen voor aanvullend onderzoek [BC Centre for Palliative Care 2017, Kranke 2018, Kohse 2017, Steger 2015].

Op indicatie kan het volgende onderzoek worden ingezet:

  • laboratoriumonderzoek: natrium, (geïoniseerd) calcium, magnesium, bilirubine, gamma-GT, AF, ALAT, ASAT, amylase, lipase, glucose, creatinine, CRP, leukocyten met differentiatie, arteriële bloedgassen;
  • ECG (bij verdenking op cardiale oorzaak);
  • otoscopie/faryngoscopie (bij verdenking op focus binnen het keel-neus-oor-gebied);
  • gastroscopie (bij verdenking op maagdilatatie, tumoren van oesofagus of maag, gastritis, oesofagitis, ulceraties, dislocatie van stent);
  • röntgenonderzoek: X-thorax, CT-scan van abdomen en/of thorax, CT-scan/MRI van hoofd-halsgebied of hersenen.